Introductie
Het Hof geeft in deze uitspraak uitleg over de invulling van immateriële schade in de AVG. Hierbij merkt het Hof op dat het aanbieden van excuses een passende vorm van schadevergoeding bij immateriële schade is, mits de daadwerkelijke schade door deze vorm van schadevergoeding volledig wordt vergoed. Verder overweegt het Hof dat beweegredenen van verwerkingsverantwoordelijken niet worden meegewogen bij de schadevergoedingsbepaling van artikel 82 AVG, en dat artikel 82 AVG een compenserende functie heeft.
Zaak
Zaak C-507/23, A tegen Patērētāju tiesību aizsardzības centrs, ECLI:EU:C:2024:854
Beleidsdossier
Feiten en prejudiciële vragen
De Letse autoriteit voor de bescherming van consumentenrechten (hierna: PTAC) heeft verschillende websites en video’s verspreid, waarop de verzoeker van het geding te zien is. De PTAC had hiervoor geen toestemming van de verzoeker gevraagd. De verzoeker stelde dat hierdoor zijn reputatie als journalist is aangetast en hij in een negatief licht werd gesteld. Daarom vroeg de verzoeker om excuses van de PTAC en een vergoeding van € 2000,- voor de immateriële schade die hij door de verspreiding van de websites en video’s heeft geleden. De hoogste Letse bestuursrechter stelde drie prejudiciële vragen aan het Hof betreffende immateriële schade in de AVG:
- Moet artikel 82 AVG zodanig worden geïnterpreteerd dat ook immateriële schade recht kan geven op schadevergoeding, zelfs als deze niet ernstig is?
- Kan het aanbieden van excuses gelden als een compensatiemiddel voor immateriële schade, mits deze voldoende effectief is?
- Mag de intentie of motivatie van de verantwoordelijke bij een datalek worden meegenomen in de beoordeling van de schadevergoeding?
Beantwoording van de vragen door het Hof
Het Hof bevestigd in de beantwoording van de eerste prejudiciële vraag dat de criteria uit het arrest Österreichische Post ook van toepassing zijn op immateriële schade. Een inbreuk op de AVG zelf levert geen immateriële schade op en geeft geen automatisch recht op schadevergoeding in de zin van artikel 82 lid 1 AVG. Ook bij immateriële schade moet er een causaal verband bestaan tussen de geleden (immateriële) schade en de inbreuk op de AVG. Het Hof bevestigde in Österreichische Post dat immateriële schade niet een bepaalde mate van ernst moet bereiken om als schade onder artikel 82 lid 1 AVG te gelden.
Met betrekking tot de tweede prejudiciële vraag oordeelt het Hof dat het aanbieden van excuses een passende vorm van immateriële schadevergoeding kan zijn. Dit geldt vooral in situaties waar het onmogelijk is om de toestand van vóór het ontstaan van de schade te herstellen. Het aanbieden van excuses is alleen een passende vorm voor de vergoeding van de niet-vaststelbare immateriële schade, indien het in overeenstemming is met de Unierechtelijke beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid. In het kader van doeltreffendheid is vooral van belang dat het aanbieden van excuses in het nationale recht een volledige vergoeding van de daadwerkelijke schade biedt. Artikel 82 van de AVG sluit niet uit dat het aanbieden van excuses een opzichzelfstaande of aanvullende vorm van vergoeding voor immateriële schade kan zijn. De vergoeding moet de immateriële schade als gevolg van een inbreuk op de AVG volledig kunnen compenseren. Het is aan de nationale rechter om dit te beoordelen op basis van de specifieke omstandigheden van het geval.
Wat betreft de omvang van de financiële schadeomvang oordeelt het Hof dat nationale rechters interne regels moeten opstellen die de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid in acht nemen. Bij niet-ernstige inbreuken is een geringe schadevergoeding voldoende, mits het lage bedrag daarvan de schade volledig kan vergoeden.
Bij de derde prejudiciële vraag oordeelt het Hof dat de beweeggronden van de verwerkingsverantwoordelijke niet mogen worden meegewogen bij het bepalen van een lagere schadevergoeding. De schadevergoedingsbepaling van artikel 82 lid 1 AVG heeft namelijk een strikt compenserend karakter. Het Hof merkt op dat in artikel 83 en considerans 148 uit de preambule van de AVG bij administratieve geldboetes wél rekening wordt gehouden met de beweegredenen van een verwerkingsverantwoordelijke. Omdat dergelijke aanwijzingen ontbreken in artikel 82 AVG en de preambule van de AVG, concludeert het Hof dat de beweeggronden van een verwerkingsverantwoordelijken niet in de schadevergoeding meewegen.
Decentrale relevantie
De AVG verbindt iedere verwerking van persoonsgegevens aan verwerkingsverantwoordelijken, die de doelen en middelen van de verwerking bepalen. Soms werkt een verwerkingsverantwoordelijke samen met een verwerker die de verwerking uitvoert. Decentrale overheden kunnen zowel verwerkers als verwerkingsverantwoordelijken zijn. Op grond van artikel 82 lid 1 van de AVG kunnen verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers worden aangesproken voor schade die zij hebben veroorzaakt. Van belang voor decentrale overheden is hierbij dat hun beweeggronden voor de verwerking in een eventuele schadevergoedingsprocedure onder artikel 82 AVG niet worden meegewogen. Verder is het aan de nationale rechter om de omvang en de vorm van schadevergoeding te bepalen. Bij immateriële schade waar de toestand vóór het ontstaan van de schade niet herstelbaar is, is het aanbieden van excuses door de verwerkingsverantwoordelijke een mogelijke vorm van schadevergoeding.
Meer informatie
Zaak C-507/23
KED, Digitale overheid
Eurrest Österreichische Post