Praktijkvraag

Laatste update: 2 september 2024

Door:


Bij ons in de provincie heeft een groot aantal agrariërs als gevolg van een rupsenplaag schade aan hun gewassen geleden. De provincie wil de getroffen agrariërs helpen door financiering te verschaffen voor de bestrijding van de plaag en voor het herstel van geleden schade. Past dergelijke financiële steun binnen de Europese staatssteunregels?
Antwoord in het kort

Ja, de Europese staatssteunregels bieden hiertoe mogelijkheden. Allereerst kan de landbouw de-minimisverordening worden toegepast. Daarnaast biedt de Landbouwvrijstellingsverordening (LVV) mogelijk uitkomst. Verder kan, indien de eerste twee opties geen soelaas mochten bieden, wellicht steun worden verleend op basis van de richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden. Deze drie opties worden in deze praktijkvraag verder uitgewerkt.

Landbouw de-minimisverordening

Op grond van de landbouw de-minimisverordening kunnen decentrale overheden ondernemingen die actief zijn in de ‘primaire productie van landbouwproducten’ (art.1, lid 1) over een periode van drie belastingjaren tot € 20.000 aan steun verstrekken zonder dat er sprake is van staatssteun. Van de-minimissteun hoeft men dan ook geen melding of kennisgeving te doen bij de Europese Commissie. Belangrijk om in de gaten te houden is dat het de-minimisplafond per onderneming geldt. En dat voor de berekening ervan alle landbouw de-minimissteun die een onderneming over een periode van drie belastingjaren van overheden ontvangt bij elkaar moet worden opgeteld.

Landbouwvrijstellingsverordening (LVV)

Indien de door de agrariërs geleden schade het landbouw de-minimisplafond overschrijdt, kan mogelijk van de LVV gebruik worden gemaakt. Staatssteun die voldoet aan de voorwaarden uit de LVV is verenigbaar met de interne markt en hoeft niet bij de Europese Commissie te worden aangemeld. Decentrale overheden kunnen met een zogeheten kennisgeving volstaan. In deze casus zijn de artikelen 26 en 37 uit de LVV waarschijnlijk het meest relevant. Hieronder worden deze verder uitgewerkt.

1.     Kwalificeert een rupsenplaag als een ‘natuurramp’ in de zin van de LVV?

Op basis van artikel 37 LVV kan steun worden verstrekt voor het herstel van schade als gevolg van natuurrampen in de landbouwsector. Een rupsenplaag lijkt echter niet als ‘natuurramp’ in de zin van de LVV te kwalificeren. Natuurrampen kunnen, zo volgt uit artikel 2, lid 38, LVV namelijk de volgende verschijningsvormen aannemen: ‘aardbevingen, lawines, grondverschuivingen en overstromingen, tornado’s, orkanen, vulkaanuitbarstingen en natuurbranden van natuurlijke oorsprong’.

2.     Kwalificeert een rupsenplaag als een ‘plantenplaag’ in de zin van de LVV?

Op grond van artikel 26 LVV kan, onder meer, steun aan een landbouwonderneming worden verleend voor de bestrijding van plantenplagen en voor het herstel van de schade die erdoor wordt veroorzaakt. De LVV definieert het begrip ‘plantenplaag’ als ‘schadelijke organismen als omschreven in artikel 1, lid 1 en 2, van Verordening (EU) 2016/2031’. Artikel 1, lid 1 en 2, van Verordening (EU) 2016/2031 verwijst daarbij naar een lijst die op grond van artikel 4 lid 1 van Verordening 1143/2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten wordt vastgesteld. Die lijst bevat een overzicht van fytosanitaire risico’s die onder het toepassingsbereik vallen en is te vinden in Verordening (EU) 2016/1141.

Aangezien rupsen dieren zijn die schadelijk kunnen zijn voor planten, kunnen zij waarschijnlijk als ‘plantenplaag’ in de zin van de LVV worden aangemerkt. Indien de steun die de provincie voornemens is te verstrekken aan alle voorwaarden uit artikel 26 LVV voldoet, zou van dit artikel gebruik kunnen worden gemaakt en kan 100 % van de in aanmerking komende kosten worden vergoed om agrariërs te helpen de plaag te bestrijden en de schade die erdoor is veroorzaakt te herstellen (art. 26, lid 7 e.v.).

Richtsnoeren staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden

Daarnaast kan ook op grond van de richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden steun worden verleend voor de bestrijding van plantenplagen en het herstel van de schade die erdoor wordt veroorzaakt. Verschil met de LVV is dat steun op basis van de richtsnoeren moet worden aangemeld bij de Commissie alvorens deze ten uitvoer mag worden verleend.

Samenvattend

De provincie kan, in overeenstemming met de Europese staatssteunregels, agrariërs die schade ondervinden van een rupsenplaag financieel ondersteunen. Hiertoe kan, zoals uiteengezet, mogelijk van de landbouw de-minimisverordening gebruik worden gemaakt. Daarnaast biedt de LVV mogelijkheden om steun te verlenen voor de bestrijding van plantenplagen en het herstel van de schade die erdoor is veroorzaakt. Tot slot bieden ook de richtsnoeren staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden mogelijkheden om de door de provincie voorgenomen steun rechtmatig te verlenen. Steun op basis van de richtsnoeren moet wel bij de Commissie worden aangemeld hetgeen meer administratieve lasten met zich meebrengt.

Bronnen

Landbouw de-minimisverordening, Europese Commissie
Landbouwvrijstellingsverordening, Europese Commissie
Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector
en in plattelandsgebieden (2022/C 485/01), Europese Commissie

Meer informatie

Landbouw, Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Kennisgevingsprocedure, Procedures staatssteun, Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Landbouwvrijstellings­verordening, Kenniscentrum Europa Decentraal