Gedragsregels Markt en Overheid
Overheid als marktpartij, Rijksoverheid
Decentrale overheden die economische activiteiten verrichten moeten zich houden aan de gedragsregels Markt en Overheid, die zijn opgenomen in de Mededingingswet. Deze regels vullen de Europese mededingingsregels aan. De Wet Markt en Overheid is op 1 juli 2012 in werking is getreden. Sinds 1 juli 2014 geldt deze wet zowel voor bestaande activiteiten als voor nieuwe activiteiten.
De Wet Markt en Overheid bevat vier gedragsregels, die een gelijk speelveld tussen overheden en ondernemingen moeten creëren:
De Wet Markt en Overheid bevat nationale regels voor decentrale overheden die zich op de lokale markt begeven. Onder wet- en regelgeving leest u hier meer over.
De gedragsregels uit de Wet Markt en Overheid zijn niet van toepassing op economische activiteiten die worden uitgevoerd in het algemeen belang (artikel 25h lid 5 Mw). Uit de evaluatie van de Wet Markt en Overheid in 2016 bleek dat overheden regelmatig gebruik maken van deze uitzondering op de gedragsregels. Overheden motiveren het algemeen belang besluit echter niet altijd voldoende. Daarnaast bleek dat ondernemingen niet genoeg betrokken worden bij het besluitvormingsproces. In het Regeerakkoord van 2017 is daarom het voornemen opgenomen de Wet Markt en Overheid in ieder geval op deze punten aan te scherpen. Om een gat tussen het vervallen van de wet en de inwerkingtreding van een nieuw wetsvoorstel te voorkomen, is ervoor gekozen de wet te verlengen. Het besluit van 24 maart 2021 verlengt de werkingsduur van de gedragsregels voor overheidsinstanties tot 1 juli 2023.
Staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat heeft de wijziging van de Wet Markt en Overheid voorgelegd aan de ministerraad. Het wetsvoorstel is na goedkeuring door de ministerraad in maart 2021 naar de Raad van State gestuurd voor advies. Zodra de Raad van State haar advies naar de Tweede Kamer stuurt, wordt de tekst van de wetswijziging openbaar gemaakt. Het is dus nog niet duidelijk welke wijzigingen de wet precies Meer informatie leest u in dit bericht.
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
Overheid als marktpartij, Rijksoverheid
De voorziene wetswijziging van de Wet Markt en Overheid (Wet M&O) laat nog op zich wachten. In de tussentijd is de huidige wet verlengd tot 1 juli 2023. Dit betekent dat de huidige gedragsregels voor overheden uit de Wet M&O voorlopig nog van kracht blijven. Mogelijk bepaalt de voorziene wetswijziging dat de gedragsregels permanent geldig worden. Lees het volledige bericht
Per 1 juli is de werkingsduur van de regels van de Wet Markt & Overheid twee jaar verlengd tot 1 juli 2021. Overheidsorganisaties die economische activiteiten verrichten moeten zich daarom nog steeds aan de Wet Markt & Overheid houden. De reden voor de verlenging van de regels is dat de geplande wijziging van de Wet Markt & Overheid niet voor de eerdere vervaldatum doorgevoerd kon worden. Lees het volledige bericht
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) heeft afgelopen december uitspraak gedaan in twee zaken over de Wet Markt & Overheid. De algemeen belang besluiten van de gemeenten zijn hierbij vernietigd. De betrokken gemeenten krijgen wel de mogelijkheid een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de aanwijzingen in de uitspraak. Decentrale overheden die besluiten een economische activiteit zelf uit te oefenen wegens redenen van algemeen belang doen er goed aan van de conclusies van de arresten kennis te nemen, voordat ze het algemeen belang besluit vaststellen.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is voornemens de werking van de gedragsregels voor de overheid in de Mededingingswet met twee jaar te verlengen tot 1 juli 2021. Dit blijkt uit een Kamerbrief die Staatssecretaris Keijzer naar de Tweede en Eerste kamer heeft gestuurd. Momenteel zijn de gedragsregels geldig tot 1 juli 2019. De reden voor de verlenging van de regels is dat de geplande wijziging van de Wet Markt & Overheid niet voor de huidige vervaldatum doorgevoerd zal worden. Lees het volledige bericht
Vrijdag 1 september is het wetsvoorstel voor een gewijzigde Wet markt en overheid voor consultatie open gesteld. Met het wetsvoorstel wordt de algemeenbelanguitzondering in de wet markt en overheid (hoofdstuk 4b Mededingingswet) aangescherpt via motiveringseisen, komt er meer inspraak voor ondernemers en een verplichte periodieke evaluatie van gemaakte uitzonderingen.
Op 14 november 2016 heeft de minister aan de Tweede Kamer een ontwerpbesluit aangeboden voor verlenging van de werkingsduur van de gedragsregels voor de overheid in de Mededingingswet.
Volgens de Autoriteit Consument en Markt (ACM) zijn de pasfotohokjes die in zeven stadsdeelkantoren van de gemeente Amsterdam staan, niet in strijd met de Wet Markt en Overheid (Wet M&O). De gemeente brengt voor deze dienstverlening de integrale kostprijs in rekening, aldus de ACM.
Op 3 juni 2016 stuurde minister Kamp van Economische Zaken (EZ) de evaluatie van de Wet Markt en Overheid (MenO) met een reactie naar de Tweede Kamer. Uit de evaluatie blijkt dat de Wet MenO heeft bijgedragen aan het creëren van gelijkere concurrentieverhoudingen, maar dat er vanuit de optiek van de markt nog veel problemen blijven bestaan. Samenvattend is de bijdrage van de wet aan deze doelstelling daarom suboptimaal.
Steun voor de aanleg van infrastructuur voor recreatief gebruik in de jachthaven van Leixões (Portugal) houdt geen staatssteun in. Dit oordeelde de Commissie in een in februari 2016 verschenen besluit. De steun heeft volgens de Commissie namelijk hooguit een marginaal effect op het handelsverkeer tussen de lidstaten. Steun voor de aanleg van een cruiseschip terminal leverde volgens de Commissie wel, overigens verenigbare, staatssteun op.
Lees het volledige bericht
Het Europees Parlement beveelt de Europese Commissie onder andere aan nationale standaarden binnen het Trade in Services Agreement (TiSA) niet te verlagen. Het rapport met aanbevelingen dat het Europees Parlement afgelopen maandag 18 januari 2016 de Europese Commissie over het Trade in Services Agreement (TiSA) heeft overhandigd, is met een ruime meerderheid goedgekeurd. Deze aanbevelingen moeten dienen als leidraad voor de Europese Commissie die namens de Europese Unie over dit verdrag onderhandelt.
Lees het volledige bericht
Eind december 2015 heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een besluit gepubliceerd waarin zij tot de conclusie komt dat de gemeente Cuijk in overtreding is vanwege het aanbieden van gratis ligplaatsen voor recreatieboten. Als de gemeente Cuijk de ligplaatsen wil blijven aanbieden, dan moet de gemeente voor de berekening van de tarieven voor de ligplaatsen tenminste de integrale kostprijs in acht nemen.
Lees het volledige bericht
Handreiking Wet markt en overheid
Memorie van Toelichting Mededingingswet
De overheid als ondernemer: inwerkingtreding Wet Markt en Overheid
Evaluatie Wet Markt en Overheid 2012-2015
‘De tijdelijke regeling van en het toezicht op marktactiviteiten door overheden: een uitdagende opgave’, B. Lejeune. Tijdschrift voor Staatssteun, november 2011, p. 95-102
‘De Wet Markt & Overheid: Over de bevoordeling van overheidsbedrijven en de mogelijkheid om de gedragsregels niet te hoeven naleven’, E.A. van de Kuilen en D. van Tilborg. De Gemeentestem, 2 augustus 2011, p 372-383
Hogenhuis, P.A.E.M., & Jonkers, P. (2014). De overheid als ondernemer. Tijdschrift voor Staatssteun, (2), p. 45-47. Dit artikel is verschenen naar aanleiding van de bijeenkomst ‘De overheid als ondernemer, Europese en nationale regels’ op 11 februari 2014. De organisatie was in handen van Europa decentraal, de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
De wet Markt en Overheid bevat nationale regels voor decentrale overheden die zich op de lokale markt begeven. De wet moet oneerlijke concurrentie voorkomen wanneer overheden marktactiviteiten ondernemen. Een marktverstoring hoeft niet per se grensoverschrijdend te zijn, maar kan ook nationaal zijn. De Europese mededingingsregels zijn hier dan niet op van toepassing.
Ondernemingen kunnen op grond van deze wet hun beklag doen bij de ACM over (decentrale) overheden die concurrentievervalsende commerciële activiteiten ondernemen. De ACM heeft de bevoegdheid onderzoek te doen naar klachten over de overtreding van de gedragsregels. Wanneer de ACM een overtreding constateert, kan zij een dwangsom of boete opleggen.
De wet bevat gedragsregels voor overheden met betrekking tot:
De doelstelling van de wet is om zo gelijk mogelijke concurrentieverhoudingen te creëren tussen overheden en particuliere ondernemingen. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke publieke taak van de overheid. Door toepassing van de gedragsregels moeten overheden meer oog krijgen voor de mededingingsaspecten van overheidsmaatregelen. De wet Markt en Overheid is opgenomen in de Mededingingswet.
De gedragsregels kennen vier uitgangspunten:
De gedragsregels zijn van toepassing op overheidsorganisaties. Hieronder worden verstaan:
Deze overheidsorganisaties moeten een economische activiteit verrichten of laten verrichten door een aan hen gerelateerd overheidsbedrijf. Een economische activiteit is het aanbieden van goederen of diensten aan derden op de markt. Een overheid kan haar publieke taak uitvoeren door middel van economische activiteiten. Als dit leidt tot concurrentievervalsing kan dat worden gerechtvaardigd door het publiek belang dat met het verrichten en financieren van de activiteiten is gemoeid. De wet Markt en Overheid zondert daarom financiering in het publieke belang uit van de gedragsregels.
Economische activiteiten ten behoeve van andere overheden zijn uitgezonderd van de gedragsregels. Ook worden er in artikel 25h uitzonderingen gemaakt voor bepaalde sectoren:
De reden voor deze uitzonderingen is dat publiekrechtelijke en privaatrechtelijke organisaties in deze sectoren naast elkaar opereren.
De wet heeft raakvlakken met onder andere staatssteun en aanbesteden. Hierop wordt ingegaan in de paragrafen 2.1.3 en 5.1 van de Memorie van Toelichting (MvT).
De wetgever heeft aangegeven dat de staatssteunregels er deels voor kunnen zorgen dat oneerlijke concurrentie wordt voorkomen. De staatssteunregels bieden bepaalde uitzonderingen waardoor steun niet als staatssteun kan worden aangemerkt, omdat het de Europese markt niet of nauwelijks verstoord terwijl de nationale mededinging wel wordt beïnvloed.
Voorbeelden hiervan zijn verschillende vormen van de-minimissteun of steun die niet met staatsmiddelen wordt gefinancierd. De gedragsregels gelden dan ook alleen indien geen sprake is van staatssteun in de zin van art. 107 lid 1 VWEU.
De Mededingingswet (art. 25h lid 2) maakt een uitzondering voor quasi-inbestedingen. Deze is van toepassing op leveringen van goederen en diensten door bestuursorganen aan andere bestuursorganen of overheidsbedrijven, bestemd voor de uitvoering van hun publiekrechtelijke taak.
Ook voor Diensten van Algemeen Belang (DAB) wordt een uitzondering gemaakt op de gedragsregels. Decentrale overheden kunnen deze DAB aanwijzen. Hierbij moet het lokale bedrijfsleven wel genoeg mogelijkheden hebben om ten aanzien van dit publieke belang inspraak te geven. Decentrale overheden dienen het publieke belang duidelijk te motiveren, om te voorkomen dat zij marktactiviteiten die buiten de publieke taak vallen als DAB benoemen.
De Eerste Kamer heeft de regering verzocht om te monitoren wat voor activiteiten door (decentrale) overheden nu als dienst van algemeen belang worden aangemerkt.
Minister Verhagen heeft aangegeven dat een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) in voorbereiding is, die een technische uitwerking geeft aan de wijze waarop kosten van marktactiviteiten moeten worden doorberekenend. De Raad van State en het parlement zijn hierover geconsulteerd. De minister heeft ook toegezegd in het kader van de wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek een juridische grondslag te bieden om concurrentievervalsing door hoger onderwijsinstellingen tegen te gaan.
De Eerste Kamer heeft in het kader van de evaluatie van de nieuwe artikelen in de Mededingingswet aan de regering gevraagd om een overzicht te bieden over de effectiviteit van rechtsbescherming voor MKB-bedrijven bij de bestuursrechter.
Op 3 juni 2016 stuurde minister Kamp van Economische Zaken (EZ) de evaluatie van de wet Markt en Overheid met een beleidsreactie naar de Tweede Kamer. Hieruit blijkt dat de wet heeft bijgedragen aan het creëren van gelijkere concurrentieverhoudingen, maar dat er vanuit de optiek van de markt nog veel problemen blijven bestaan. De evaluatie biedt ruimte voor het bespreken van de toekomst van deze wet. Vooralsnog is de looptijd tot 1 juli 2017, maar minister Kamp heeft voorgesteld de wet ook na 1 juli 2017 te behouden.
De minister heeft op 14 november 2016 een ontwerpbesluit voor verlenging van de werkingsduur van de gedragsregels voor de overheid in de Mededingingswet aan de Tweede Kamer gestuurd. Verder heeft de minister in de kamerbrief aangegeven dat hij de algemeen belang uitzondering wil aanscherpen en de toepassing van de wet Markt en Overheid wil verbeteren. Voor de inhoudelijke aanpassingen van de wet bereidt de minister een wetsvoorstel voor.