Hittegolven, overstromingen en bosbranden; klimaatverandering lijkt Europa elk jaar directer te raken en de noodzaak van verandering wordt steeds duidelijker. Op 31 oktober publiceerde de Europese Commissie het Voortgangsverslag Klimaatactie 2024 met een actuele stand van zaken over het terugdringen van broeikasgasemissies en klimaatadaptatie. De cijfers laten een overwegend positief beeld zien: de EU ligt op koers om de emissiereductiedoelen voor 2030, zoals vastgelegd in het ‘Fit for 55’-plan, te realiseren. Er is echter ook werk aan de winkel om dit zo te houden.
Historische daling in emissies en economische groei
Het Voortgangsverslag vindt zijn basis in de Verordening inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, en vormt een aanvulling op het jaarlijkse rapport over de staat van de Energie-unie. Het geeft een overzicht van de stappen die zijn gezet richting de EU-doelen voor uitstootvermindering en klimaatadaptatie, bespreekt de emissieresultaten van lidstaten en gaat in op recente beleidsontwikkelingen. Hieruit blijkt dat de EU in 2023 een uitstootvermindering van maar liefst 8,3% realiseerde: de grootste jaarlijkse daling van de afgelopen decennia, op één jaar na. In 2020 leidde de COVID-19-pandemie namelijk tot een kortstondige vermindering van 9,8%.
Wopke Hoekstra, Eurocommissaris klimaatactie: De EU loopt voorop in de schone transitie, met opnieuw een jaar van sterke broeikasgasemissiereducties in 2023.
Daarnaast ziet de trend op langere termijn er ook goed uit. Sinds 1990 zijn de emissies met 37% gedaald, terwijl het EU-bbp in diezelfde periode met 68% steeg. Dit laat zien dat emissies en economische groei steeds minder sterk aan elkaar gekoppeld zijn, en illustreert de effectiviteit van EU-beleidsmaatregelen zoals het EU ETS en duurzame investeringen. Het rapport wijst echter ook op sectorale verschillen, want niet alle sectoren verminderden hun uitstoot vorig jaar. De luchtvaartsector stootte bijvoorbeeld 9,5% meer CO2 uit dan in 2022. Om op koers te blijven voor de 2030-doelen moet er in de toekomst ieder jaar een reductie van 2,8% van de emissies in 1990 gerealiseerd worden (de helft van de emissiereductie in 2023).
Opvallende bevindingen
- Het succes van het emissiehandelssysteem (EU ETS)
Door bedrijven emissierechten te laten kopen en verkopen, stimuleert de EU duurzamere productieprocessen. De uitstoot van grote installaties in de EU ETS-sectoren daalde in 2023 met 16,5% ten opzichte van 2022 en ligt inmiddels 47,6% onder het niveau van 2005. Hiermee zijn deze sectoren goed op weg naar de doelstelling van -62% tegen 2030. Het EU ETS-systeem genereerde in 2023 een recordopbrengst van € 43,6 miljard voor investeringen in de energietransitie.
- De toename van hernieuwbare energie
Emissies van elektriciteitsproductie en verwarming daalden met 24% in vergelijking met 2022. Waar emissieontwikkeling in voorgaande jaren werd beïnvloed door de energiecrisis, is deze daling volgens het verslag het resultaat van de groei in wind- en zonne-energie en de afname van steenkoolgebruik.
- De dalende emissies van sectoren die buiten het EU ETS vallen (ESR-sectoren)
De emissies van transport, bouw, landbouw, kleine industrie en afval bleven in 2023 dalen, maar wel in beperkte mate (-2% ten opzichte van 2022). De bouwsector was leidend in de daling met een afname van 5,5% ten opzichte van 2022, terwijl de transportsector minder dan 1% reductie behaalde. Ondanks de vooruitgang ligt de EU momenteel niet op schema om de 2030-doelen op dit vlak te halen en hetzelfde geldt voor Nederland (respectievelijk 37% en 31% reductie in plaats van 40%).
- De positieve trendbreuk in koolstofverwijderingen
Gegevens suggereren dat koolstofverwijderingen door landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF) in 2023 zijn toegenomen. Dat is goed nieuws gezien de dalende trend sinds 2014. In 2023 was koolstofverwijdering op hetzelfde niveau als in 2018 (een toename van 8,5% ten opzichte van 2022). Echter ligt de EU daarmee nog niet op koers om haar 2030-doelstelling op dit vlak te halen en blijven de geschatte gegevens in het verslag ook onderhevig aan herzieningen.
Klimaatactie in Nederland
Nederland loopt qua uitstootdaling redelijk gelijk met het EU-gemiddelde. In 2023 werd er een uitstootreductie van 8% gerealiseerd ten opzichte van 2022 en 36% ten opzichte van 1990. Nederland scoort vooral goed op het gebied van landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw (LULUCF – Land Use, Land-Use Change, and Forestry) en verwacht het EU-doel voor 2030 ruimschoots te realiseren; in tegenstelling tot de meeste EU-landen die juist verwachten het doel niet te halen. LULUCF-beleid stimuleert natuurlijke koolstofputten (zoals bossen) die CO₂ uit de atmosfeer opnemen en opslaan. Hiermee speelt het een cruciale rol in de klimaattransitie en is het van groot belang voor lokale beslissingen over ruimte. Besluiten over de aanleg van bossen of de bescherming van natuurgebieden worden veelal op lokaal niveau genomen en gemeenten, provincies en waterschappen spelen dus een belangrijke rol (denk aan bodemvereisten en bestemmingsplannen). Het Voortgangsverslag geeft een kader om decentrale plannen af te stemmen op nationale en EU-doelen.
Nederland loopt qua uitstootdaling redelijk gelijk met het EU-gemiddelde.
Verder valt in het verslag ook op dat Nederland goed gebruik maakt van Europese subsidies om verduurzaming te bevorderen; er werd vanuit het Just Transition Fund (JTF) ruim een half miljard euro aan Nederlandse projecten toegekend. Decentrale overheden kunnen profiteren van dit soort fondsen bij het stimuleren van verduurzaming op lokaal niveau. Het LIFE Cool Square-project in Groningen (vanuit het LIFE-programma) is een hier een mooi praktijkvoorbeeld van. EU-financiering is ook interessant voor projecten op het vlak van mobiliteit en transport; een andere sector waar decentrale overheden directe invloed hebben op emissies (denk aan doelgroepenvervoer, openbaar vervoer en het bevorderen van fietsgebruik).
Het is overigens belangrijk om op te merken dat dit positieve nieuws over de klimaatprestaties van Nederland in contrast staan met algemene bevindingen uit de onlangs gepubliceerde Klimaat- en Energieverkenning (KEV). Hieruit blijkt dat het er niet naar uitziet dat Nederland het wettelijke klimaatdoel van 55% emissiereductie in 2030 haalt. Met het huidige beleid zal Nederland een broeikasgasemissievermindering van 44-52% realiseren in 2030 ten opzichte van 1990. Dus hoewel we op sommige vlakken goed bezig zijn en hoge verwachtingen hebben, is er ook nog genoeg werk aan de winkel.