Europees recht en beleid

Laatste update: 18 juli 2023

Contact:


Toezicht en naleving lidstaat

Wanneer de Europese Commissie constateert dat een lidstaat Europees recht overtreedt, spreekt Europa de Rijksoverheid hierop aan. De Commissie kan de lidstaat voor het Hof van Justitie van de Europese Unie dagen. Dit is de zogenaamde inbreukprocedure. Volgens artikel 258 VWEU kan de Commissie, wanneer deze van oordeel is dat een lidstaat een verdragsverplichting heeft geschonden, na een met redenen omkleed advies uitgebracht te hebben een zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie. Volgens artikel 260 VWEU kan het Hof daarna vaststellen dat de lidstaat in kwestie niet de op hem rustende verplichtingen is nagekomen, waarna de lidstaat gehouden is de nodige maatregelen te treffen om het arrest van het Hof uit te voeren. Als dit niet gebeurt, kan het Hof een dwangsom opleggen.

Toezicht op decentrale overheden

Wanneer lagere overheden Europese regels niet naleven, kan de Rijksoverheid deze overheden aanpakken. Om hen te kunnen dwingen meer werk te maken van de toezicht en naleving van Europees recht, is de wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten (Wet NErpe) aangenomen. De wet voorziet in een aantal instrumenten waarmee het Rijk de naleving van het Europese recht door publieke entiteiten kan bevorderen.

De instrumenten en de wet NErpe

Het Rijk heeft instrumenten om te zorgen dat publieke entiteiten (waaronder decentrale overheden) het Europees recht naleven. Een minister kan een lagere overheid tot actie verplichten als schending van Europees recht plaatsvindt (dreigt). Een schending kan plaatsvinden wanneer decentrale overheden onterecht Europese subsidies hebben verkregen of wanneer zij Europese aanbestedingsregels niet juist hebben nageleefd. Er zijn twee instrumenten die verdere uitleg behoeven, namelijk:

  • de aanwijzingsbevoegdheid;
  • de bevoegdheid van verhaalsrecht.

Aanwijzingsbevoegdheid

De aanwijzingsbevoegdheid (artikelen 2 en 3 wet NErpe) houdt in dat wanneer een publieke entiteit niet (of onjuist) aan de Europese regels voldoet, een aanwijzing kan worden gegeven dat daar alsnog binnen een bepaalde termijn aan moet worden voldaan. Deze aanwijzing voor betere toezicht en naleving wordt gegeven door de betrokken minister.

Wordt de aanwijzing niet opgevolgd, dan kan de minister namens en op de kosten van de publieke entiteit er in voorzien dat daaraan alsnog gevolg wordt gegeven, door middel van publiek- en privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen. Dit blijkt uit artikel 5 van de wet NErpe. Tegen een aanwijzing kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Verhaalsrecht

De Europese Unie houdt de Nederlandse staat altijd aansprakelijk voor schendingen van Europees recht, of die schending nu is gepleegd door het Rijk of door decentrale overheden. In artikel 7 wet NErpe krijgt het Rijk/de betrokken minister de mogelijkheid om een boete of dwangsom die haar door de Europese Unie of een andere EU-lidstaat is opgelegd voor het niet opvolgen van een Europese verplichting te verhalen op de decentrale overheid die de regels geschonden heeft.

De minister heeft deze mogelijkheid wanneer de betalingsverplichting het gevolg is van een verzuim van deze entiteit. Hetzelfde geldt ook voor de terugbetaling van een Europese subsidie. Bij een besluit tot verhaal bestaat er wel de mogelijkheid om in beroep te gaan overeenkomstig de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht.

Verhouding met andere (toezichts)instrumenten

De hierboven genoemde instrumenten zijn uiterste middelen voor toezicht en naleving van Europese regels, zoals in de Memorie van Toelichting bij de wet NErpe te lezen valt. Door het ingrijpende karakter is het van belang dat de toepassing ervan zorgvuldig wordt voorbereid. Uitgangspunt is dat de betrokken minister de instrumenten pas hanteert nadat is gebleken dat met de beleidsmatige instrumenten informatievoorziening, voorlichting en (ambtelijk en bestuurlijk) overleg niet het gewenste resultaat wordt bereikt.

Volgens de Memorie van Toelichting streeft het Rijk er altijd naar om publieke entiteiten beter in staat te stellen het Europees recht na te leven door het verstrekken van informatie of het geven van voorlichting.

Instrumenten uit de Gemeentewet en Provinciewet

Instrumenten die voortvloeien uit de Gemeentewet en Provinciewet hebben voorrang op instrumenten uit de Wet NErpe. Dit betekent dat bij een schending van het Europees recht door een provincie of gemeente voorrang wordt gegeven aan de generieke toezichtinstrumenten van schorsing, vernietiging en indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing. Alleen als deze instrumenten tekort schieten, kan de betrokken minister een aanwijzing geven of verhaalsrecht inroepen.

Toezicht op en naleving van EU-instellingen

Tegen besluiten van de instellingen van de EU is een ruime verscheidenheid aan acties beschikbaar. De belangrijkste directe acties op het gebied van toezicht en naleving tegen EU-instellingen zijn:

  • beroep tot nietigverklaring van Europese regels (art. 263 en 264 VWEU);
  • beroep tot schadevergoeding (art. 268 en 340 VWEU).

Ook zijn er indirecte mogelijkheden om de rechtmatigheid van besluiten van Europese instellingen door het Hof te laten toetsen. Dit kan door:

  • het inroepen van zogenoemde exceptie van onwettigheid (art. 277 VWEU);
  • of door middel van het stellen van een prejudiciële geldigheidvraag voor de nationale rechter (art. 267 VWEU).

(Bron: Europees recht- Algemeen deel. Sinds het Verdrag van Lissabon, W.T. Eijsbouts, J.H. Jans, L.A.J. Senden en A. Prechal, Europe Law Publishing Groningen 2010, p. 302 ev.)