Europees recht en beleid

Laatste update: 30 oktober 2024

Contact: en


Onder welke voorwaarden kunnen vergunningen een beperkte vergunningsduur hebben?

Artikel 11 van de Dienstenrichtlijn bepaalt dat een aan een dienstverrichter verleende vergunning in beginsel geen beperkte geldigheidsduur heeft. Artikel 11 vervolgens noemt drie uitzonderingen, namelijk:

  1. De vergunning automatisch wordt verlengd of alleen afhankelijk is van de voortdurende vervulling van de voorwaarden.
  2. Het aantal beschikbare vergunningen beperkt is door een dwingende reden van algemeen belang.
  3. Een beperkte duur gerechtvaardigd is om een dwingende reden van algemeen belang.

Decentrale overheden moeten een vergunning met een beperkte duur kunnen rechtvaardigen en motiveren. Overheden blijven daarnaast de mogelijkheid houden om een vergunning in te trekken als een dienstverlener niet (meer) aan bepaalde voorwaarden voldoet.

Uitzondering 1 (artikel 11 lid 1 sub a Dienstenrichtlijn)

Formeel kent deze uitzondering een beperkte geldigheidsduur. Verlenging vindt echter automatisch plaats. Bij verlenging worden geen andere of nieuwe voorwaarden gesteld dan die gedurende de looptijd van de vergunning golden. De vergunninghouder hoeft geen actie te ondernemen om de vergunning te laten verlengen. Als er een vergunning voor bepaalde duur is verleend en de verlenging van rechtswege plaatsvindt, is er sprake van een automatische verlenging.

Uitzondering 2 (artikel 11 lid 1 sub b Dienstenrichtlijn)

Het aantal beschikbare vergunningen is beperkt door een dwingende reden van algemeen belang. Een voorbeeld is het beperken van het aantal verkooppunten voor consumentenvuurwerk om de openbare veiligheid te beschermen. De beperking is dus noodzakelijk.

Schaarste aan vergunningen

Als gevolg van publiekrechtelijk handelen kan er een schaarste aan deze vergunningen ontstaan. De schaarste ontstaat omdat de dwingende reden van algemeen belang veiliggesteld wordt. Wanneer het aantal beschikbare vergunningen beperkt is, moeten de vergunningen altijd een beperkte geldigheidsduur hebben. Dit volgt uit de uitspraak van het Europese Hof van Justitie in het arrest Trijber & Harmsen (C-340/14 en 341/14). Het Hof concludeerde hier dat vergunningen niet voor onbepaalde tijd kunnen worden verleend wanneer het aantal beschikbare vergunningen beperkt is. Het stellen van een beperkte geldigheidsduur waarborgt ook dat anderen dan de bestaande vergunninghouders de kans krijgen om de onder die vergunning vallende diensten te mogen verrichten.

Praktijkvoorbeeld

In het geval van de coffeeshop gaat het om een beperking als gevolg van een dwingende reden van algemeen belang, bijvoorbeeld de bescherming van de volksgezondheid. De vergunningen worden in aantal schaars. Dit moet echter niet worden verward met het verlenen van een beperkt aantal vergunningen door schaarste van beschikbare hulpbronnen of bruikbare technische mogelijkheden (artikel 12 Dienstenrichtlijn en artikel 33 lid 4 sub b en lid 5 Dienstenwet).

Uitzondering 3 (artikel 11 lid 1 sub c Dienstenrichtlijn)

Bij de in artikel 11 lid 1 sub c Dienstenrichtlijn bedoelde uitzonderingsgrond is de beperking in geldigheidsduur van een vergunning een middel (geen gevolg) om een dwingende reden van algemeen belang te waarborgen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het beperken van de duur van een festival om de openbare orde te beschermen. Bij beoordeling of op grond hiervan een beperking in de geldigheidsduur is toegestaan, moet er ook rekening gehouden worden met de evenredigheid van de maatregel. Als er ook met minder vergaande stappen hetzelfde doel bereikt kan worden, is een beperking niet toegestaan.