Landbouwvrijstellingsverordening
Om steun te verlenen in de landbouwsector, kunnen decentrale overheden gebruikmaken van de Landbouwvrijstellingsverordening (LVV). Deze verordening is van toepassing op agrariërs in de primaire productie en de verwerking en afzet van landbouwproducten. Ook bevat de verordening een speciaal gedeelte voor steun voor plattelandsontwikkeling.
Categorieën
De LVV stelt de volgende categorieën vrij van melding:
- steun aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen;
- steun voor investeringen voor de instandhouding van cultureel en natuurlijk erfgoed op landbouwbedrijven;
- steun voor het herstel van de schade als gevolg van natuurrampen in de landbouwsector;
- steun voor onderzoek en ontwikkeling in de landbouw- en de bosbouwsector;
- steun voor bosbouw.
De LVV bevat een apart gedeelte voor steunmaatregelen, die niet van invloed zijn op de primaire productie van landbouwproducten, en die worden verstrekt op basis van het POP3 programma. Het gaat zowel om subsidies die worden gefinancierd mét een bijdrage uit het Europees Landbouwfonds (ELFPO) als om subsidies gefinancierd vanuit aanvullende nationale financiering (top-ups) bij het POP3-programma.
Algemene voorwaarden
Decentrale overheden dienen rekening te houden met de steunplafonds die gelden voor de verschillende categorieën steun (de hoogte van het brutosubsidie-equivalent voor leningen en garanties). Bij de steunverlening moet er sprake zijn van een stimulerend effect en dient rekening te worden gehouden met cumulatie. Indien er voor dezelfde kosten steun is toegekend door andere overheden, dan mag het totale bedrag het toepasselijke plafond niet overschrijden. Normaliter mag er geen steun worden verleend aan ondernemingen in financiële moeilijkheden (Deggendorf-clausule). De LVV bevat een uitzondering op deze regel als het gaat om steun voor schade veroorzaakt door natuurrampen.
Voor iedere categorie gelden afzonderlijke bepalingen ten aanzien van de steunintensiteiten, de hoogte van de steun en de criteria waaraan moet worden voldaan.
Procedure
Steunmaatregelen die onder de verordening vallen, hoeven niet gemeld te worden bij de Commissie. Kennisgeving en rapportage zijn wel verplicht. Uiterlijk 10 werkdagen voordat de steunmaatregel (ad hoc, of in de vorm van een regeling ) in werking treedt, dient de kennisgeving bij de Commissie te zijn afgerond.
MEER WETEN OVER DIT ONDERWERP?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
STEL UW VRAAG