Vrijstellingen
Decentrale overheden kunnen steun aan ondernemingen ‘staatssteunproof’ maken door gebruik te maken van verschillende vrijstellingsmogelijkheden:
- De de-minimis verordening;
- De AGVV, LVV, het DAEB vrijstellingsbesluit en de Visserijvrijstellingsverordening. Hiermee zijn steuncategorieën onder voorwaarden vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting;
Voordat er gebruik wordt gemaakt van een vrijstelling is het raadzaam dat er goed wordt gekeken naar de staatssteunregels, naar de mogelijkheden die de regels bieden en naar de voorwaarden die in de vrijstelling zijn opgenomen om rechtmatig steun te kunnen verlenen. Zo kan het zijn dat een bepaalde (voorgenomen) steunmaatregel buiten de staatssteunsfeer valt en verschilt het veelal per geval welke vrijstellingen het best kan worden gebruikt.
Mocht de conclusie vervolgens zijn dat uw gemeente of provincie inderdaad het beste gebruik kan maken van een vrijstellingsverordening zoals de AGVV of de LVV dan dient er eerst contact met Europa decentraal te worden genomen. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondersteunt het Coordinatiepunt Staatssteun (CPS) gemeenten en provincies bij kennisgevingen.
Aanmelden steun
Steun die niet past onder de vrijstellingen, moet bij de Europese Commissie worden aangemeld op basis van richtsnoeren of andere steunkaders. Dit komt echter niet vaak voor. De vrijstellingen zijn meestal geschikt om steun staatssteunproof te maken. Mochten er hier onduidelijkheden over bestaan, dan kunt u onze altijd helpdesk raadplegen. In de ‘kennisgevingen-barometer’ van Europa decentraal is meer informatie over de toepassing van de AGVV en de LVV (door decentrale overheden) te vinden.
De-minimisvrijstellingsverordening
Op grond van de de-minimisverordening kunnen decentrale overheden ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000 steunen. Door het geringe effect op het EU handelsverkeer levert dit geen staatssteun op. De de-minimisverordening is van toepassing op steun aan ondernemingen in alle sectoren. Voor de landbouw, visserij en Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) gelden andere drempels. Kennisgeving en rapportage zijn niet nodig.
Algemene groepsvrijstellingsverordening
De Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV, 651/2014) biedt de meeste vrijstellingscategorieën en is van toepassing op bijna alle sectoren. De termijn voor kennisgeving is 20 werkdagen na inwerkingtreding van de steunregeling of verlening van de ad hoc steun. In de zomer van 2017 is de AGVV op een aantal punten gewijzigd. Meer informatie hierover is terug te vinden in het factsheet ‘gewijzigde AGVV’.
Landbouwvrijstellingsverordening
Voor steun aan de landbouwsector kunnen decentrale overheden gebruik maken van de Landbouwvrijstellingsverordening (702/2014). Deze verordening is van toepassing op agrariërs in de primaire productie en de verwerking en afzet van landbouwproducten. Ook bevat de verordening een speciaal gedeelte voor steun voor plattelandsontwikkeling (POP3). De termijn voor kennisgeving is 10 werkdagen voor inwerkingtreding van de steunregeling of verlening van de ad hoc steun.
Visserij Groepsvrijstellingsverordening
Op 1 januari 2015 is de nieuwe Visserij Groepsvrijstellingverordening (1388/2014) in werking getreden. Op basis van deze verordening kan steun worden verleend aan kleine en middelgrote ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten. Visserij- en aquacultuurproducten worden gedefinieerd in bijlage I van Verordening 1379/2013.
Diensten van Algemeen Economisch Belang
Diensten die onvoldoende of niet tegen aanvaardbare voorwaarden door de markt worden opgepakt, mogen worden belegd bij een onderneming. Decentrale overheden mogen deze onderneming compenseren voor het uitvoeren van deze Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB). In het DAEB-vrijstellingsbesluit zijn voorwaarden gesteld waaronder compensatie van (decentrale) overheden kan worden vrijgesteld van melding bij de Commissie. Het besluit bevat een verlicht regime voor lokale en sociale DAEB’s, zoals kinderopvang. Kennisgeving is niet nodig, tweejaarlijkse rapportage is wel verplicht.
MEER WETEN OVER DIT ONDERWERP?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal: