Door de m.e.r. krijgt het milieubelang een volwaardige plek in het proces van het vaststellen van plannen en besluiten. Na de procedure van de m.e.r. kan de gemeente of provincie overgaan tot vergunningverlening.
Wat is een milieueffectrapportage?
Een m.e.r. is een procedure die tot doel heeft om het milieubelang een volwaardige rol te laten spelen bij het voorbereiden en het vaststellen van plannen en besluiten. Plannen en besluiten van gemeenten, provincies en waterschappen over bepaalde initiatieven en activiteiten van partijen die een nadelig effect kunnen hebben op het milieu dienen onderworpen te worden aan een m.e.r.-procedure. In deze procedure worden de milieugevolgen van een initiatief of activiteit in kaart gebracht en wordt er gekeken naar alternatieven. Daarnaast wordt bepaald hoe negatieve gevolgen beperkt kunnen worden. Dit wordt uitgewerkt in een milieueffectrapport (MER).
Welke wet- en regelgeving is van toepassing bij het uitvoeren van milieueffectrapportages?
De verplichting tot het volgen van een m.e.r -procedure volgt uit twee Europese richtlijnen:
- Richtlijn 2014/52/EU (tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU) betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten;
- Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s.
Nationale implementatie
In Nederlandse wetgeving zijn deze Richtlijnen geïmplementeerd met de Wet milieubeheer (Wm), meer specifiek hoofdstuk 7 (artikel 7.1 t/m artikel 7.42). Ook is het Besluit milieueffectrapportage van belang. Dit besluit is een uitwerking van artikel 7.2 Wm. In het Besluit milieueffectrapportage wordt benoemd voor welke activiteiten, plannen en besluiten het verplicht is om een m.e.r.-procedure te volgen. Bijvoorbeeld bij de aanleg van een provinciale autoweg.
In het Besluit milieueffectrapportage worden ook de activiteiten, plannen en besluiten genoemd waarvoor eerst een m.e.r.-beoordeling plaats moet vinden voordat zij doorgang kunnen vinden. In een m.e.r.-beoordeling kijkt het bevoegd gezag (gemeente, provincie of waterschap) of een project mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu heeft. Als dat het geval is, dient er voor dat project een m.e.r.-procedure gevolgd te worden. Een provincie die een provinciale autoweg wil uitbreiden dient, als deze weg een tracélengte heeft van 5 kilometer of meer, volgens het besluit eerst een m.e.r.-beoordeling uit te voeren.
Omgevingswet: Stand van zaken
In de Omgevingswet zal de wetgeving rondom de m.e.r. in afdeling 16.4 van de Omgevingswet zijn opgenomen en in hoofdstuk 11 en bijlage V bij het Omgevingsbesluit. Het is de bedoeling dat de Omgevingswet op 1 januari 2023 in werking treedt.
Procedure van het milieueffectrapport
In hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer zijn de bepalingen omtrent de m.e.r. opgenomen. Wanneer uit het Besluit milieueffectrapportage volgt dat voor een bepaalde activiteit een m.e.r.-verplichting geldt, dient vervolgens bekeken te worden of de m.e.r. ziet op een plan of besluit. De procedure voor plannen is namelijk anders dan voor besluiten. Zie hiervoor de website van Kenniscentrum Infomil. De procedure bij plannen is opgenomen in paragrafen 7.3, 7.4 en 7.5. Voor besluiten is de procedure in paragrafen 7.6 tot en met 7.10 te vinden. Voor het uitvoeren van de m.e.r. bestaat geen zelfstandige procedure. De stappen in de procedure van de m.e.r. lopen waar mogelijk samen met de bestaande besluitvormingsprocedures.
Procedure bij plannen
Voor plannen geldt een uitgebreide m.e.r.-procedure. Het bevoegd gezag (gemeente, provincie of waterschap) is in alle gevallen namelijk de initiatiefnemer.
Procedure bij besluiten
Bij besluiten wordt er een onderscheid gemaakt tussen de voorbereiding volgens de beperkte procedure en de voorbereiding volgens de uitgebreide procedure. De uitgebreide procedure dient gevolgd te worden in het geval van complexe besluiten. Bij de beperkte procedure vervallen een aantal stappen van de uitgebreide procedure. Besluiten waarvoor de beperkte m.e.r.-procedure gevolgd wordt, hebben in het algemeen minder ingrijpende milieugevolgen. De beperkte procedure biedt voldoende waarborgen voor participatie en kwaliteit in die gevallen.
Voorbeelden van besluiten die volgens de beperkte procedure genomen kunnen worden zijn vergunningen in het kader van de Kernenergiewet of de Waterwet.
Kenniscentrum InfoMil heeft in een overzicht de stappen van de uitgebreide en de beperkte m.e.r.-procedure schematisch weergegeven.
Wie is verantwoordelijk voor het opstellen van het MER?
In het geval van een plan waarvoor een m.e.r.-procedure gevolgd dient te worden, wordt het MER opgesteld door of onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het voorbereiden of vaststellen van het plan. Dit is dus de gemeente, provincie of het waterschap dat verantwoordelijk is voor het voorbereiden of vaststellen van het betreffende plan. Bij een besluit wordt het MER opgesteld door of onder verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer. Dit is de publieke of private partij die een bepaalde activiteit wil ondernemen waarvoor een m.e.r.-verplichting geldt en daarvoor een aanvraag wil gaan indienen.
Wat moet in een MER worden opgenomen?
Voor een MER van een plan is in artikel 7.7 van de Wet milieubeheer opgenomen wat de inhoudelijke vereisten voor dit rapport zijn. Voor besluiten vinden we deze inhoudelijke vereisten terug in artikel 7.23 van die wet. Deze vereisten zijn zowel voor een plan als voor een besluit de volgende:
- Het doel van de activiteit: een beschrijving van hetgeen met de voorgenomen activiteit wordt beoogd (sub a);
- Een beschrijving van de activiteiten, alsmede de alternatieven en de motivering van de keuze voor de in beschouwing genomen alternatieven (sub b);
- Een overzicht van eerder vastgestelde plannen die betrekking hebben op de activiteit en alternatieven (sub c);
- Een beschrijving van de bestaande toestand van het milieu en de te verwachten ontwikkeling van dat milieu (sub d);
- Een beschrijving van de gevolgen die de activiteiten en de alternatieven hebben voor het milieu (sub e);
- Een vergelijking tussen de te verwachten ontwikkeling van het milieu en de mogelijke gevolgen van de activiteiten voor het milieu (sub f);
- Een beschrijving van maatregelen om belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen, te beperken of zoveel mogelijk teniet te doen (sub g);
- Een overzicht van de leemten in de beschrijvingen als bedoeld in de onderdelen van sub d en sub e, als gevolg van het ontbreken van de benodigde informatie (sub h);
- Een samenvatting die aan een algemeen publiek voldoende inzicht geeft voor de beoordeling van het milieueffectrapport en van de daarin beschreven mogelijke gevolgen voor het milieu van de voorgenomen activiteit en van de beschreven alternatieven (sub i).
Voor besluiten is ook een check nodig of is voldaan aan de vereisten uit de Richtlijn betreffende de milieubeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (Richtlijn 2014/52/EU), te vinden in bijlage IV.
Commissie voor de milieueffectrapportage
Gedurende de procedure van de m.e.r. heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie m.e.r.) een adviserende rol. Deze onafhankelijke adviseur geeft advies over de inhoud van milieueffectrapporten. De Commissie m.e.r. kan in de gelegenheid worden gesteld om een advies uit te brengen, bijvoorbeeld bij de kennisgeving over het voornemen tot het voorbereiden van een plan of bij de beperkte voorbereiding van een MER dat betrekking heeft op een besluit.
De relatie tussen het opstellen van een MER en de Natura 2000-gebieden
Ook voor projecten in Natura2000-gebieden moet een MER worden opgesteld om te bepalen of een plan of project significante gevolgen heeft voor het gebied. Als niet uitgesloten kan worden dat een plan of project significante gevolgen heeft, dan dient een passende beoordeling gemaakt te worden. Deze passende beoordeling gaat dieper in op de gevolgen voor de gebieden. Meer informatie over de relatie tussen de Natura2000-gebieden en het opstellen van een MER is te vinden in deze factsheet van de Commissie voor de milieueffectrapportage.
mer-scan
Kenniscentrum InfoMil heeft een handige tool ontwikkeld om vast te stellen of voor een bepaald plan, programma of te verlenen vergunning een m.e.r.-(beoordelings)plicht geldt: de m.e.r.-scan. Deze scan geeft inzichten in de verplichtingen die gelden onder de Omgevingswet. Er zijn drie scans: voor een omgevingsvergunning, een omgevingsplan, en een omgevingsvisie of programma. De verschillende scans zijn hier te vinden.
Let op: met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zullen de werkzaamheden van Kenniscentrum InfoMil overgenomen worden door het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO).