Praktijkvraag

Laatste update: 16 juni 2025

Door: en


Onze gemeente verstrekt een onderneming steun op basis van de reguliere de-minimisverordening van de Europese Commissie. Wij zijn als gemeente erg te spreken over de activiteiten van deze onderneming en willen daarom nogmaals een financiële bijdrage doen. Kunnen wij hiervoor gebruik maken van een andere vrijstellingsverordening, zoals de DAEB de-minimisverordening of de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV)?  

Antwoord in het kort

Ja, zolang het steunplafond uit de DAEB de-minimisverordening wordt gerespecteerd, kan de gemeente, bovenop de reguliere de-minimissteun, ook nog de DAEB de-minimissteun verstrekken. Bij samenloop van reguliere de-minimissteun met staatssteun overeenkomstig de AVGG mag de voorgeschreven steunintensiteit van de AVGG niet worden overschreden.  

De-minimissteun in het algemeen

De-minimissteun, ongeacht of deze wordt verleend op basis van de reguliere, de DAEB, de algemene groepsvrijstelling, de landbouw of de visserij de-minimisverordening, levert geen staatssteun op in de zin van het Europees staatssteunverbod (art. 107 VWEU). Van staatssteun kan slechts sprake zijn als steun het interstatelijke handelsverkeer ongunstig beïnvloedt. Met betrekking tot de-minimissteun, acht de Commissie het onwaarschijnlijk dat dergelijke kleine steunbedragen een ongunstige invloed hebben op het handelsverkeer tussen lidstaten. 

Cumulatie met DAEB de-minimisverordening

Op basis van de DAEB de-minimisverordening kunnen overheden ondernemingen, ter uitvoering van een DAEB, tot € 750.000,- aan de-minimissteun verlenen, zonder dat dit als staatssteun wordt aangemerkt. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie jaar. Indien de onderneming in kwestie een DAEB uitvoert, kan de gemeente dus op basis van de DAEB de-minimisverordening de onderneming over drie jaar tot € 750.000,- aan steun verlenen. Dit levert als gezegd geen staatssteun op.  Ook moet gekeken worden naar zogeheten cumulatie (samenloop) met reguliere de-minimissteun. Artikel 5 lid 1 van de DAEB de-minimisverordening bepaalt dat DAEB de-minimissteun met reguliere de-minimissteun mag worden gecumuleerd. De cumulatie kan in dat geval over een periode van drie jaar tot €1.050.000,- oplopen, bestaande uit €750.000,- uit de DAEB de-minimisssteun en €300.000,- vanuit de reguliere de-minimissteun.

Cumulatie met reguliere de-minimissteun met de AGVV

Artikel 8 van de AGVV geeft het steunmaximum voor de steun onder de AGVV aan. De steunintensiteit is afhankelijk van het type werkzaamheden dat geld ontvangt. Stel dat een onderneming staatssteun ontvangt van een decentrale overheid op basis van de AGVV voor 50% van de in aanmerking komende kosten voor een milieustudie. De AGVV staat een steunintensiteit van maximaal 50% toe voor steun aan milieustudies. De onderneming mag bovenop de steun op basis van de AGVV voor dezelfde kosten geen de-minimissteun meer ontvangen. In het geval dat het zou gaan om andere kosten, dan kan mogelijk nog wel de-minimissteun worden verleend. 

Plafond

Voorheen kon de reguliere de-minimis en de DAEB de-minimis worden gecumuleerd tot het plafond van de DAEB-de minimisverordening. Dit is sinds 2024 veranderd. Inmiddels geldt op grond van de huidige DAEB de-minimisverordening dus geen dergelijk plafond voor de cumulatie meer. Een overheid mag dus het maximum aan DAEB de-minimissteun verstrekken (€750.000,-) gezamenlijk met het maximum van de reguliere de-minimissteun (€300.000,-). Voor een periode van drie jaar kan de gecumuleerde steun tot €1.050.000,- oplopen. 

Reguliere de-minimissteun mag ook worden gecumuleerd met steun gebaseerd op de AGVV, mits de steunintensiteit die in de AGVV is voorgeschreven, niet wordt overschreden.  

Meer informatie

Vrijstellingsmogelijkheden, Europa Decentraal

DAEB en staatssteun, Europa Decentraal