KED sprak met Marc Gijsman, energiemanager bij de gemeente Eindhoven, over ‘Mind the Energy Gap’, het winnende project in de VNG-competitie Gemeentedelers 2024. Met slimme meters monitort de gemeente het energieverbruik van zo’n vierhonderd panden en bespaart zo op een eenvoudige manier veel energie.
Kun je iets vertellen over ‘Mind the Energy Gap’ en de VNG-competitie?
“Energie besparen door het meten van je verbruik”, is wat het inhoudt. “Iets wat we in Eindhoven inmiddels al een aantal jaren doen. Toen we de Gemeentedelers op de site van de VNG tegenkwamen, leek het ons een mooie aandachtstrekker voor het onderwerp. We hadden ook wel zoiets van ‘dat kan nooit wat worden’, want in principe doet iedereen het. Heel simpel: als je ’s avonds naar bed gaat, dan doe je de lampen uit en de verwarming naar beneden. We gaan het indienen en zien wel of het iets is. En het blijkt dat er dus best wel potentie in zit en de ervaring leert inmiddels dat heel veel gemeenten er eigenlijk nog niets mee doen. Als ze er al iets mee doen, is het vrij beperkt. Wij, vanuit de gemeente Eindhoven, mogen zeggen dat we behoorlijk voorop lopen.”
Wat is het doel van het project?
“In het kort: alleen energie gebruiken wanneer je het nodig hebt. Dus eigenlijk het belangrijkste achter de klimaatagenda van Nederland: bespaar op CO2 uitstoot. En er zijn natuurlijk talloze projecten om van het gas af te gaan, te isoleren, dubbel glas te gebruiken, warmtepompen aan te schaffen, noem maar op, terwijl dit eigenlijk een hele simpele is. Echt serieus kijken, wat wordt er wanneer verbruikt en kan het minder? Ervaring laat zien dat het energieverbruik veel lager kan. TNO stelt dat installaties in veel gebouwen niet goed zijn ingesteld. Door dit te verbeteren, is tot 30% energiebesparing mogelijk zonder ingrijpende aanpassingen. In Eindhoven leert de ervaring dat bij veel panden aanzienlijke besparingen mogelijk zijn.”
Alleen energie gebruiken wanneer je het nodig hebt.
Welke maatregelen hebben jullie genomen om energie te besparen?
“Het belangrijkste is inzicht krijgen. Elk pand dat we bezitten krijgt een slimme gas- en elektrameter, waarvan de data wordt gekoppeld aan een energiemonitoringsysteem. Hier rolt data uit waarin je alles keurig per locatie verzamelt en waaruit je analyses kan maken. Die grafieken zijn waardevol en met die data kun je vergelijken wat er wanneer gebeurt en hoe het vorig jaar anders gebeurde. Als je gekke dingen ziet, neem je contact op met de techneuten van vastgoed die het pand beheren. Als zij het ook niet weten, dan gaan wij of de collega’s van vastgoed met de gebruikers in overleg.”
“We hebben ook hele ingewikkelde gebouwen waar steeds meer techniek in zit zoals warmtepompen, WKO’s (warmte-koudeopslag), noem maar op. Daar kan de gebruiker vaak zelf helemaal niets, dus dan analyseer ik samen met een meet- en regelspecialist van onze vastgoedafdeling deze panden. Die kent de software van binnen en van buiten. We zitten sinds driekwart jaar gewoon iedere vrijdagochtend twee uur samen. We pakken dan een gebouw en gaan kijken: wat gebeurt er? Waarom gebeurt het? En kan het anders?”
Heb je een voorbeeld van hoe het monitoren en analyseren van meetdata eruit ziet?
“Je start met het maken van weekgrafieken van het gas- en elektriciteitsverbruik van een pand. Vervolgens ga je bekijken wat er gebeurt. Hoe vroeg gaat de installatie aan op de maandag of dinsdag? Kan dat later? Gebeurt er iets in het weekend als het niet nodig is? Gebeuren er opvallende of onverwachte dingen ’s avonds?”
Gijsman geeft een concreet voorbeeld: “Een buurthuis verbruikte meer stroom in de nacht dan verwacht, wat in de grafiek zichtbaar werd door kleurverschillen op ongebruikelijke momenten. Aan de gebruiker is gevraagd waarom dat zo is, die zei: ‘We hebben een schoonmaker die in de nacht werkt. Dan schakelt hij bij binnenkomst alle lampen en de airco aan in het gebouw.’ Dus de gebruiker heeft met hem afgesproken dat als hij links in het pand begint, hij alleen daar de verlichting aan doet en de rest nog uit laat. Zo heb je toch weer een kleine besparing te pakken, toch 2.500 kilowatt per jaar. Zulke simpele voorbeelden komen voor, maar bijvoorbeeld ook het tegelijk koelen van één ruimte met een WKO en de rest verwarmen met de piekketels in een groot pand. Hier besparen we na aanpassingen jaarlijks wel zo’n 35.000 m3 gas.”
De ervaring leert dat een eenmalige instelling niet voldoende is voor een blijvend resultaat.
Welke partijen komen hier allemaal bij kijken en wordt er ook samengewerkt met energiebedrijven?
“Het programma dat we gebruiken is een energiemonitoringsysteem (EMS), die volop verkrijgbaar zijn op de markt. Dus aan die kant hebben we samenwerkingen van: we willen dit soort grafieken, op deze manier hebben, kunnen jullie die verzorgen? Dus de samenwerking aan die kant loopt. Daarnaast hebben we bij vastgoed technici waarmee de analyses en mogelijke besparingen doorgesproken worden. De volgende stap is dat de techneut met de installateur om tafel gaat om de regeling aan te passen. Er wordt gekeken naar het veranderen van instellingen of het doorvoeren van aanpassingen in de software. Vervolgens informeren we de gebruikers over de aanpassingen en vragen hen of ze veranderingen in comfort merken. Vaak merken ze niets, maar soms zijn nog kleine correcties nodig. Het systeem moet continu gemonitord en bijgesteld worden; de ervaring leert dat een eenmalige instelling niet voldoende is voor een blijvend resultaat.”
Zijn er kosten verbonden aan het project?
“Je hebt software nodig om die meters binnen te halen. Je energieleverancier heeft een app en daar kun je ook de gebruiksdata uit halen, dus het kan zo klein beginnen dat het nauwelijks iets hoeft te kosten. Maar als je een paar duizend meters in het programma hebt zitten, praat je over meer kosten. Ja, die maken wij in Eindhoven wel. Maar we tonen ook wel aan dat we er een veelvoud aan energiekosten mee besparen. Bovendien is EMS verplicht bij grotere gebruikers, dus het is toch nodig. Voor kleinere gemeenten is de beschikbare tijd van medewerkers vooral een uitdaging. We proberen regiogemeenten te adviseren om gezamenlijk een adviseur te huren en zo ook meters te maken. Het hoeft allemaal niet heel veel tijd te kosten en de kans op snelle resultaten neemt toe. Dus zet die samenwerking op.”
Zijn jullie uitdagingen tegengekomen tijdens het project?
“Ja, een mooi voorbeeld is het kinderdagverblijf, waar we veel gasverbruik zagen in het weekend, terwijl er niemand aanwezig is. Een techneut heeft de regelaar aangepast waarna het even werkte. Een paar weken later gingen we weer monitoren en we zien nog steeds volop verbruik in het weekend. De specialist die we erop hebben afgestuurd, constateerde dat het regelaartje te oud was en dus vervangen moest worden. Toen was het in eerste instantie dat de eigenaar van het vastgoed zei: ‘Ja leuk, maar de gebruiker heeft voordeel van de energiekosten. Ga daar die paar honderd euro maar halen.’ Dan begin je een ‘welles-nietes spel’ te krijgen. Moet je dan naar de gebruiker en uitleggen dat ik voor een paar honderd euro die besparing kan realiseren? Wij vonden vooral dat we als eigenaar een optimaal systeem moeten leveren. Inmiddels zijn ze er ook wel in ‘mee’, maar dat heeft wel een tijdje geduurd. Nadat het regelaartje was vervangen, was het nog steeds niet helemaal ‘lekker’ geregeld. En ja, zo blijf je aan de gang. Uiteindelijk hebben we wel die 30% besparing behaald en is de regelaar in circa drie maanden terugverdiend.”
We merken dat het in veel gevallen nog efficiënter kan.
Zijn er plannen voor verdere maatregelen?
“Het uitbreiden van dit verhaal naar de randgemeenten en andere gemeenten die interesse hebben. En ons eigen programma breiden we uit met meer data, waaronder verbruiksdata van warmtepompen.” Hierbij wordt er nagedacht over de efficiëntie: “Dan zie je dat er nog een hoop warmtepompen nog niet optimaal draaien en daar kun je dus op sturen. We merken dat het in veel gevallen nog efficiënter kan. Verder zijn we van plan om een automatische melding in te stellen voor het geval er bijvoorbeeld in het weekend afwijkend gebruik is, zodat we direct worden gewaarschuwd. We willen dit proces langzaam automatiseren, omdat het moeilijk is om met zo’n vierhonderd gebouwen incidenteel alles handmatig te controleren.”
Heb je nog een advies voor andere gemeenten die ook graag willen beginnen met energiebesparing?
Kort maar krachtig: “Gewoon beginnen! Ga je data inventariseren, zorg dat je die meetdata hebt, ga dan kijken wat er gebeurt. Als je op vakantie gaat, zet je de thermostaat ook omlaag hè? Dat is de boodschap die we willen uitstralen.”