Wij begrijpen dat er voor zogenaamde grote ondernemingen een plicht is om een energie-audit te laten doen. Geldt deze verplichting, die voortkomt uit de energie-efficiëntierichtlijn (EED), ook voor overheidsbedrijven?
Antwoord in het kort
In sommige gevallen hebben overheidsbedrijven een energie-auditplicht. Dit geldt alleen voor overheidsbedrijven vanaf een zekere grootte (in medewerkers of jaaromzet en balanstotaal). Hiervoor moet worden nagegaan hoeveel economische activiteiten verricht, zoals de verhuur van (sport-)zalen, het aanbieden van cursussen of kinderopvang.
De Energie-efficiëntierichtlijn (EED)
De EU heeft sinds 2012 doelstellingen voor energie-efficiëntie vastgelegd in de Richtlijn inzake Energie-efficiëntie (Energy-Efficiency Directive (EED), 2023/179). De richtlijn schrijft maatregelen voor om het energieverbruik van overheid, burgers en bedrijven terug te dringen en zo bij te dragen aan het behalen van de klimaatdoelen van de Europese Unie.
Energie-audit: een Europese verplichting
De EED bepaalt dat ondernemingen die geen mkb zijn, om de vier jaar een energie-audit moeten uitvoeren (artikel 8, lid 4). Deze verplichting is in Nederlandse wetgeving geïmplementeerd door de Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie. De inhoudelijke eisen voor het verslag van de audit zijn uitgewerkt in het Besluit energie-audit.
Wat is een energie-audit?
De energie-audit (artikel 2, lid 32 EED) is een systematische procedure die tot doel heeft informatie te verzamelen over het actuele energieverbruikersprofiel van een gebouw of groep gebouwen, een onderneming of van private of publieke diensten. De energie-audit:
- signaleert en kwantificeert mogelijkheden voor kosteneffectieve energiebesparing; en
- bepaalt het potentieel van kosteneffectief gebruik of de kosteneffectieve productie van hernieuwbare energie.
De minimumvereisten waaraan een energie-audit moet voldoen, staan omschreven in bijlage VI van de EED. In Nederland is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) verantwoordelijk voor toezicht op de regelgeving voor en uitvoering van energie-audits. Indien een auditrapport te laat ingediend is, kan RVO een last onder dwangsom opleggen. De lidstaten moeten aan de Europese Unie rapporteren over de resultaten van energie-audits.
Voor wie geldt de energie-auditplicht?
Het uitvoeren van een energie-audit is verplicht voor de volgende grote ondernemingen of instellingen met een economische activiteit:
- Ondernemingen met minimaal 250 fte aan medewerkers, of:
- Ondernemingen met een jaaromzet groter dan € 50 miljoen en een jaarlijkse balanstotaal groter dan € 43 miljoen.
Sommige ondernemingen zijn uitgezonderd van de plicht om een energie-audit op te stellen – bijvoorbeeld ondernemingen die een Europees gecertificeerd energiebeheerssysteem toepassen of een keurmerk hebben dat door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat erkend is. Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) vindt u meer informatie.
Overheidsbedrijven
Een overheidsbedrijf kan worden opgericht door een decentrale overheid om bepaalde economische activiteiten uit te voeren, bijvoorbeeld een grondbedrijf, een afvalverwerkingsbedrijf of havenbedrijf. Voor meer informatie over overheidsbedrijven, zie deze praktijkvraag.
Om te bepalen of een overheidsbedrijf een grote onderneming is en daarmee energie-auditplichtig is, zal moeten worden gekeken naar de omvang van de economische activiteiten die dit bedrijf uitvoert.
Als het overheidsbedrijf óf meer dan 250 fte in dienst heeft óf de onderneming heeft een jaaromzet groter dan €50 miljoen plus een jaarlijks balanstotaal van meer dan € 43 miljoen, dan kan dit overheidsbedrijf worden aangemerkt als grote onderneming en zijn dus energie-auditplichtig.
Illustratie: onderwijs als economische activiteit?
Decentrale overheden kunnen onderwijstaken in een overheidsbedrijf onderbrengen, bijvoorbeeld kinderopvang. Het Europese Hof van Justitie heeft bepaald dat onderwijs in beginsel geen economische activiteit is wanneer dit onderwijs deel uitmaakt van een nationaal onderwijsstelsel. Het uitgangspunt is dat publiek onderwijs doorgaans niet als economische activiteit wordt gezien omdat het in de regel wordt verricht ter uitoefening van een publieke taak zonder dat daar een vergoeding voor de prestatie tegenover staat.
Onderwijsinstellingen kunnen echter naast de reguliere onderwijstaak ook andere activiteiten verrichten die wel economisch van aard zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan activiteiten als het verhuren van (sport-)zalen, het aanbieden van bedrijfsopleidingen of horeca-activiteiten. Om te bepalen of een onderwijsinstelling energie-auditplichtig is, dient uitsluitend te worden gekeken naar de omvang van de economische activiteiten die door de onderwijsinstelling wordt verricht, zoals hierboven aangegeven. Als een onderwijsinstelling dus bijvoorbeeld beschikt over een aanzienlijke commerciële onderzoekstak of producten ontwikkelt en verkoopt, kan het zijn dat deze auditplichtig is.
Energiebesparingsplicht
Naast de energie-auditplicht bestaat er een andere verplichting op het gebied van energie die in dit verband het vermelden waard is: de energiebesparingsplicht. De energiebesparingsplicht betekent dat een bedrijf of instelling alle energiebesparende (en CO2-uitstoot verminderende) maatregelen moet uitvoeren die binnen 5 jaar of minder terugverdiend kunnen worden.
De energie-auditplicht en de energiebesparingsplicht zijn niet hetzelfde en de twee verplichtingen bestaan naast elkaar; voldoen aan één van de twee betekent dat niet dat een organisatie ontslagen is van de andere verplichting. Het kan zijn dat een overheidsbedrijf dat niet onder de energie-auditplicht valt, wel verplicht is te voldoen aan de energiebesparingsplicht. De energiebesparingsplicht geldt voor locaties van bedrijven en instellingen die per jaar vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.0000 m3 aardgas(equivalent) verbruiken. Voor meer informatie en uitzonderingen, zie de website van RVO.
Meer informatie:
EED-auditplicht, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Voorbeelden van economische activiteiten per type overheid: Concurrentie tussen overheid en markt, Autoriteit Consument en Markt (ACM)
Is een school een onderneming?, praktijkvraag, Kenniscentrum Europa Decentraal
Energie-efficiëntie, Europa decentraal