Hoe werkt het Interne Markt Informatiesysteem (IMI) van de Europese Commissie en hoe kunnen decentrale overheden hier gebruik van maken?
Antwoord in het kort:
De Europese Commissie heeft in 2008 het Interne Markt Informatiesysteem (IMI) opgezet. Dit is een digitaal systeem waarmee nationale overheden in hun eigen taal contact kunnen zoeken met overheden in andere EU-lidstaten. Decentrale overheden zijn verplicht dit systeem te gebruiken in het kader van de administratieve samenwerking met andere EU-lidstaten op het gebied van (onder andere) de Dienstenrichtlijn en de Verordening overlegging openbare documenten. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft de verantwoordelijkheid over de coördinatie van het IMI in Nederland gemandateerd gekregen van het ministerie van Economische Zaken.
Wat is het Interne Markt Informatiesysteem?
Verschillende Europese regels over de interne markt vereisen dat autoriteiten van lidstaten onderling samenwerken. Om deze samenwerking zoveel mogelijk te stroomlijnen, zette de Europese Commissie in 2008 het IMI op. In 2012 formaliseerden de wetgevende instellingen van de Europese Unie dit in Verordening 1024/2012, de IMI-Verordening. Via het systeem dat deze Verordening reguleert werken overheden administratief samen door informatie uit te wisselen, waarschuwingen in het kader van veiligheid af te geven en elkaar wederzijdse bijstand te verlenen. Overheden kunnen in hun eigen taal met elkaar communiceren dankzij vooraf vertaalde standaardvragen, -antwoorden en automatische vertalingen.
Moeten wij het IMI gebruiken?
Artikel 3 van Verordening 1024/2012 verplicht alle IMI-actoren om het IMI te gebruiken voor onderlinge samenwerking, en specificeert een aantal normen die het gebruik van het systeem verplichten. De lijst met deze handelingen staat in de bijlage van de Verordening en bevat sinds 2022 de volgende bepalingen uit vijftien verschillende Europese normenkaders.
-
Verplichte samenwerking via het IMI
- Hoofdstuk VI, artikel 39, lid 5, evenals artikel 15, lid 7 van de Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG), tenzij lidstaten een kennisgeving doen overeenkomstig artikelen 4 en/of 5 van Richtlijn over technische voorschriften m.b.t. informatiediensten (Richtlijn 2015/1535):
- Artikelen 4 bis tot en met 4 sexies, 8, 21 bis, 50, 56 en 56 bis van de Beroepserkenningenrichtlijn (Richtlijn 2005/36).
- Artikel 10 lid 4 van de Patiëntenrechtenrichtlijn (Richtlijn 2011/24/EU).
- Artikel 11 lid 2 van de Eurotransportverordening (Verordening 1214/2011).
- Hoofdstukken I en II van de “Solvit” Aanbeveling van de Commissie.
- Artikel 4 van de Detacheringsrichtlijn (Richtlijn 96/71/EG), en artikelen 6, 7, 10 lid 3, 14 tot en met 18 van de Handhavingsrichtlijn voor de Detacheringsrichtlijn (Richtlijn 2014/67/EU).
- Artikelen 5 en 7 van de Cultuurgoederenteruggaverichtlijn (Richtlijn 2014/60/EU)
- Artikelen 14, 16, 22 leden 1 en 2 van de Verordening overlegging openbare documenten (Verordening 2016/1191).
- Artikel 44 van Verordening Emissiegrenswaarden en typegoedkeuring (Verordening 2016/1628).
- Artikelen 56, 60 tot en met 66 en 70 lid 1 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (Verordening 2016/679).
- Artikelen 6 lid 4, 15 en 19 van de Single Digital Gatewayverordening (Verordening 2018/1725).
- Artikel 8 van Richtlijn 2006/22/EG, ter vaststelling van minimumvoorwaarden voor de uitvoering van Verordeningen 561/2006 en 165/2014 en van Richtlijn 2002/15/EG over voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer.
- Artikel 1 en 14 van Richtlijn 2020/1057 ter vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU over bestuurdersdetachering in de wegvervoersector.
- Artikel 18 lid 8 van Verordening beroepsvoorwaarden Wegvervoersondernemers (Verordening 1071/2009).
Hoe werkt het IMI?
De link naar de onlineomgeving vindt u op de homepage van het IMI. Naast deze digitale infrastructuur bestaat het systeem uit IMI-coördinatoren, -actoren en -gebruikers. Elke lidstaat moet volgens artikel 6 lid 1 van de Verordening minstens één coördinator instellen als contactpunt. Deze zorgen voor de werking van het IMI en wisselen actief informatie uit met andere coördinatoren en de Europese Commissie. Verder ondersteunen zij de uitwisseling van informatieverzoeken tussen verschillende overheden en faciliteren zo de verificaties, inspecties en onderzoeken naar dienstverleners en hun diensten. In Nederland vervult de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) deze functie in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken.
IMI-actoren zijn (o.a.) bevoegde instanties die het IMI gebruiken en zich in het IMI hebben geregistreerd. Die actoren kunnen vier soorten uitwisselingen via het systeem ondernemen: algemene informatieverzoeken; betrouwbaarheidsinformatie over dienstverleners; waarschuwingen voor dienstverleners die een mogelijk gevaar vormen voor de gezondheid, veiligheid of milieu; en verzoeken tot optreden in het kader van veiligheid jegens een bepaalde dienstverlener.
Zie de onderwerppagina over het IMI-systeem voor meer informatie over deze soorten verzoeken en de coherentie met de digitale eengemaakte toegangspoort van de Europese Unie en de lidstaten, de Single Digital Gateway.
Registratie en toegang tot het IMI
Decentrale overheden moeten zich registreren in het systeem met een gebruikersnaam, wachtwoord en veiligheidscode, om het IMI te kunnen gebruiken. De nationale IMI-coördinator kan hierbij ondersteunen en is bereikbaar via het e-mailadres nimic-solvit@rvo.nl. Na het verzoek ontvangt de inschrijver een aanmeldformulier.
Voor aansluiting op het IMI heeft een overheid twee e-mailadressen nodig. Ten eerste moeten overheden een algemeen e-mailadres hebben waar verzoeken vanuit andere EU-autoriteiten op kunnen binnenkomen. Uit de naam van het algemene e-mailadres moet duidelijk blijken dat dit bedoeld is voor het IMI, bijvoorbeeld imi@[naam van de decentrale overheid].nl. Daarnaast moeten de overheden een individueel zakelijk e-mailadres aanmaken per IMI-gebruiker. Via dit e-mailadres ontvangt de gebruiker de inloggegevens voor het IMI. Deze gegevens zijn persoonlijk: elke medewerker die toegang wil, krijgt eigen inloggegevens. Die individuele gebruikers moeten de machtiging krijgen van de IMI-actor.
De Provincie Noord-Brabant stelde in 2024 een schematisch voorbeeld op van de werking van het IMI. Het gebruik van het IMI is verder aan een aantal randvoorwaarden onderworpen:
- Bevoegde instanties mogen alleen informatie uitwisselen en verzoeken verzenden als dit noodzakelijk is voor de uitvoering van wettelijke taken.
- Bevoegde instanties mogen alleen informatie uitwisselen en verzoeken verzenden, als dit binnen de grenzen blijft van de bevoegdheden die wettelijk aan hen zijn toegekend.
- Alleen de instanties die de vragen stellen en/of beantwoorden hebben inzage in de persoonsgegevens van de betreffende dienstverlener.
- De vragen en antwoorden die worden uitgewisseld hebben betrekking op aangelegenheden die vallen onder de Dienstenrichtlijn.
AVG en IMI
De IMI-verordening garandeert expliciet de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens, zoals neergelegd in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De informatie-uitwisseling via het IMI is zo vormgegeven dat wordt voldaan aan de Europese privacyregels (zie overweging 22 van de IMI-verordening). Het IMI past namelijk een privacy by design-aanpak toe. Dit garandeert persoonsgegevensbescherming in alle ontwikkelingsfases van het IMI. Bovendien voorziet het IMI, onder meer, in een beveiligde elektronische verzending van documenten conform de AVG-eisen.
Meer informatie:
Interne Markt Informatiesysteem (IMI), Kenniscentrum Europa Decentraal
Wanneer kunnen inwoners een beroep doen op de Verordening overlegging openbare documenten?, Praktijkvraag Kenniscentrum Europa Decentraal
Praktijkvoorbeeld werking IMI, Provincie Noord Brabant.