Praktijkvraag

Laatste update: 15 juli 2025

Door:


Onze gemeente wil een onderneming een lening verstrekken. Er is mogelijk sprake van staatssteun omdat de lening niet tegen marktvoorwaarden wordt afgesloten. Door de de-minimisverordening toe te passen willen we de lening staatssteunbestendig maken. Het betreft echter een lening van een bedrag groter dan € 300.000,-. Tevens loopt de lening ook langer door dan drie jaar. Kunnen wij in dit geval van de de-minimisverordening gebruik maken?
Antwoord in het kort

Ja, dat kan. De de-minimisverordening bevat speciale regels voor steun vervat in leningen. Die regels maken het mogelijk de verordening ook toe te passen op leningen die langer dan drie jaar doorlopen en waarbij het geleende bedrag boven de de-minimisdrempel uitkomt.

De-minimissteun in het algemeen

Op basis van de de-minimisverordening mag één onderneming per drie jaar tot € 300.000 aan steun ontvangen zonder dat er sprake is van staatsteun. Dit wordt de-minimissteun genoemd. De Commissie vindt namelijk dat bedragen onder het de-minimisplafond geen ongunstige invloed hebben op het interstatelijke handelsverkeer. Daardoor is er geen sprake van onrechtmatige staatssteun.

De-minimissteun en leningen

De de-minimisverordening zet ten aanzien van leningen enkele specifieke regels uiteen. Deze zijn neergelegd in artikel 4 lid 1 en, meer specifiek, artikel 4 lid 3. Voor alle de-minimissteun die vervat is in leningen geldt dat deze ‘transparant’ moet zijn. Dat wil zeggen dat het zogenoemde bruto-subsidie-equivalent van de lening vooraf kan worden vastgesteld zonder dat een risicoanalyse hoeft te worden uitgevoerd. Dit volgt uit artikel 4, lid 1, van de de-minimisverordening. Vervolgens zet de Commissie in artikel 4, lid 3, van de de-minimisverordening uiteen wanneer steun vervat in leningen als transparante de-minimissteun wordt beschouwd.

Mogelijkheid 1: artikel 4, lid 3, sub (a) en (b) de-minimisverordening

Om steun vervat in leningen op basis van artikel 4, lid 3, sub (a) en (b) als transparante de-minimissteun aan te kunnen merken, moet aan een tweetal voorwaarden worden voldaan.
Ten eerste mag er tegen de begunstigde geen insolventieprocedure lopen. Ten tweede moeten voor de lening zekerheden worden gesteld die ten minste 50 % van de lening bedragen en mag de lening niet meer bedragen dan € 1.500.000,= met een looptijd van vijf jaar of € 750.000,= met een looptijd van tien jaar.

Mogelijkheid 2: artikel 4, lid 3, sub (a) en (c) de-minimisverordening

De tweede mogelijkheid om transparante de-minimissteun, die in een lening is vervat, te verlenen, is neergelegd in artikel 4, lid 3, sub (c) van de de-minimisverordening. Wederom mag er tegen de begunstigde geen insolventieprocedure lopen (artikel 4, lid 3, sub (a)). Artikel 4, lid 3, sub c) bepaalt vervolgens dat steun vervat in leningen als transparante de-minimissteun wordt beschouwd als het bruto-subsidie-equivalent berekend is op basis van het referentiepercentage dat van toepassing is op het tijdstip van steunverlening (de afgifte van de lening). De Commissie houdt de actuele rentepercentages bij op haar website.

Toepassing artikel 4, lid 3, sub (c) de-minimisverordening

Bij de toepassing van artikel 4, lid 3, sub (c) kan dus gekozen worden voor een lening die qua hoogte of looptijd afwijkt van de in de in sub b) genoemde safe-harbourzone. Maar let op: in dat geval mag het totale voordeel over de gehele looptijd van de lening, berekend aan de hand van het rentepercentage dat van toepassing is op het moment van verlening, niet hoger zijn dan € 300.000.

Conclusie

Uit het bovenstaande volgt dat de gemeente de de-minimisverordening ook kan toepassen op leningen die betrekking hebben op leningen die langer lopen dan drie jaar of die hoger zijn dan € 300.000. Dit kan op twee manieren. Ten eerste kan gebruik worden gemaakt van de zogeheten safe-harbour van artikel 4, lid 3, sub (b) de-minimisverordening. Men hoeft het bruto-subsidie-equivalent dan niet te berekenen, maar de lening is wel gebonden aan bepaalde maxima wat betreft de looptijd en het bedrag van de lening. Wil men van de safe-harbour maxima of looptijden afwijken en leningen voor grotere bedragen of langere looptijden verstrekken, dan kan van artikel 4, lid 3, sub (c) gebruik gemaakt worden. In dat geval dient het bruto-subsidie-equivalent berekend te worden over de gehele lening aan de hand van de op dat tijdstip toepasselijke referentiepercentages, en moet het totale voordeel onder de drempel van € 300.000 blijven.

Bron

De-minimisverordening, Europese Commissie

Meer informatie

De-minimis, staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal