Europees recht en beleid

Laatste update: 3 juni 2024

Contact: en


Een groot deel van alle informatie die door overheidsinstanties wordt gebruikt en met het publiek wordt uitgewisseld, heeft te maken met specifieke locaties. Denk daarbij bijvoorbeeld aan landgebruik, vervoersnetwerken of beschermde gebieden. De kwaliteit van deze informatie hangt af van de beschikbaarheid van ruimtelijke gegevens. Die gegevens worden verzameld en gekoppeld aan de locatie en vervolgens verwerkt om de informatie (EU-breed) te verspreiden. De meeste milieugegevens zijn van ruimtelijke aard, zoals emissiemetingen, biodiversiteitswaarnemingen of milieukwaliteitsgegevens. Het is belangrijk om deze gegevens te delen om zo verontreiniging van land, water en lucht tegen te gaan en het ontwerpen van programma’s en maatregelen hiervoor te ondersteunen. Voor meer algemene informatie over milieu-informatie kunt u ook op deze pagina terecht.

Ruimtelijke gegevens, ook wel geografische gegevens of geo-informatie genoemd, zijn gegevens met een locatie. Deze informatie kan worden gebruikt om verschillende soorten informatie over een locatie aan elkaar te verbinden. Analyses en beoordelingen van nieuw en bestaand beleid zijn vaak gebaseerd op een combinatie van verschillende soorten (milieu)gegevens. Deze gegevens kunnen het ontwerpen van beleidsmaatregelen ondersteunen. Het is daarom belangrijk dat deze ruimtelijke gegevens gedeeld worden.

Europees beleid voor geografische datadeling

Om ervoor te zorgen dat geo-informatie van goede kwaliteit over de landsgrenzen van de Europese Unie beschikbaar, vindbaar en bruikbaar is, heeft de EU stappen ondernomen. Hierdoor wordt het delen van lokale tot Europese data mogelijk.

INSPIRE-richtlijn

De Richtlijn inzake Infrastructuur voor Ruimtelijke Informatie in de Europese Gemeenschap (INSPIRE-richtlijn (Richtlijn 2007/2/EC)) uit 2007 verplicht overheidsinstanties in de EU tot het delen van milieugegevens in het ruimtelijke domein. Het doel van de richtlijn is het opzetten van een infrastructuur voor ruimtelijke gegevens ter ondersteuning van het Europees milieubeleid. Deze data-infrastructuur maakt het mogelijk om ruimtelijke informatie over het milieu uit te wisselen tussen organisaties in de publieke sector. Daarnaast moet de INSPIRE-richtlijn de toegang van het publiek tot ruimtelijke informatie in heel Europa vergemakkelijken en biedt de richtlijn ondersteuning bij grensoverschrijdende beleidsvorming.

De verzamelde milieu gerelateerde geografische gegevens worden op een EU-breed internetportaal beschikbaar gesteld voor verschillende overheidsinstanties. Op dit portaal zijn de gemeenschappelijke normen voor het verzamelen van gegevens over grondwater of luchttemperatuur te vinden. Het portaal geeft iedereen een toegankelijk en actueel overzicht in de stand van zaken voor de implementatie van INSPIRE. Daarnaast publiceert de Europese Commissie vanaf 2020 jaarlijks een zogenaamd country fiche per lidstaat. Dit fiche vat de stand van zaken rondom de implementatie van de INSPIRE-richtlijn in de lidstaat samen.

Stand van zaken: evaluatie INSPIRE-richtlijn

De INSPIRE-richtlijn is in 2022 geëvalueerd. Met de evaluatie van de richtlijn wilde de Commissie de doeltreffendheid en efficiënte van de richtlijn bij milieubescherming beoordelen. Daarnaast werd gekeken of de richtlijn overeenstemt met andere EU-wetgeving, met name in het kader van de Europese Green Deal. Samen met de Richtlijn inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie, gaat de INSPIRE-richtlijn een belangrijke ondersteunende rol spelen bij het verwezenlijken van de doelen uit de Green Deal. De evaluatie is in juli 2022 gepubliceerd. De conclusie is dat Europese stappen nog steeds nuttig en noodzakelijk zijn.

De INSPIRE-richtlijn heeft betrekking op 34 thema’s over ruimtelijke gegevens die nodig zijn voor milieutoepassingen. INSPIRE is gebaseerd op de infrastructuur voor geo-informatie die door de EU-lidstaten zijn opgezet en worden beheerd. Verder wordt de richtlijn in verschillende fases uitgevoerd en moet het in 2021 volledig ten uitvoer zijn gelegd in de EU-lidstaten.

Nederlands beleid voor geografische datadeling

Alle INSPIRE-standaarden zijn in Europese werkgroepen ontwikkeld. Hierin hebben ook Nederlandse organisaties hebben bijgedragen voor het Nederlandse belang. Hoe heeft de Nederlandse overheid de Europese INSPIRE-richtlijn verder geïmplementeerd? 

Implementatiewet INSPIRE

In Nederland is de INSPIRE-richtlijn al grotendeels geïmplementeerd in de Implementatiewet INSPIRE en in het Besluit INSPIRE uit 2009. Het beschikbaar stellen van data die onder één van de 34 INSPIRE-thema’s vallen moet volgens de bepalingen in deze wetgeving gebeuren. De gedeelde data moet te vinden, te raadplegen en te downloaden zijn. Het volledig implementeren van de INSPIRE-bepalingen in Nederland moet volgens de Roadmap voor eind 2021 gebeuren

Nederlandse visie op INSPIRE

De Nederlandse overheid heeft een duidelijke visie als het gaat om het bijdragen aan milieudoelstellingen via INSPIRE. Zo vindt de Nederlandse overheid dat milieuvraagstukken sneller en beter kunnen worden opgelost door het makkelijker maken van het vinden, gebruiken en interpreteren van gegevens. Maar wat als de INSPIRE-infrastructuur in 2021 geheel is geïmplementeerd? Die vraag wordt behandeld in de Nederlandse visie op INSPIRE. In de visie komt naar voren dat de focus wordt verlegd van de implementatie naar het beheer en gebruik van INSPIRE. Dat betekent dat de Nederlandse inspanningen zich meer gaan richten op de (Europese) vraag naar INSPIRE-data. Via het Geo-informatieberaad wordt de overheid geadviseerd over de verdere ontwikkelingen bij INSPIRE. In het Geo-informatieberaad zijn alle stakeholders van de overheid vertegenwoordigd. Verder is het Tactisch Beraad EU Informatie opgericht om onder andere de ontwikkelingen binnen INSPIRE te vertalen naar voor Nederland relevante activiteiten.

Registers voor INSPIRE

In Nederland is een nationaal georegister opgezet, waardoor geïnteresseerden data met koppelingen naar INSPIRE-datasets kunnen ophalen. Op dit register vind je dus de Nederlandse INSPIRE-data. De INSPIRE-data van alle lidstaten samen vind je op het Europese INSPIRE-portaal. Verder is per INSPIRE-thema bepaald welke partijen in Nederland de relevante informatie leveren, zogenoemde INSPIRE-dataproviders. In het INSPIRE aanmerkingsregister kan gecontroleerd worden welke ruimtelijke informatie door welke overheidsinstantie of dataprovider bijgehouden moet worden. Het aanmerkingsregister is ook de plek waar instanties datasets kunnen aanmelden.

Wat heeft mijn gemeente, provincie of waterschap te maken met het delen van geografische gegevens?

Decentrale overheden delen ook geografische gegevens. Burgers en bedrijven hebben namelijk recht op toegang tot deze informatie. Zo houdt een waterschap bij wat het waterpeil is en houdt een provincie de geluidscontouren op de provinciale wegen in de gaten. Hier worden verschillende soorten datasets voor gebruikt. Deze datasets moeten worden ingevoerd in het Nederlandse INSPIRE-aanmerkingsregister. Daarnaast is het belangrijk voor beleidsmakers van (decentrale) overheden om zicht te hebben op het INSPIRE-werkproces. Zo kunnen (decentrale) overheden een begeleidende en adviserende rol hebben bij het toepassen van INSPIRE. Om INSPIRE-dataproviders en decentrale overheden te ondersteunen bij de in- en uitvoering van INSPIRE zijn er een aantal tools ontwikkeld.

Hoe houdt mijn decentrale overheid zicht op de toepassing van INSPIRE?

  • Toolkit: Stichting Geonovum, de organisatie die het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties ondersteunt bij de implementatie van INSPIRE, heeft voorlichtingsmateriaal verzameld om het gebruik van INSPIRE te vergemakkelijken voor INSPIRE-dataproviders. Daarnaast organiseert Geonovum geregeld werk- en voorlichtingssessies over de toepassing van INSPIRE.
  • INSPIRE standaardenIn de Geonovum-handreiking wordt per processtap die dataproviders doorlopen uitleg gegeven over welke Nederlandse INSPIRE-standaard erop van toepassing is en welke stappen er daarnaast nog moeten worden uitgevoerd door de betreffende dataprovider. Er worden voorbeelden gegeven en er kan een checklist worden doorlopen.
  • Metadata: Metadata-standaarden zijn belangrijk voor het zoeken, vinden, bekijken en downloaden van geografische data. Deze metadata wordt opgenomen in het nationaal georegister en moet van goede kwaliteit zijn. In de handreiking metadata staan de grondbeginselen voor metadatering beschreven. De handreiking legt uit wat de Nederlandse metadata-standaarden zijn en hoe ze moeten worden toegepast. Verder kunnen INSPIRE-dataproviders met behulp van de handleiding metadatakwaliteit de kwaliteit van hun metadata beoordelen.
  • Validatie: Validatie helpt INSPIRE-dataproviders hun data en services te laten voldoen aan de vereisten in de INSPIRE-richtlijn, bijvoorbeeld in het geval van de publicatie van een nieuwe dataset. Hiervoor zijn verschillende validators ontwikkeld. Deze worden uitgebreid uitgelegd op de INSPIRE wiki.