Europees recht en beleid

Laatste update: 3 juni 2024

Contact:


Hoe wordt er in de Europese Unie gezorgd voor bescherming van privacy? En op wat voor manieren hebben decentrale overheden te maken met deze regels? De Algemene verordening gegevensbescherming is uiteraard een belangrijk onderdeel van het Europese beleid op het gebied van privacy. Echter spelen ook de ePrivacy Verordening en de Verordening vrij verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens een belangrijke rol. Daarom wordt in dit sub-dossier verder ingegaan op de rechten en plichten voor decentrale overheden die komen kijken bij deze regels rond privacy.

ePrivacy verordening

Om persoonsgegevens binnen elektronische communicatie te kunnen beschermen komt er nieuwe Europese regelgeving aan: de ePrivacy Verordening. Met dit voorstel introduceert de Europese Commissie strengere privacyregels bij elektronische communicatiediensten. Het uitgangspunt daarbij is dat de inhoud van berichten alleen toegankelijk is voor de partijen die direct bij de communicatie betrokken zijn. De verordening geldt onder andere bij online marketing, e-mail en sociale media kanalen, het ophalen van gegevens door middel van het plaatsen van cookies en openbare wifi-netwerken. Decentrale overheden komen in aanraking met de verordening als zij cookiegegevens ophalen van bezoekers op hun websites of via sociale media kanalen. De verordening zal het bijvoorbeeld makkelijker maken om cookie instellingen bij te houden in de privacy instellingen. Het Europese wetsproces van de ePrivacy Verordening is momenteel nog steeds in volle gang. 

Lees meer over de ePrivacy Verordening op deze pagina.

Verordening vrij verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens

Sinds 28 mei 2019 is de Verordening betreffende vrij verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens in werking. De verordening verwijdert de obstakels voor het vrij verkeer van elektronische niet-persoonsgegevens tussen de lidstaten bijvoorbeeld door het verbieden van gegevenslokalisatievereisten of faciliteren van zelfregulerende gedragscodes. Bij niet-persoonsgebonden gegevens kunt u bijvoorbeeld denken aan een algemeen telefoonnummer, aangezien dit niet herleidbaar is naar een natuurlijk persoon. Doordat niet-persoonsgegevens vrij tussen de lidstaten kunnen stromen met de verordening, draagt het bij aan de totstandkoming van de digitale interne markt. Decentrale overheden zullen onder de regels van de verordening vallen als zij hun niet-persoonsgebonden, elektronische gegevens laten verwerken of zelf verwerken (bijvoorbeeld door zelf de clouddienst te leveren waar de gegevens in worden opgeslagen). 

Op deze pagina kunt u meer lezen over de Verordening betreffende vrij verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens.