HvJ-EU, 15 juli 2010. Zaak C-271/08. Volgens een Duitse regeling kan een werknemer van een gemeente ervoor kiezen om een deel van zijn loon in te zetten om premie te betalen voor een verhoging van zijn pensioen, als dat volgens zijn cao kan. De gemeente gaat dan voor hem een overeenkomst aan met een pensioensverzekeraar. Volgens de Europese Commissie is deze regeling in strijd met art. 101 VWEU en met aanbestedingsrichtlijn 2004/18/EG.
Volgens de Commissie moeten dienstaanbieders uit andere lidstaten ook kunnen meedingen. Daarom moet er een openbare aanbesteding plaatsvinden bij de gunning van de verzekeringsovereenkomsten en is het niet toegestaan dat de cao rechtstreeks gunt aan limitatief genoemde organen en ondernemingen.
Het Hof stelt de Commissie in het gelijk. De overeenkomsten van bedrijfspensioenvoorziening zijn ten onrechte zonder Europese aanbesteding gegund aan ondernemingen.
Introductie
Volgens een Duitse wettelijke regeling kunnen werknemers van gemeenten ervoor kiezen een deel van het loon in te zetten voor een verhoging van hun toekomstige pensioen. De voor hem geldende CAO moet daarin dan wel voorzien. Als een werknemer daarvoor kiest, sluit de gemeente voor hem een overeenkomst met een pensioenverzekeraar. De werkgever gaat de verzekeringsovereenkomst aan. De CAO bepaalt een beperkt aantal verzekeraars waar de gemeente een contract mee mag sluiten.
Zaak
HvJ EU, 15 juli 2010. Europese Commissie tegen Bondsrepubliek Duitsland
Klacht Commissie
Volgens Commissie is de regeling in strijd met art. 101 VWEU en de Richtlijnen 92/50/EEG en 2004/18/EG art. 101 betreft de vrije mededinging. De richtlijnen werken dit beginsel op aanbestedingsrechtelijk terrein verder uit. Om de vrije mededinging te beschermen moeten dienstaanbieders uit andere lidstaten ook kunnen meedingen. Volgens de Commissie dient een openbare aanbesteding plaats te vinden bij de gunning van de verzekeringsovereenkomsten. Het is niet toegestaan dat de CAO rechtstreeks gunt aan een beperkt aantal genoemde organen en ondernemingen.
Verweer Duitsland
De Duitse overheid brengt daar tegenin dat de betrokken verzekeringsovereenkomsten deel uitmaken van de arbeidsbetrekkingen en daarom geen overheidsopdrachten vormen. De werkgevers treden slechts op als betalingsorgaan tussen de werknemers en de verzekeraars. Vanwege de contractvrijheid van de sociale partners is de overheid niet bevoegd in te grijpen in de inhoud van de CAO. De nationale regeling valt binnen de ‘Albany-uitzondering’ (nr. C-67/96).
Hof
Het Hof stelt dat de uitoefening van een grondrecht, zoals het recht op collectieve onderhandelingen, aan bepaalde beperkingen kan worden onderworpen. De uitoefening van het grondrecht mag niet in strijd zijn met de beginselen uit het VWEU en moet in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel. Het Hof bepaalt het wel toepassen van de Aanbestedingsrichtlijn verenigbaar is met het doel dat de Duitse gemeenten bij de uitoefening van hun recht op collectieve onderhandelingen nastreven.
Aanbestedende dienst?
Duitsland heeft betoogd dat de verzekeringsovereenkomsten geen overheidsopdrachten in de zin van de richtlijn zijn. De gemeentelijke werkgevers treden volgens Duitsland in dit geval niet op als aanbestedende diensten maar als werkgever. Een dergelijk onderscheid maakt de richtlijn echter niet volgens het Hof.
Bezwarende titel
Volgens Duitsland gaat het niet om een overeenkomst onder bezwarende titel, omdat er slechts een economische ruilbetrekking zou bestaan tussen de verzekeraar en de werknemer. Het Hof is het hier niet mee eens. De omstandigheid dat de uiteindelijke begunstig van de pensioenuitkeringen de werknemers zijn die voor die maatregel hebben gekozen, doet niet af aan het bezwarende karakter van de overeenkomst (r.o. 80)
Europese aanbesteding
Volgens het Hof hadden de gemeentelijke overheden de dienstenovereenkomsten betreffende de bedrijfspensioenvoorziening Europees moeten aanbesteden. De rechtstreekse gunning aan de ondernemingen is ten onrechte gebeurd.