DAEB en vervoer
Het verrichten van openbaar vervoer kan als Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB) worden aangemerkt. Decentrale overheden kunnen deze ondernemingen steunen. De PSO-Verordening is hierop van toepassing, naast de regels voor DAEB, staatssteun, aanbesteden en mededinging.
Bij het verlenen van compensatie voor een DAEB voor de vervoersector is het verstandig zowel af te stemmen met de voorwaarden uit het Altmark-arrest als de DAEB-de-minimisvrijstelling of de PSO-verordening.
Altmark
In het geval van een financiële vergoeding ter compensatie voor het verrichten van de DAEB is er geen sprake van staatssteun als aan vier cumulatieve criteria uit het Altmark-arrest wordt voldaan. Zie voor meer informatie het dossier DAEB en staatssteun.
Toepassing DAEB-vrijstellingsbesluit
Voor de sector vervoer over land (spoor, weg en binnenwater) geldt een speciaal regime. Het Vrijstellingsbesluit 2012 is niet van toepassing op openbare diensten in de vervoersector voor vervoersondernemingen over land (spoor, weg, binnenwater). Dit staat in overweging 23 en art. 2 lid 5 van dit Vrijstellingsbesluit 2012. Omdat compensaties voor de openbare dienst in de sector van het reizigersvervoer per spoor en over de weg (openbaar vervoer) vallen onder de PSO-verordening, hoeven compensaties die in overeenstemming met de PSO-Verordening worden verleend, vooraf niet als steun te worden aangemeld bij de Commissie.
Wel is het Vrijstellingsbesluit van toepassing op DAEB-compensaties voor passagiersvervoer vanaf lucht- en (zee)havens (met eilandverbindingen), mits deze compensatie voldoet aan de toepasselijke sectorale regels (art. 2 lid 1 sub d en e Vrijstellingsbesluit 2012).
DAEB- de-minimissteun
Een andere mogelijkheid voor DAEB steun in de vervoerssector biedt de DAEB-de-minimis Verordening. Ingevolge deze verordening mag een DAEB compensatie maximaal € 500.000 bedragen per onderneming en over een periode van drie belastingjaren. Dergelijke maatregelen worden niet als steun beschouwd en hoeven niet vooraf bij de Commissie te worden gemeld.
Deze DAEB-de-minimis mogelijkheid kan ook op vervoersdiensten worden toegepast, tenzij het gaat om steun verleend aan ondernemingen die voor rekening van derden goederenvervoer over de weg uitvoeren (zie artikel 1 lid 2 sub g en overweging 7 van de Verordening). Ook zondert (art. 1 lid 2 onder h van) de Verordening deze DAEB de-minimis mogelijkheid voor ondernemingen in moeilijkheden uit.
DAEB handreiking 2014
Zie voor meer informatie over DAEB en vervoer hoofdstuk 6.2 van de DAEB Handreiking 2014.
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
STEL UW VRAAG