Europees recht en beleid

Laatste update: 17 december 2024

Contact:


De EU heeft de ambitie om in 2050 het eerste klimaatneutrale continent te zijn. Het Europese beleid om deze doelstelling te behalen valt onder de noemer Green Deal en omvat afspraken over onder andere klimaatdoelen, energie, klimaatadaptatie en industrieel beleid. Decentrale overheden zijn belangrijke spelers bij de uitvoering van dit beleid.

Internationaal beleid

Voor de EU is het Klimaatakkoord van Parijs een belangrijk kader voor de Europese aanpak van klimaatverandering. In 2016 legden bijna 200 landen in deze overeenkomst vast dat de wereldwijde temperatuur niet verder mag stijgen dan 2°C. Het streven is om de stijging onder de 1,5°C te houden.

Europees beleid

Europese Green Deal en klimaatbeleid

Het Europese klimaat,- en milieubeleid wordt vastgesteld in het kader van de Green Deal. De Europese Green Deal is een veelomvattend programma van de Europese Commissie. Met de Green Deal moet het ‘oude groeimodel’ voor de economie, gericht op fossiele brandstoffen, duurzaam worden vervangen door een nieuw groeimodel dat gebaseerd is op klimaatdoelstellingen. De inhoudelijke speerpunten van de Green Deal zijn onder andere: het realiseren van de energietransitie, CO2-heffingen doorvoeren en CO2-emissie beperken, alternatieve brandstoffen integreren, lucht-, water en grondvervuiling aanpakken, meer aandacht voor biodiversiteit, en het stimuleren van onderzoek en innovatie.

De Europese Klimaatwet

De kern van de Green Deal is de Europese Klimaatwet (Verordening 2021/1119). Deze legt vast dat Europa vanaf 2050 klimaatneutraal moet zijn. Hiervoor moet de gehele emissie-uitstoot van de Europese Unie netto nul zijn: een reductie van 100% ten opzichte van 1990. Daarna moet Europa streven naar negatieve emissies.

Ook stelt de Klimaatwet voor 2030 een tussentijdse doelstelling van 55% emissiereductie vast – later uitgewerkt in het ‘fit for 55’-pakket (zie hieronder). De Klimaatwet bood ruimte om een doelstelling voor 2040 nader te bepalen, deze werd in 2024 gesteld op 90% minder uitstoot in 2040.

De doelstellingen zijn een collectief doel. Er zijn dus geen individuele doelstellingen aan lidstaten gesteld. Hierdoor kunnen lidstaten elkaar compenseren en koolstofoverschotten en tekorten onderling uitwisselen. De Klimaatwet moet ervoor zorgen dat de Europese regels op alle beleidsterreinen bijdragen aan de klimaatneutraliteitsdoelstelling.

‘Fit for 55′: Voorstellen voor aanscherping van de klimaatdoelstellingen

De Europese Commissie kwam in 2021 met het ‘fit for 55’-pakket, dat bepaalt hoe de uitstoot van broeikasgassen met 55% verlaagd kan worden. Daarbij horen verschillende ambitieuzere doelstellingen. Voor 2030 gaat het om de volgende voorgestelde wijzigingen: 

  • Er moet efficiënter met energie worden omgegaan. De herziening van de energie-efficiëntierichtlijn (EED), die in het fit-for 55-pakket werd aangekondigd, is in 2023 doorgevoerd (Richtlijn 2023/179). Voor meer informatie, zie de pagina energie-efficiëntie.
  • Meer energie moet van hernieuwbare bronnen komen. Daartoe is ook de Richtlijn Hernieuwbare energie (RED) herzien in 2023, zie de pagina hernieuwbare energie.
  • Het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) dat een maximum stelt aan de uitstoot van broeikasgassen, wordt aangescherpt en het aantal emissierechten dat onder dit ETS-systeem wordt uitgegeven, verlaagd. Een afzonderlijk, aangrenzend emissiehandelssysteem gaat gelden voor het verkeer en de bouw. Meer informatie is te vinden op de pagina CO2-reductie en emissiehandelssysteem.

Nationaal beleid

Klimaatwet

De klimaatafspraken zijn vastgelegd in de Nederlandse Klimaatwet. Hierin staat dat iedere vijf jaar opnieuw een klimaatplan wordt vastgesteld. Het huidige Nederlandse klimaatplan heeft betrekking op de periode 2021 tot en met 2030. 

Klimaatakkoord

In juni 2019 werd een klimaatakkoord gesloten om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Het bevat een pakket aan maatregelen met een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak.

Het doel van het klimaatakkoord is om in 2030 de uitstoot van broeikasgassen in Nederland met 49% terug te dringen ten opzichte van 1990. In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen vervolgens met 95% afgenomen zijn ten opzichte van 1990. Daarnaast moet er een volledig CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050 worden gerealiseerd. 

Het Klimaatakkoord legt hiervoor meer dan 600 afspraken vast binnen diverse sectoren. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste afspraken per sector:

  • elektriciteit: In 2030 komt 70 % van alle elektriciteit uit hernieuwbare bronnen.
  • gebouwde omgeving: In 2050 moeten 7 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen van het aardgas af. Als eerste stap dienen in 2030 de eerste 1,5 miljoen bestaande woningen verduurzaamd te zijn.
  • industrie: In 2050 is de industrie circulair en stoot deze vrijwel geen broeikasgas meer uit. De fabrieken draaien dan op duurzame elektriciteit uit zon en wind of energie uit aardwarmte, waterstof en biogas.
  • landbouw en landgebruik: In 2050 moet de landbouw en het landgebruik klimaatneutraal zijn.
  • mobiliteit: Mobiliteit in 2050 is emissieloos en van hoge kwaliteit.

In 2023 werden er extra maatregelen aangekondigd om de klimaatdoelen in 2030 te halen.

Decentrale relevantie

Het onderwerp klimaat komt terug in allerlei thema’s waar decentrale overheden mee te maken krijgen. Bijvoorbeeld als het gaat om het terugdringen van verontreiniging van water of lucht, ruimtelijke inpassing van en vergunningverlening voor wind- of zonneparken of op het gebied van mobiliteit (de uitrol en opschaling van uitstootvrije bussen, reinigingsvoertuigen en doelgroepenvervoer, laadinfrastructuur). 

In het kader van duurzaam aanbesteden kunnen decentrale overheden bijdragen aan het realiseren van de klimaat- en milieudoelstellingen door bij hun inkoopproces duurzaamheidscriteria te stellen.

Verschillende Europese financieringsmogelijkheden kunnen benut worden om bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen, bijvoorbeeld het Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling (EFRO), LIFE en Horizon Europe. Meer informatie over de verschillende Europese fondsen en subsidies vindt u in de EU-fondsenwijzer