De vraag of er sprake is van staatssteun is afhankelijk van vijf cumulatieve criteria zoals benoemd in artikel 107 lid 1 VWEU. Dat wil zeggen dat aan alle voorwaarden moet worden voldaan alvorens er sprake is van staatssteun. Decentrale overheden dienen elke steunverlening te toetsen aan deze criteria. Een steunverlening van de overheid die voldoet aan alle criteria kwalificeert als staatssteun. Dit brengt bepaalde verplichtingen voor decentrale overheden met zich mee. De criteria gesteld in artikel 107 lid 1 VWEU zijn:
- de steun wordt verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht;
- de steun wordt door staatsmiddelen bekostigd;
- deze staatsmiddelen verschaffen een economisch voordeel dat niet via normale commerciële weg zou zijn verkregen (non-marktconformiteit);
- de maatregel is selectief: het geldt voor één of enkele ondernemingen, een specifieke sector/regio;
- de maatregel vervalst de mededinging (in potentie) en (dreigt te) leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU.
Meer informatie over de verschillende criteria zijn te vinden op de specifieke webpagina’s.
Het kan soms lastig zijn vast te stellen of aan de criteria voor staatssteun wordt voldaan. De Europese Commissie is de enige instantie die bevoegd is om te bepalen of er wel of geen sprake is van staatssteun. Echter hoeft er bij twijfel lang niet altijd over te worden gegaan tot aanmelding van de steun. Het raadplegen van deze website en onze helpdesk is een goede manier om in eerste instantie na te gaan wat wel en niet mogelijk is.
Uitzonderingen
Mocht er aan alle criteria worden voldaan en er sprake zijn van staatssteun, dan wil dat niet automatisch zeggen dat de steun onverenigbaar is. Er bestaan meerdere vrijstellingen en uitzonderingen op het staatssteunverbod waar gebruik van kan worden gemaakt.
Webinar staatssteun
De vijf staatssteun-criteria, vrijstellingen en uitzonderingen leggen we in de onderstaande webinar ook uit aan de hand van een casus over financiële steun aan een sportvoorziening.