Europees recht en beleid

Laatste update: 30 oktober 2024

Contact:


Wat is kapitaalverkeer?

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) geeft geen definitie van kapitaal. Door het Hof van Justitie is bepaald dat een definitie kan worden ontleend uit Bijlage 1 van Richtlijn 88/361. Onder kapitaalverkeer vallen onder andere grensoverschrijdende beleggingen en kredietverleningen. Een grensoverschrijdend element is noodzakelijk om Europese wet- en regelgeving op het gebied van kapitaalverkeer van toepassing te laten zijn.

Betalingsverkeer

Bij betalingsverkeer gaat het om tegenprestaties in het kader van de andere vrijheden:

– Het overmaken van loon;
– Betaling voor aangeschafte goederen;
– Rentevergoeding;
– Etc.

Kapitaalverkeer

Kapitaalverkeer betreft financiële transacties die geen tegenprestatie vormen, maar op belegging of investering zijn gericht, zoals:

– Deelnemingen in onroerende goederen;
– Verwerving van buitenlandse aandelen;
– Kredietverstrekkingen;
– Borgstelling.

Ook transacties van persoonlijke aard zoals schenkingen, giften en nalatenschappen vallen onder het kapitaalverkeer.

Verbod op belemmeringen

Artikel 63 VWEU bepaalt dat het kapitaal- en betalingsverkeer tussen lidstaten onderling en tussen lidstaten en derde landen niet beperkt mag worden. Decentrale overheden moeten hier rekening mee houden. Een beroep op artikel 63 van het Verdrag is niet afhankelijk van een vestigingsplaats of van het hebben van een bepaalde nationaliteit. Een beroep op dit artikel is ook mogelijk voor een onderdaan van een lidstaat buiten van de Europese Unie. Artikel 63 VWEU heeft daarmee een vrij ruime werkingssfeer.

Zowel discriminerende als niet-discriminerende maatregelen vallen onder het verbod. Volgens de zaak Sanz de Lera (Zaak C-163/94) heeft dit verbod verticale directe werking, wat betekent dat op de bepaling een direct beroep kan worden gedaan door individuen voor een nationale rechter in een geding met een (decentrale) overheid.

Uitzonderingen op verbod

Een belemmerende maatregel kan in sommige gevallen gerechtvaardigd worden. Een uitzondering op het verbod van artikel 63 VWEU is artikel 65 VWEU. Een andere uitzondering kan bestaan op basis van een dwingende reden van algemeen belang.

Artikel 65 vweu

Artikel 65 VWEU bepaalt dat lidstaten het recht behouden om onderscheid te maken tussen binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen en binnenlands en buitenlands inkomen.  Het Hof van Justitie heeft in de zaak Commissie/ Portugal (Zaak C-367/98) bepaald dat beperkingen op basis van puur economische motieven niet zijn toegestaan.

Daarnaast bepaalt artikel 65 lid 1 sub b VWEU dat lidstaten maatregelen mogen nemen om overtredingen van nationale wetten en voorschriften tegen te gaan op het gebied van belastingontduiking, controle op financiële instellingen, statistische doeleinden en openbare orde en veiligheid.

Artikel 65 lid 3 VWEU bepaalt dat in beide gevallen een maatregel of procedure geen middel tot willekeurige discriminatie mag vormen of een verkapte beperking van het kapitaalverkeer en betalingsverkeer mag zijn.

De begrippen openbare orde en openbare veiligheid moeten restrictief worden uitgelegd. Bescherming van de ruimtelijke ordening valt bijvoorbeeld niet onder deze rechtvaardigingsgronden.

Dwingende reden van algemeen belang

Ook kan een dwingende reden van algemeen belang een rechtvaardiging vormen op een beperking van het vrij verkeer van kapitaal. Deze ongeschreven rechtvaardigingsgrond is ontwikkeld door het Hof van Justitie en wordt ook wel Rule of Reason genoemd. Deze dwingende redenen van algemeen belang kunnen ervoor zorgen dat nationale regels voor gaan op de bepalingen van vrij verkeer, op voorwaarde dat zij geschikt zijn om de verwezenlijking van het nagestreefde doel te waarborgen en niet verder gaan dan nodig is voor het bereiken van dat doel.

Uit de rechtsspraak van het Hof van Justitie volgen verschillende redenen die een nationale regel die beperkend werkt op het vrij verkeer van kapitaal kunnen rechtvaardigen.

  • Zo heeft het Hof van Justitie in de zaak Sint Servatius (Zaak C-567/07) bepaald dat vereisten in verband met het volkshuisvestingsbeleid van een lidstaat en van de financiering van dit beleid dwingende redenen van algemeen belang kunnen vormen en dus een nationale regeling kunnen rechtvaardigen.
  • Ook is in de zaak SEGRO (Zaak C-52/16) en Festersen (Zaak C-370/05) bepaald dat nationale regelingen de vrijheid van kapitaalverkeer mogen beperken op grond van doelstellingen als die welke beogen de exploitatie van landbouwgrond door de eigenaar ervan te handhaven.
  • Tevens is in de Essent zaak (Zaak C-105/12) door het Hof van Justitie genoemd dat redenen die ten grondslag liggen aan de gekozen regeling van eigendomsrecht in de onder artikel 345 VWEU vallende nationale wetgeving, factoren zijn die in aanmerking kunnen worden genomen als rechtvaardiging voor de beperking van het vrije kapitaalverkeer.
  • Ten slotte kan de bevordering van onderzoek en ontwikkeling een dwingende redenen van algemeen belang vormen (zie Zaak C-39/04).

Verschil verdragsuitzonderingen en dwingende reden van algemeen belang

Het verschil tussen de verdragsuitzondering en de dwingende reden van algemeen belang is dat de verdragsuitzondering kan worden ingeroepen voor direct en indirect discriminerende maatregelen, en niet in het geval van een niet-discriminerende maatregel. Een beroep op een dwingende reden van algemeen belang is alleen mogelijk bij een niet-discriminerende maatregel.