Praktijkvraag

Laatste update: 27 augustus 2024

Door:


Krijgen decentrale overheden te maken met Europese regelgeving voor elektrisch vervoer? Komt er bijvoorbeeld een verplichting om laadpalen aan te leggen of mogelijk te maken?
Antwoord in het kort

Ja, er zijn Europese verplichtingen om elektrisch vervoer te bevorderenDe Europese Commissie wil dat in 2050 de uitstoot van fijnstof en CO2 met 90% is afgenomen. Om dit doel te bereiken zijn in 2050 ongeveer 1 miljoen laadpalen en stations nodig in heel Europa.  

Globale doelstelling: Klimaatneutraliteit

Het doel van de Europese Commissie is Europa klimaatneutraal in 2050. Dit staat beschreven in de mededeling over de Europese Green Deal uit 2020. De Commissie heeft het beleidsvoornemen om in 2050 klimaatneutraal te zijn wettelijk verankerd met de Europese klimaatwet. Deze is aangenomen in 2021 en stelt, naast het doel voor 2050, een tussentijdse doelstelling van 55% emissiereductie voor 2030 vast en biedt ruimte om een doelstelling voor 2040 nader te bepalen.

Doelstelling vervoersemissies & elektrisch vervoer 2025

In de Green Deal staat dat de vervoersemissies met 90% moeten afnemen. Dit is één van de noodzakelijke maatregelen om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Zowel het vervoer over de weg, per spoor, de luchtvaart en de scheepvaart moeten aan de vermindering bijdragen. De Commissie verwacht dat er in 2025 13 miljoen emissievrije en emissiearme voertuigen rijden op de Europese wegen. Het gaat om auto’s die rijden op elektriciteit of waterstof. In 2025 zijn er daarom ongeveer 1 miljoen openbare oplaad- en tankstations nodig zijn, zo staat in de Green Deal. In het Nederlandse regeerakkoord van 2017 was al opgenomen dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos moeten zijn. 

Vervoervoorstellen uit de Green Deal

De Verordening betreffende infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (Alternative Fuel Infrastructure Regulation (AFIR, Verordening 2023/1804)  verplicht lidstaten om beleid te maken voor het aanleggen van infrastructuur voor elektrische auto’s in stedelijke gebieden. De Europese Commissie wil met subsidies stimuleren dat ook in landelijke gebieden voldoende openbare oplaadpunten en tankstations worden aangelegd. Dit is aangekondigd in de Green Deal. Het gaat speciaal om de aanleg van laadpalen in dunbevolkte gebieden en het faciliteren van reizen over lange afstanden.  Ook de nieuwe TEN-T Verordening (Verordening 2024/1679) is in dit kader relevant.

Huidige regels plaatsen van laadpalen

Nu bestaan er enkele verplichtingen voor het aanleggen van oplaad- en tankstations voor emissievrije (of emissiearme) auto’s op grond van Europese regels. Zo is in de EuropeseVerordening alternatieve brandstoffen vastgelegd dat lidstaten moeten zorgen voor een passend aantal publiek toegankelijke oplaadpunten. Het aantal oplaadpunten per lidstaat moet worden bepaald aan de hand van een aantal factoren (artikel 3 en 4 AFIR): 

  • Het aantal elektrische voertuigen dat is ingeschreven op het grondgebied van de lidstaat; en
  • Aanbevelingen en beste praktijken van de Europese Commissie.  

In Nederland is de Europese Alternatieve brandstoffen Richtlijn, de voorganger van AFIR, via het Besluit infrastructuur alternatieve brandstoffen uit 2017 ingevoerd. Hierin is onder andere het beleidskader infrastructuur voor alternatieve brandstoffen aangekondigd. Daarin staat dat Nederland streefde naar ruim 25.000 publiek toegankelijke laadpunten per 2020. Hierin richtte men zich op landsdekkende laadinfrastructuur en werd de focus op de gebieden in en rond Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Brabantstad gelegd. Het doel voor 2020 werd gehaald en in mei 2021 stond het aantal publieke laadplaatsen op iets meer dan 44.000, met name in de randstad. Op grond van artikel 14 van de AFIR moet er voor het einde van 2024 een nieuw beleidskader zijn.

Laadpalen bij gebouwen

Om het particulier gebruik van elektrische voertuigen te stimuleren zijn in Europese Richtlijn 2024/1275 betreffende de energieprestatie van gebouwen ook verplichtingen opgenomen voor de installatie van oplaadpunten bij gebouwen. Voorbeelde van relevante bepalingen hieruit zijn:

  • Als er meer dan vijf parkeerplaatsen aanwezig zijn, moet er minstens één op de vijf parkeerplaatsen een oplaadpunt hebben. Dit geldt voor nieuwe niet-residentiële gebouwen, of gebouwen die gerenoveerd worden. Andere parkeerplaatsen moeten over de faciliteiten beschikken om indien nodig snel oplaadpalen te kunnen plaatsen; of
  • Voor gebouwen die niet voor bewoning bestemd zijn en meer dan twintig parkeerplaatsen hebben, zorgen de lidstaten uiterlijk op 1 januari 2027 voor de installatie van ten minste één laadpunt per tien plaatsen of leidingen om voor tenminste de helft van de plekken elektrische laadpunten later mogelijk te maken.
  • Als het gaat over een gebouw dat door de overheid wordt gebruikt, of in bezit is van de overheid is er een extra vereiste: de helft van de parkeerplaatsen moet geschikt zijn voor het plaatsen van laadpalen voor snel opladen. Deze doelstelling zou behaald moeten worden tegen 1 januari 2033.

Meer informatie

Vervoer, Kenniscentrum Europa Decentraal
CO2 reductie & emissiehandelssysteem, Kenniscentrum Europa Decentraal