Onze gemeente wil een ondernemer financieel steunen en maakt daarbij gebruik van de de-minimissteun. De de-minimisdrempel is € 300.000,- per drie jaar. Is het mogelijk om te besluiten om meer steun te verlenen dan de de-minimisdrempel door de betaling uit te spreiden over een langere tijd dan drie jaar?
Antwoord in het kort
Nee, een overheid mag op geen moment aanspraak verlenen op meer de-minimissteun dan het drempelbedrag. Het moment waarop een onderneming aanspraak kan maken op steun wordt beschouwd als de steunverlening. Het tijdstip van feitelijke uitbetaling is juridisch niet relevant. Dit heeft gevolgen voor het berekenen van de toegestane steunintensiteit. Hieronder wordt nader uitgelegd waar u rekening mee moet houden.
Steunbesluit en steunbetaling
De de-minimisverordening (Verordening (EU) nr. 2023/2831) stelt drempelbedragen vast waaronder steun door de Europese Commissie niet als staatssteun wordt gezien. Deze drempel bedraagt € 300.000,- per drie jaar. Om na te gaan binnen welke termijn de-minimissteun mag worden verleend, is het belangrijk om het verschil tussen het steunbesluit en de steunbetaling goed in de gaten te houden.
Steunverlening in de zin van de de-minimisverordening is het geven van een wettelijke aanspraak van de onderneming op steun. In de Nederlandse context gebeurt dat doorgaans door het besluit van een overheid in de zin van de Algemene wet bestuursrecht om de steun toe te kennen. Het is voor de berekening van het drempelbedrag niet van belang wanneer de steun wordt uitbetaald.
Als een overheid besluit om meer dan € 300.000 de-minimissteun toe te kennen, dan is de de-minimisdrempel overschreden ongeacht eventuele spreiding over meer dan drie jaar. Er mag dus op geen enkel moment een juridische aanspraak bestaan op een totaalbedrag dat hoger ligt dan het drempelbedrag.
Doorlopende termijn
Voor de volledigheid staan we ook stil bij hoe het subsidieplafond berekend moet worden door te rekenen met het tijdstip van steunverlening en de termijn van drie jaar. Het jaar waarin het steunbesluit wordt genomen geldt als het jaar van de steunverlening.
Volgens de de-minimisverordening (Verordening (EU) nr. 2023/2831) wordt de periode van drie jaar van dag tot dag berekend over de volledige periode van drie jaar. Dit betekent dat voor een besluit tot toekenning van een subsidie van € 300.000, genomen op 16 september 2024, alle de-minimissteun die is toegekend tussen 16 september 2021 en 16 september 2024 moet worden opgeteld.
Stel dat de gemeente op 16 september 2024 een subsidiebesluit neemt waarbij 200.000 euro steun wordt toegekend en vervolgens op 16 september 2026 nog eens 100.000 euro steun toekent voor dezelfde onderneming. Op 16 september 2028 wil de gemeente een de-minimis-subsidie toekennen aan dezelfde onderneming. Dan moet de gemeente nagaan of de onderneming in de periode tussen 16 september 2025 en 16 september 2028 de-minimissteun heeft ontvangen. Aangezien de onderneming op 16 september 2026 100 000 euro steun heeft ontvangen, kan zij nu nog 200 000 euro de-minimissteun ontvangen.
Cumulatie
Voor het berekenen van het subsidieplafond moet alle steun, die de onderneming van welke overheid dan ook ontvangt, worden betrokken. Het gaat om alle steun aan de zelfstandige onderneming of aan het geheel waarmee zij een enkele economische eenheid vormt, bijvoorbeeld een moedermaatschappij. Om cumulatie te voorkomen of te beheersen moet de onderneming een de-minimisverklaring tekenen waarin de onderneming aangeeft of zij al steun ontvangt.
Meer informatie
De-minimissteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal