Europees recht en beleid

Laatste update: 19 november 2024

Contact:


Bioafval omvat volgens de Kaderrichtlijn Afvalstoffen biologisch afbreekbaar tuin- en plantsoenafval, levensmiddelen- en keukenafval van huishoudens, kantoren, restaurants, groothandel, kantines en cateringfaciliteiten en winkels en vergelijkbare afvalstoffen van de levensmiddelenindustrie. 

Bij het storten van bioafval kunnen broeikasgasemissies vrijkomen. De Europese Unie stelt daarom dat bioafval gescheiden moet worden ingezameld en recycling, compostering en vergisting moet worden aangemoedigd. De aparte inzameling en verwerking van bioafval is een belangrijk onderdeel van afvalbeheer. In Nederland valt het beheer van bioafval grotendeels onder de verantwoordelijkheid van gemeenten.

Green Deal

In het actieplan voor de circulaire economie stelt de Commissie voor om het gebruik van bio-plastics te bevorderen. Er zal er een beleidskader voor bio-plastic en biologisch afbreekbare en composteerbare kunststoffen worden gepubliceerd.

Europees bioafvalbeleid

Het beheer van bioafval valt onder diverse Europese wet- en regelgeving, zoals de Kaderrichtlijn Afvalstoffen (KRA; 2008/98/EG), de Richtlijn Storten afvalstoffen (1999/31/EG) en de Richtlijn inzake industriële emissies (2010/75/EU). 

Kaderrichtlijn Afvalstoffen

De Kaderrichtlijn afvalstoffen (KRA) is het hoofdzakelijke wettelijke kader voor de behandeling van afval in de EU. Het bevat definities, principes en doelstellingen voor afvalbeheer. De Kaderrichtlijn Afvalstoffen moedigt het scheiden, composteren en vergisten van bioafval aan. 

De herziene Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2018/851) stelt vast dat bioafval vanaf 2024 gescheiden moet worden ingezameld. Dit betekent dat het niet gemengd mag worden met andere soorten afval, met uitzondering van afval met vergelijkbare biologische afbreekbaarheid en composteerbaarheid. Hiervoor moeten lidstaten recycling, compostering en vergisting aanmoedigen en het gebruik van met bioafval geproduceerd materiaal bevorderen. Daarnaast mogen lidstaten apart verzameld bioafval niet verbranden. Er zijn afwijkingen van de gescheiden inzamelingsplicht mogelijk.

Stand van zaken

In juli 2023 deed de Europese Commissie een voorstel voor een herziening van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen. Dit voorstel is vooral gericht op het verminderen van textielafval. Ook krijgen lidstaten in het voorstel een duidelijke verantwoordelijkheid voor een snelle vermindering van voedselverspilling, om zo bij te dragen aan de doelstelling om in 2030 voedselverspilling in de detailhandel en in huishoudens te halveren. Dit voorstel moet nog worden behandeld in het Europees Parlement en de Raad.

Richtlijn Storten Afvalstoffen

Het storten van onbehandeld biologisch afbreekbaar afval heeft nadelige gevolgen op het gebied van broeikasgasemissies en de vervuiling van oppervlaktewater, grondwater, bodem en lucht. Zo komt methaan vrij bij het storten van biologisch afbreekbaar afval. Over de reductie van broeikasgassen zoals methaan zijn internationale afspraken gemaakt.

De Richtlijn Storten (1999/31/EG) heeft tot doel de schadelijke gevolgen van het storten van afvalstoffen voor het milieu en de gezondheid en de risico’s daarvan te voorkomen of zoveel mogelijk te verminderen. De richtlijn stelt doelstellingen vast voor het voorkomen en beperken van het storten van biologisch afbreekbaar afval. In 2018 is de richtlijn herzien om het storten van biologisch afbreekbaar afval verder te beperken of helemaal te verbieden.  

Onder de richtlijn moeten lidstaten: 

  • een nationale strategie ontwikkelen en invoeren om de hoeveelheid biologisch afbreekbaar afval voor de stort geleidelijk te verminderen. Hierbij moet rekening gehouden worden met hergebruik, compostering, productie van biogas en terugwinning van materialen energie;
  • maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat alleen behandelde afvalstoffen worden gestort;
  • op alle stortplaatsen waar biologisch afbreekbaar afval wordt gestort, het stortplaatsgas opvangen, behandelen en gebruiken. Als opgevangen gas niet voor energieproductie kan worden gebruikt, moet het worden verbrand.

Overbrenging van afvalstoffen

Voor de uitvoer van afval naar het buitenland gelden de voorschriften zoals beschreven in de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA; EG 1013/2006). Deze verordening is niet van toepassing bij het vervoeren van afvalstoffen tussen inrichtingen in Nederland.

Richtlijn emissiegrenswaarden biomassa

Bioafval is een biomassa en kan worden gebruikt als grondstof voor biobrandstoffen. Voor het verstoken van biomassa geldt Europese wet- en regelgeving. 

De Richtlijn Inzake Industriële Emissies (RIE; 2010/75/EU) en de Richtlijn inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door middelgrote stookinstallaties (Richtlijn 2015/2193) stellen emissiegrenswaarden aan verontreinigende stoffen die bij het stoken van biomassa vrijkomen. Meer informatie over deze richtlijnen vindt u op onze pagina Industriële emissies. 

Nationale implementatie

De Nederlandse afvalregelgeving is hoofdzakelijk vastgelegd in hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer. De herziene Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2018/851) is voornamelijk in deze wet geïmplementeerd. De wet bevat regels voor de gescheiden inzameling van afval, die verder zijn uitgewerkt in het besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen.

Veel onderwerpen worden verder uitgewerkt in Algemene Maatregelen van Bestuur, provinciale milieuverordeningen of gemeentelijke afvalstoffenverordeningen.

De stortrichtlijn is in onder andere geïmplementeerd in het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (BSSA) en het Stortplaats bodembescherming. Het eerstgenoemde besluit bevat een stortverbod voor groente-, fruit-, en tuinafval, organisch bedrijfsafval en groenafval.  

Landelijk Afvalbeheerplan

Het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) beschrijft het Nederlandse afvalbeleid. Bioafval valt onder verschillende sectorplannen van het LAP. Zo raakt het aan het sectorplan gft van huishoudens, sectorplan gescheiden ingezameld organisch bedrijfsafval, sectorplan gescheiden ingezameld groenafval

In het LAP staat daarnaast dat afvalstoffen die gescheiden worden aangeboden, gescheiden moeten worden gehouden. Hiervoor is in het LAP in de bijlage een lijst met afvalcategorieën opgenomen. Gescheiden ingezameld gft-afval en groenafval zijn opgenomen in de lijst met afvalcategorieën. 

Decentrale relevantie

Decentrale overheden moeten op het gebied van afvalbeleid rekening houden met het Landelijke Afvalbeheerplan. Binnen de kaders van het LAP kunnen gemeenten een eigen beleid voor afvalpreventie en -scheiding ontwikkelen. Ook provincies moeten bij milieuvergunningen en de uitvoering van de Wet milieubeheer rekening houden met het LAP.

In Nederland dragen gemeenten zorg voor het inzamelen van huishoudelijk afval. Gemeenten zijn verplicht om GFT-afval te scheiden. Ze kunnen zelf het inzamelsysteem, waaronder de frequentie van inzameling, bepalen. De minimumstandaard voor gft-afval uit huishoudens, (gescheiden ingezameld) organisch bedrijfsafval en groenafval is gericht op recycling tot compost. Daarnaast is voor GFT afval, gescheiden ingezameld organisch bedrijfsafval, groenafval en voor reststoffen van composterings- of vergistingsinstallaties een stortverbod in het besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen opgenomen.