Er zijn normen voor drinkwater vastgesteld op Europees niveau, zodat water dat voor menselijke consumptie bestemd is veilig geconsumeerd kan worden en voldoet aan kwaliteitsnormen. De Europese regelgeving voor drinkwater is met name opgenomen de Drinkwaterrichtlijn. Ook de Kaderrichtlijn Water (KRW) is van belang.
Europees drinkwaterbeleid
De Drinkwaterrichtlijn
In de Drinkwaterrichtlijn (Richtlijn 2020/2184) zijn de minimum kwaliteitsnormen voor drinkwater vastgelegd. Deze normen hebben betrekking op de monitoring, beoordeling en handhaving van de drinkwaterkwaliteit. Drinkwater moet regelmatig worden gecontroleerd aan de hand van verschillende indicatoren en parameters. Ook stelt de richtlijn eisen met betrekking tot veiligheid, duurzaamheid en toegankelijkheid van water. De Drinkwaterrichtlijn bestond sinds 1998, maar werd in 2020 herzien – de herziening is sinds 2023 van kracht. De herziene richtlijn voorziet in betere toegang tot drinkwater, betere beheersing van de kwaliteit van drinkwaterbronnen en betere monitoring.
Lidstaten mogen aanvullende eisen opnemen of hogere normen aan de waterkwaliteit stellen. Indien water een potentieel gevaar voor de volksgezondheid vormt, moet de levering van water worden beperkt of verboden en moeten herstelmaatregelen worden getroffen. Verbruikers moeten worden geïnformeerd over de getroffen maatregelen.
Opkomende verontreinigende stoffen
De Drinkwaterrichtlijn pakt opkomende verontreinigende stoffen, zoals microplastics, PFAS, hormoon-ontregelaars en nieuwe soorten chemicaliën aan. Hiervoor stelt de Europese Commissie een zogenaamde aandachtstoffenlijst (‘watch list’) op, waarin richtwaarden en meetmethoden staan voor bepaalde zorgwekkende stoffen. De eerste aandachtstoffenlijst is uitgebracht in 2022.
In mei 2024 kwam de Commissie met een gedelegeerd besluit over de methodologie om microplastics in drinkwater te meten, zodat dit in alle lidstaten op een uniforme manier gebeurt. De methodologie is ontwikkeld met het oog op het opnemen van microplastics in een toekomstige aandachtstoffenlijst.
Materialen die in contact komen met water bestemd voor menselijke consumptie
De Drinkwaterrichtlijn stelt verder nadere eisen aan materialen en producten die in contact komen met water dat voor menselijke consumptie bestemd is. Deze minimumvereisten gelden vanaf eind 2026 voor nieuwe behandelinstallaties en bestaande installaties in geval van herstel- of verbouwingswerken.
Risicobeoordeling en beheer
Om de veiligheid van water in het voorzieningssysteem te waarborgen introduceert de Drinkwaterrichtlijn een risicogebaseerde benadering. Hiervoor moeten de gevaren die bij de onttrekking, de behandeling, de opslag en de distributie van drinkwater worden geïdentificeerd. Deze gevaren worden beoordeeld op het risico dat zij vormen voor menselijke consumptie. Op basis van deze risicobeoordeling moeten risicobeheersingsmaatregelen ter preventie en beheer van de vastgestelde risico’s worden genomen.
Deze risicobeoordeling voor de gebieden waar water wordt onttrokken dat voor menselijke consumptie is bestemd moet voor de eerste keer uiterlijk op 12 juli 2027 zijn uitgevoerd. De risicobeoordeling en het risicobeheer van het watervoorzieningssysteem en van huishoudelijke leidingnetten moet uiterlijk 12 januari 2029 zijn uitgevoerd.
Lekverlies en waterlekkage
Om waterverlies in waterleidingsnetwerken en systemen tegen te gaan en droogte te bestrijden moeten de lidstaten een beoordeling van het lekverlies op hun grondgebied en mogelijkheden tot verbetering opstellen. Deze resultaten moeten in 2026 met de Commissie worden gedeeld. Op basis hiervan stelt de Commissie gedelegeerde handelingen vast. In 2030 moeten lidstaten een actieplan indienen om het percentage lekkage uit netwerken te verminderen.
Toegang tot kraanwater
Tot slot legt de Richtlijn verplichtingen op aan lidstaten om de toegang tot veilig drinkwater en tot informatie over de kwaliteit van het water te verbeteren. Dit kan bijdragen aan minder gebruik van plastic flessen. Zo moeten er watertappunten buiten en binnen in openbare ruimten worden geplaatst. Ook moeten maatregelen worden genomen om de toegang tot kraanwater voor kwetsbare en gemarginaliseerde groepen te waarborgen.
De Kaderrichtlijn Water
De Kaderrichtlijn Water (KRW, Richtlijn 2000/60) is het kader voor de bescherming van grond- en oppervlaktewater in Europa. Voor de productie van drinkwater wordt grond- en oppervlaktewater gebruikt. De kwaliteits- en kwantiteitseisen uit de KRW zijn dus ook voor drinkwater van belang omdat deze richtlijn eisen stelt aan de bron van drinkwater – bijvoorbeeld het beperken van de emissie van chemische stoffen in het water.
Artikel 7 van de KRW stelt verdere eisen aan water dat bestemd is voor menselijke consumptie. Gebieden waar drinkwaterwinning plaatsvindt kwalificeren als beschermde gebieden. Beschermde gebieden en de daarbij horende kwaliteitseisen moeten door de lidstaten opgenomen worden in waterbeheer- en stroomgebiedbeheerplannen. De KRW stelt verder dat kwaliteit van deze waterlichamen zodanig moet worden beschermd en gewaarborgd dat het niveau van waterzuivering voor de productie van drinkwater kan worden verlaagd. Meer informatie over de KRW en stroomgebiedbeheerplannen vind u op onze pagina waterbeheer.
Nationaal drinkwaterbeleid
In Nederland zijn de Europese richtlijnen met betrekking tot drinkwater geïmplementeerd in de Drinkwaterwet en de daarbij horende besluiten, waaronder het Drinkwaterbesluit. Het Rijk is verantwoordelijk voor het drinkwatervoorzieningsbeleid. De Rijksoverheid stelt dus de kaders en voorwaarden voor de drinkwatervoorziening. Drinkwaterbedrijven hebben de taak om drinkwater van goede kwaliteit te leveren.
Decentrale relevantie
Provincies, gemeenten en waterschappen zijn (mede)verantwoordelijk voor de kwaliteit en kwantiteit van het water in Nederland en dragen zorg voor de bescherming van drinkwaterbronnen en de infrastructuur.
Waterschappen zijn hoofzakelijk betrokken bij de waarborging van de kwaliteit en kwantiteit van (oppervlakte)water. De minimumvereisten op het gebied van verschillende microbiologische, chemische en indicatorparameters en de opkomende stoffen in de aandachtlijst zijn dan ook voor waterschappen van belang, bijvoorbeeld bij het zuiveren van het afvalwater.
Ook provincies zijn betrokken bij de bescherming van grondwaterwinningsgebieden en oppervlaktewater. Zij bewaken de kwaliteit en kwantiteit van het grondwater en verlenen watervergunningen aan bijvoorbeeld drinkwaterbedrijven om grondwater te onttrekken voor het bereiden van drinkwater. Hierdoor zullen zij worden betrokken bij de risicobeoordeling voor de onttrekkingsgebieden voor onttrekkingspunten die geldt op basis van de nieuwe drinkwaterrichtlijn.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de bescherming van de drinkwatervoorziening. Ze moeten ervoor zorgen dat activiteiten in de openbare ruimte geen risico vormen voor de drinkwatervoorziening, bijvoorbeeld bij het afgeven van milieu- en bouwvergunningen. Daarnaast zijn gemeenten betrokken bij de toegang tot veilig en voldoende drinkwater. Zo dragen gemeenten zorg voor de nooddrinkwatervoorziening en spelen ze een rol bij het plaatsen van drinkwatertappunten en informatiecampagnes.