Artikel 51 en 52 VWEU (voor vrij verkeer van diensten in samenhang met artikel 62) bevatten uitzonderingen voor beperkingen op het vrij verkeer van personen en diensten. Decentrale overheden moeten hiermee rekening houden.
De belangen die in deze bepalingen worden genoemd zijn:
– Openbare orde;
– Openbare veiligheid;
– Volksgezondheid;
– Betrekkingen in overheidsdienst;
– Werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag.
Rule of reason
Buiten de hierboven genoemde verdragsuitzonderingen kunnen er nationale regels zijn die op grond van ‘dwingende reden van algemeen belang’ die voor kunnen gaan op de bepalingen van het vrije verkeer. Dit is bepaald in het arrest Cassis de Dijon.
Deze bepalingen moeten ‘redelijk’ zijn en staan daarom bekend als de ‘rule of reason’. Gebruik van de rule of reason is door het Hof ook erkend in het kader van het vrij verkeer van diensten en de vrijheid van vesting.
Gebhard
Uit de zaak Gebhard bleek dat nationale maatregelen die de uitoefening van de in het Verdrag gewaarborgde fundamentele vrijheden kunnen belemmeren of minder aantrekkelijk kunnen maken, aan vier voorwaarden moeten voldoen:
– Ze moeten zonder discriminatie worden toegepast;
– Ze moeten hun rechtvaardiging vinden in dwingende redenen van algemeen belang;
– Ze moeten geschikt zijn om de verwezenlijking van het nagestreefde doel te waarborgen;
– Ze mogen niet verder gaan dan nodig is voor het bereiken van dat doel.
Algemene norm
Hoewel de zaak Gebhard speelde op het terrein van het vrij verkeer van diensten/de vrijheid van vestiging is deze rechtvaardiging tot algemene norm verheven. Als lidstaten één van de vier vrijheden willen beperken, moeten zij zich aan de bovengenoemde regels houden. Nationale maatregelen die beperkend werken op een van de vier vrijheden, moeten aan de vier eisen van Gebhard voldoen.