Tijdelijk staatssteunkader Europese Commissie
Op grond van artikel 107(3)(b) van het Verdrag voor de Werking van de EU kunnen lidstaten steun verlenen aan ondernemingen om zo een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen. Per 19 maart 2020 geldt een tijdelijk staatssteunkader in verband met de economische gevolgen van het Coronavirus. Op basis hiervan zijn verschillende nationale steunmaatregelen bij de Commissie aangemeld, waaronder zestien Nederlandse regelingen. Indien gemeenten en provincies zelf willen overgaan tot het doen van een melding/notificatie op basis van dit tijdelijke steunkader, dient er contact te worden opgenomen met het Coördinatiepunt Staatssteun voor Decentrale Overheden van het ministerie van BZK.
Het tijdelijk staatssteunkader
Begunstigden
Maatregelen die gebaseerd zijn op het Tijdelijk staatssteunkader mogen steun verlenen aan zowel het mkb als grote ondernemingen die per 1 januari 2020 met liquiditeits- en krediettekorten kampen door de gevolgen van de COVID-19-uitbraak. Eveneens mag steun worden verleend aan gezonde ondernemingen.
Tijdelijke steunmaatregelen
De Europese Commissie benoemt vijf vormen van steun die op basis van het tijdelijk steunkader kunnen worden verleend. Hieronder worden de belangrijkste vier vormen (voor decentrale overheden) in beknopte vorm besproken.
Steun in de vorm van rechtstreekse subsidies, belastingvoordelen of terugbetaalbare voorschotten
Naast het feit dat liquiditeit verschaft kan worden op grond van artikel 107(3)(c) VWEU is het mogelijk om op basis van het tijdelijk steunkader tijdelijke beperkte steunbedragen (aan zowel grote ondernemingen als mkb’ers) te verlenen die met een plotseling tekort aan of zelfs geen liquiditeit worden geconfronteerd. In feite komt er zo directe funding/liquiditeit voor de onderneming. De Commissie stelt een aantal voorwaarden voor het verlenen van steun in deze situatie:
- De steun dient niet meer te zijn dan € 225.000,- per onderneming in de landbouwsector, € 270.000,- in de visserijsector en € 1,8 miljoen per onderneming werkzaam in andere sectoren (voor 28 januari 2021 was dit respectievelijk € 100.000,- , € 120.000,- en € 800.000,-);
- De steun dient in de vorm van een regeling met een begroting te zijn;
- De steun wordt uiterlijk op 31 december 2021 verleend.
- Enkel gezonde ondernemingen, of ondernemingen die op 31 december 2019 niet al in moeilijkheden verkeerden en die in de problemen zijn gekomen door het coronavirus vallen hieronder.
N.B: Voor steun die wordt verleend in de agricultuur en de landbouw- en visserijsector gelden er specifieke voorwaarden (voor directe steun die onder paragraaf 3.1 van het steunkader wordt gegeven).
Steun in de vorm van garanties voor leningen
Lidstaten kunnen overheidsgaranties bieden voor leningen voor een periode van zes jaar en met het geleende bedrag voor toegang tot liquiditeit zorgen voor ondernemingen die met een plotseling tekort zitten. Een mogelijkheid hiervoor is bijvoorbeeld: het toekennen van een verlaging van de jaarlijkse premie voor nieuwe garanties die worden verleend in overeenstemming met de veilige haven voor kredietmarges. Het minimumniveau voor de garantiepremies is afhankelijk van de grootte van de onderneming en de looptijd van de lening. De percentages zijn terug te vinden in het steunkader.
Steun in de vorm van rentesubsidies voor leningen
Een andere manier voor lidstaten om in toegang tot liquiditeit te voorzien is door middel van gesubsidieerde rentetarieven voor een beperkte periode voor het geleende bedrag. De specifieke geldende percentages zijn ook hier per situatie verschillend en zijn terug te vinden in het steunkader. De leningscontracten worden uiterlijk op 31 december 2021 ondertekend en zijn beperkt tot een duur van zes jaar.
Steun in de vorm van garanties en leningen die worden verstrekt via kredietinstanties of andere financiële intermediairs
Steun in de vorm van overheidsgaranties en verlaagde rentetarieven in overeenstemming met de twee hiervoor besproken vormen kunnen direct worden verleend, via kredietinstanties of andere financiële instanties. Als de steun niet direct wordt verleend gelden er een aantal voorwaarden. Kredietinstanties of andere financiële intermediairs kunnen indirect voordeel krijgen van deze vorm van steun die bedoeld is voor de ondernemingen. Daarom moeten zij ervoor zorgen dat de garanties en leningen zoveel mogelijk bij de ondernemingen terechtkomen. Er moeten overigens wel bepaalde safeguards worden opgenomen om te voorkomen dat er directe steun aan de banken wordt gegeven.
Publieke transparantie en rapportage
Voor individuele steunmaatregelen boven de €100.000 (voor landbouw en visserij boven de €10.000) geldt dat deze binnen twaalf maanden na toekenning bekendgemaakt moeten worden op de uitgebreide staatssteunwebsite of via het IT-instrument van de Commissie. Uiterlijk 31 december 2021 moeten de lidstaten aan de Commissie verslag uitbrengen over de maatregelen die op grond van het tijdelijk kader zijn ingevoerd en goedgekeurd. Er geldt ook een rapportageplicht voor de lidstaten waardoor ze jaarlijks verslag dienen te doen aan de Commissie over verleende steun.
Eerdere wijzigingen
Eerste wijziging
Eerste wijziging
Op 3 april 2020 heeft de Commissie deze regeling op een vijftal punten verder verruimd.
De wijziging van dit steunkader benadrukt het belang om naast het verschaffen van liquiditeit aan ondernemingen ook ondersteuning te bieden aan onderzoek en ontwikkeling en productieprocessen die bijdragen aan de bestrijding van de Covid-19. De wijziging beoogt aanvullende steunmaatregelen te bieden die verenigbaar zijn met artikel 107 lid 3 VWEU op basis van de Covid-19-uitbraak. De aanvullende tijdelijke steunmaatregelen zijn van kracht sinds vrijdag 3 april. Voor december 2020 kijkt de Commissie of de kaderregeling moet worden verlengd.
De volgende vijf maatregelen zijn opgenomen in het kader:
- Meer ondersteuning voor coronavirus-gerelateerd(e) onderzoek en ontwikkeling;
- Meer ondersteuning voor de bouw en verbetering van testfaciliteiten;
- Meer steun voor de productie van producten die relevant zijn voor de aanpak van de uitbraak van coronavirus;
- Gerichte ondersteuning in de vorm van uitstel van belastingbetalingen en/of opschorting van werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid;
- Gerichte ondersteuning in de vorm van loonsubsidies voor werknemers.
Daarnaast zijn er nog een paar kleine wijzigingen doorgevoerd waaronder de cumulatiebepalingen over het combineren van verschillende soorten steun en de mogelijkheden voor directe bevoorschotting. Eveneens zijn een aantal bepalingen nader verduidelijkt.
Tweede wijziging
Tweede wijziging
Op 8 mei 2020 heeft de Europese Commissie een tweede aanpassing vastgesteld van de Tijdelijke kaderregeling.
Met deze tweede wijziging wordt aan lidstaten onder andere de mogelijkheid geboden om liquiditeit te verschaffen in de vorm van herkapitalisatie en achtergestelde schuld, voor ondernemingen die door COVID-19 in moeilijkheden zijn beland. Deze vormen van staatsteun zijn een aanvulling op de reeds bestaande steunmaatregelen op basis van het tijdelijk steunkader en bestaande staatssteunregels.
Herkapitalisatiesteun
De overheidsmaatregelen in het kader van COVID-19 hebben bij veel bedrijven voor een vermindering van inkomen en een verkrimping van het eigen vermogen gezorgd. Door een klein vermogen is het moeilijker voor bedrijven om aan krediet te komen, terwijl zij dat juist op dit moment het hardst nodig hebben. Daarom heeft de Commissie ook het verstrekken van herkapitalisatiesteun mogelijk gemaakt onder het tijdelijk steunkader.
Voorwaarden
Herkapitalisatiesteun is mogelijk onder een vijftal voorwaarden, die het gelijke speelveld van de EU waarborgen:
- Noodzaak, geschiktheid en omvang van de maatregel:
De herkapitalisatiesteun moet een laatste redmiddel zijn wanneer er geen andere steunvormen mogelijk zijn om het bedrijf levensvatbaar te kunnen houden. Redding van het bedrijf moet een gemeenschappelijk belang dienen en de steun is bedoeld om de kapitaalstructuur van het bedrijf te herstellen tot het niveau van voor de virusuitbraak. - Toelating van de staat in het kapitaal van bedrijven en de vergoeding:
De staat moet voldoende worden vergoed voor het verlenen van de steun en het vergoedingsmechanisme moet het bedrijf stimuleren om de aandelen van de staat uit te kopen. - Exit van de staat uit het kapitaal van de betrokken bedrijven:
De staat en de begunstigde moeten een exitstrategie opstellen. Als de exit van de staat bij beursbedrijven langer uitblijft dan zes jaar en bij andere bedrijven zeven jaar, moet een herstructureringsplan voor de begunstigde worden aangemeld bij de Commissie. - Governance:
Er gelden verschillende beperkingen wat betreft het bestuur van het bedrijf. Totdat de staat zich volledig heeft teruggetrokken geldt er een verbod op de uitkering van dividend en terugkoop van aandelen. Daarnaast geldt een verbod op bonussen voor het management totdat 75% van de herkapitalisatie is afbetaald. - Verbod op kruissubsidiëring en verwervingen:
De begunstigde onderneming mag de ontvangen steun niet gebruiken voor geïntegreerde bedrijven die voor 31 december 2019 in moeilijkheden waren. Totdat 75% van de steun is afbetaald mag de begunstigde daarnaast geen belang verwerven van meer dan 10% van zijn concurrenten en marktdeelnemers in dezelfde sector.
Aanmelden
Bij het voldoen aan deze voorwaarden kan een herkapitalisatiesteunregeling of ad-hoc-steun bij de Europese Commissie worden aangemeld. Wanneer een onderneming op grond van een regeling meer dan €250 miljoen aan steun ontvangt, moet deze alsnog individueel worden aangemeld.
Publieke transparantie en rapportage
Voor herkapitalisatiemaatregelen gelden afwijkende regels betreffende de publicatie en rapportage. Binnen drie maanden na het verlenen van de steun in het kader van een steunregeling moet de lidstaat meer informatie publiceren over de identiteit van de begunstigden en het verleende steunbedrag. Grote ondernemingen moeten daarnaast ook zelf rapporteren over hun gebruik van de steun en hoe hierbij de Europese doelstellingen worden nageleefd, in het bijzonder de verplichtingen die voortvloeien uit de groene en digitale transformatie.
Steun in de vorm van achtergestelde leningen
Onder het tijdelijk steunkader was het al mogelijk om senior schuld toe te kennen aan bedrijven om liquiditeit te kunnen verschaffen. Met deze aanpassing wordt het ook mogelijk om tegen gunstige voorwaarden achtergestelde leningen te bieden aan bedrijven in financiële moeilijkheden. Omdat deze leningen ondernemingen aantrekkelijker maken voor investeringen moet er een hogere vergoeding worden gegeven voor de steun en moet het steunbedrag zoveel mogelijk worden beperkt ten opzichte van verleende senior schuld. Als de drempelvoorwaarden worden overschreden (een derde van de senior schuld voor grote ondernemingen en de helft daarvan voor kmo’s), dan moet de steunmaatregel voldoen aan de voorwaarden van herkapitalisatiesteun.
Derde wijziging
Derde wijziging
Op 29 juni 2020 heeft de Europese Commissie een derde wijziging aan het tijdelijk staatssteunkader doorgevoerd.
STEUN AAN MICRO- OF KLEINE ONDERNEMINGEN
De derde wijziging maakt het mogelijk steun te verlenen aan micro- en kleine ondernemingen, ook als deze ondernemingen al op 31 december 2019 in financiële moeilijkheden verkeerden. De micro- of kleine onderneming mag echter niet aan een collectieve insolventieprocedure zijn onderworpen. Daarnaast is het ook niet toegestaan steun te verlenen aan ondernemingen die reeds ontvangen reddingssteun nog niet hebben terugbetaald of aan ondernemingen die herstructureringssteun hebben ontvangen. De definitie van micro- en kleine ondernemingen is te vinden in artikel 2 van bijlage I bij de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.
Voor ondernemingen die niet kwalificeren als micro of klein, geldt het uitgangspunt dat het tijdelijke steunkader alleen van toepassing is op ondernemingen die op 31 december 2019 niet in moeilijkheden verkeerden.
STIMULANSEN VOOR PARTICULIERE INVESTEERDERS
De Commissie heeft ook de voorwaarden voor herkapitalisatiemaatregelen aangepast voor particuliere investeerders. Hiermee hoopt de Commissie op meer particuliere kapitaalverhogingen in ondernemingen, waardoor er naar verwachting minder behoefte aan staatssteun is.
Vierde wijziging
Vierde wijziging
Op 13 oktober 2020 heeft de Europese Commissie de vierde wijziging van het tijdelijk staatssteunkader aangenomen. Deze wijziging verlengt de regeling tot 30 juni 2021 en heeft extra steunmaatregelen toegevoegd.
STEUN BIJ OMZETDALING VAN 30%
Op basis van de vierde wijziging van het tijdelijk staatssteunkader is het mogelijk om steun te verstrekken aan ondernemingen die door de uitbraak van COVID-19 een omzetdaling van ten minste 30% hebben vergeleken met dezelfde periode in 2019. Het is de bedoeling dat de steun een deel van de vaste lasten van de onderneming dekt die vanwege de coronacrisis niet meer door inkomsten worden gedekt. Het maximumbedrag van dergelijke steun is €3 miljoen per onderneming. Met deze doelgerichte steunmaatregel hoopt de Commissie te voorkomen dat de kapitaalpositie van ondernemingen verslechtert. Zo kan bedrijfsactiviteit behouden worden en krijgen de ondernemingen een beter uitgangspunt voor herstel.
AANPASSING HERKAPITALISATIEVOORWAARDEN
De Commissie heeft ook de herkapitalisatiemaatregelen aangepast. De wijziging heeft betrekking op de exit van een lidstaat uit geherkapitaliseerde ondernemingen waarvan deze lidstaat vóór de herkapitalisatie al aandeelhouder was. Het is nu mogelijk om via een onafhankelijke waardering het eigenvermogensbelang van de lidstaat af te stoten en daarbij het eerdere belang te herstellen.
Vijfde wijziging
Op 28 januari 2021 heeft de Europese Commissie de vijfde wijziging van het tijdelijk staatssteunkader aangenomen. Deze wijziging verlengt de regeling tot 31 december 2021 en verruimt het toepassingsgebied. In het kader van de mededeling over de kortlopende exportkredietverzekering blijven alle landen tot en met 31 december 2021 geschrapt van de lijst met landen met verhandelbare risico’s.
Verhoging van de steunplafonds
De Commissie heeft middels de vijfde wijziging van het tijdelijk staatssteunkader de steunplafonds verhoogd. De nieuwe plafonds bedragen €225.000,- per onderneming die actief is in de primaire landbouwproductie, €270 000,- per onderneming die actief is in de visserij of aquacultuur en €1,8 miljoen per onderneming in alle andere sectoren. Voor beperkte steunbedragen, die op grond van de tijdelijke kaderregeling worden toegekend, betekent dit een verdubbeling van de eerder bepaalde plafonds. Ondernemingen die door de coronacrisis een omzetdaling van ten minste 30% hebben vergeleken met dezelfde periode in 2019 komen in aanmerking voor steun. Het is de bedoeling dat de steun een deel van de vaste lasten van de onderneming dekt die vanwege de coronacrisis niet meer door inkomsten worden gedekt. Het maximumbedrag van dergelijke steun is €10 miljoen per onderneming. Net als onder de oude regeling kunnen deze bedragen worden gecumuleerd met de-minimissteun, op voorwaarde dat wordt voldaan aan de eisen van de relevante de-minimisregeling.
Omzetting van terugbetaalbare instrumenten in rechtstreekse subsidies
Daarnaast voorziet de vijfde aanpassing in de mogelijkheid voor de lidstaten om tot 31 december 2022 terugbetaalbare instrumenten die op grond van de tijdelijke kaderregeling zijn verleend, om te zetten in andere vormen van steun. Op die manier kunnen bijvoorbeeld garanties, leningen of terugbetaalbare voorschotten worden omgezet in rechtstreekse subsidies. Hierbij moet wel aan de voorwaarden van de tijdelijke kaderregeling worden voldaan. In beginsel mag deze omzetting de nieuwe steunplafonds voor beperkte steunbedragen niet overschrijden. Het doel van deze regeling is dat de EU-lidstaten worden aangezet om in de eerste plaats te kiezen voor terugvorderbare instrumenten als vorm van steun.
Geldigheid
Het gewijzigde steunkader is geldig tot en met 31 december 2021.