Europees recht en beleid

Laatste update: 18 november 2024

Contact:


De EU heeft regels opgesteld om de kwaliteit van natuur in Europa te behouden en te verbeteren door gebieden, planten en dieren te beschermen en verlies aan biodiversiteit te voorkomen. Het gaat bijvoorbeeld om de Vogel- en Habitatrichtlijn of het tegengaan van invasieve uitheemse soorten. Ook bestaat er Europees beleid op het gebied van bodem, bossen en landgebruik dat van belang is voor decentrale overheden.

Europees natuurbeleid  

Het Europese natuurbeleid richt zich met name op het beschermen en het herstellen van biodiversiteit en ecosystemen. Bodem, bossen en landgebruik worden daarbij steeds belangrijkere onderdelen. Daarnaast is natuur een centraal onderdeel in de Europese beleidsvorming. Andere beleidsterreinen en sectoren zoals energie, vervoer en landbouw moeten bijvoorbeeld rekening houden met de effecten ervan op flora en fauna. 

Green Deal: toekomstig natuurbeleid 

De Green Deal vormt de leidraad in het toekomstige Europese natuurbeleid. De verschillende strategieën van de Green Deal stellen doelstellingen en maatregelen voor om de natuur verdergaand te beschermen en herstellen.

Op deze pagina komt eerst Europese regelgeving voor biodiversiteit en natuurbehoud aan de orde. Daarna gaan we in op bescherming van specifieke gebieden: bodem, bossen en landgebruik.   

Bescherming biodiversiteit: biodiversiteitswetgeving 

De kern van het Europees natuurbeleid is de instandhouding van biologische biodiversiteit en de bescherming van kwetsbare Europese natuur. Dit gebeurt met name via het Natura 2000-netwerk. Daarnaast heeft de EU wetgeving voor invasieve uitheemse soorten en wilde en exotische diersoorten. 

Natura 2000 en de Vogel- en Habitatrichtlijnen  

De Vogel- en Habitatrichtlijnen (Richtlijnen 2009/147 & 92/43) regelen de bescherming van kwetsbare gebieden, dieren en plantensoorten. Op basis van deze twee Richtlijnen zijn speciale beschermingszones aangewezen die bijdragen aan het behoud van bepaalde diersoorten en habitats. Deze gebieden vormen samen het Europese Natura 2000-netwerk.

De Vogel- en Habitatrichtlijnen stellen verder vast welke vogel- en diersoorten beschermd moeten worden. Ook dienen de lidstaten verschillende acties te verbieden, zoals: het opzettelijk doden van bepaalde dier- en vogelsoorten, het opzettelijk vernielen van nesten en het verkopen van wilde diersoorten.

Gerelateerde praktijkvragen

Daarnaast publiceerde de Europese Commissie richtsnoeren om de toepassing van de Habitatrichtlijn te verduidelijken wat betreft de bescherming van diersoorten en hun leefomgeving.

Invasieve uitheemse soorten 

Invasieve uitheemse soorten kunnen de inspanning om de natuur te beschermen en herstellen ondermijnen. Invasieve uitheemse soorten of exoten zijn dieren of planten die van oorsprong niet voorkomen in het gebied waar ze zijn aangetroffen. Ze kunnen dan schadelijk zijn voor (kwetsbare) inheemse dieren en planten. Voorbeelden van invasieve uitheemse soorten zijn de muskusrat, de Japanse duizendknoop en de reuzenberenklauw. De EU heeft wetgeving voor de bestrijding van invasieve uitheemse soorten opgesteld (Verordening 1143/2014). Meer informatie hierover vindt u op onze pagina invasieve uitheemse soorten

Verder heeft de EU wetgeving voor de bescherming van wilde dieren en planten. De Richtlijn dierentuinen (Richtlijn 1999/22) draagt bij aan de bescherming van wilde diersoorten buiten hun natuurlijke habitat. De CITES-verordening (Verordening 338/97) beschermt wilde dieren en planten door controle op het handelsverkeer.  

Aanpak biodiversiteitsverlies: Biodiversiteitsstrategie 2030 

In 2020 publiceerde de Europese Commissie de Biodiversiteitsstrategie voor 2030. Hierin stelt de Commissie dat de huidige bescherming van gebieden onvolledig is geweest. De handhaving en uitvoering van Europese natuurwetgeving was tevens ontoereikend. De strategie bevat daarom een langetermijnplan om de natuur te beschermen en te herstellen. Zo moet het netwerk van beschermde gebieden worden uitgebreid en verbeterd. Daarnaast moeten Europese steden vergroenen, bijvoorbeeld door het plaatsen van bomen en het creëren van groene daken.   

Als onderdeel van de Biodiversiteitsstrategie stelde de Europese Commissie in 2022 de Natuurherstelwet voor. Het doel van de wet is om de natuur en de ecosystemen in de EU-lidstaten weer gezond te maken. Zo bevat de wet een streefcijfer: in 2030 moet minstens 20% van het land en de zee in de EU hersteld zijn. De wet is in juni 2024 aangenomen.

Biodiversiteit en landbouw: biologische landbouw, pesticiden en bestuivende insecten 

Bepaalde landbouwpraktijken zijn een belangrijke reden voor de achteruitgang van de biodiversiteit. Zo daalt het aantal bestuivende insecten zoals bijen en vlinders. Betere landbouwpraktijken kunnen helpen bij de aanpak van biodiversiteitsverlies. De Europese Commissie moedigt daarom biologische en organische landbouw aan. Meer informatie hierover vindt u op onze pagina over landbouw. Daarnaast moet het Europese beleid de afhankelijkheid van pesticiden verkleinen en het gebruik van alternatieve gewasbeschermingsmiddelen bevorderen. Meer informatie hierover leest u op onze pagina pesticiden.  

Om de daling van het aantal wilde bestuivende insecten aan te pakken heeft de Europese Commissie in 2018 het EU initiatief inzake bestuivers gepubliceerd. Dit initiatief bestaat uit verschillende maatregelen zoals het monitoren van bestuivende soorten in de hele EU. Het initiatief moedigt ook het ontwikkelen van strategieën voor bestuivers op regionale niveaus aan. In 2021 bracht de Europese Commissie een voortgangsrapport uit. 

Naar aanleiding van het voortgangsrapport is in 2023 een herziening van het initiatief inzake bestuivers voorgesteld om te zorgen dat bestuivers beter worden beschermd. De herziening betreft acties die de Europese Unie en lidstaten kunnen nemen om de afname van bestuivers tegen te gaan. Zo heeft de herziening het over het inzetten van een strategisch gepland netwerk van habitatstroken om de habitats van bestuivers te beschermen.

Bodem

De bodem is een complex ecosysteem. Het wordt ook beschouwd als een niet-hernieuwbare hulpbron. Bodemdegradatie zoals verdichting, verzilting en erosie heeft gevolgen voor de bodemkwaliteit. Landbeheerpraktijken (bijvoorbeeld ontbossing, overbegrazing, verontreiniging en bodemafdekking) zijn belangrijke oorzaken van bodemdegradatie. 

Green Deal: bodemstrategie 

Het doel van de Europese Commissie is dat 75% van de bodem tegen 2030 gezond is.

In 2050 moet bodemverontreiniging tot nul worden teruggebracht. Om dit doel te bereiken, is er de bodemstrategie. Met de strategie wil de Commissie de groeiende bedreiging van landdegradatie aanpakken en de inspanningen voor het saneren van verontreinigde grond verhogen.  

Als onderdeel van de bodemstrategie, heeft de Europese Commissie in 2023 een voorstel aangenomen voor de Richtlijn inzake bodemmonitoring en veerkracht. De Richtlijn verplicht lidstaten bijvoorbeeld om alle bodems op hun grondgebied te controleren en vervolgens te beoordelen, zodat de verantwoordelijke partijen maatregelen kunnen nemen voor de verbetering van de bodemgezondheid. Tijdens een eerste lezing heeft het Europees Parlement de Richtlijn aangenomen. Na de Europese verkiezingen in juni behandelt het nieuwe Parlement het voorstel nogmaals. Daarnaast moet de Raad van de Europese Unie het voorstel nog aannemen. Als zowel het Parlement als de Raad akkoord gaan met de Richtlijn, dan kan deze verschijnen in het Publicatieblad van de EU en daarna inwerking treden.

Verdere wet- en regelgeving: bodem

Verschillende andere richtlijnen en verordeningen dragen ook bij aan de bescherming van de bodem. De regels richten zich met name op de sectoren die de bodem het meest belasten: industrie en landbouw.

De Richtlijn industriële emissies (RIE) moet bijvoorbeeld bodemverontreiniging voorkomen en verminderen door middel van best beschikbare technieken. Verschillende landbouwpraktijken en -methoden kunnen de bodemkwaliteit bevorderen, zoals blijvend grasland en gewasdiversificatie. Deze worden via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid aangemoedigd. Daarnaast heeft waterbeleid ook betrekking op de bodem, aangezien vervuilende stoffen via het grond- en oppervlaktewater in de bodem terecht kunnen komen. 

Bodemsanering is het proces om de bodem te herstellen van bodemverontreiniging. Het principe “de vervuiler betaalt”, een van de belangrijke beginselen van de EU, is van belang als het gaat om de verdeling van de kosten van sanering.

Gerelateerde praktijkvraag

Bossen

Bossen en beboste gebieden zijn belangrijke natuurgebieden voor de biodiversiteit en voor het bestrijden van klimaatverandering. De vraag naar land, houtproducten en energie zetten deze gebieden onder druk.

Green Deal: bossenstrategie

De EU-bossenstrategie bevat maatregelen voor de bescherming en het herstel van bossen. Het belang van duurzame (her)bebossing en duurzaam bosbeheer staat centraal: het doel is om in 2030 minstens 3 miljard extra bomen in de EU te planten.

De strategie stelt maatregelen voor ter bevordering van innovatie en promotie van producten en materialen die een alternatief zijn voor producten uit fossiele materialen. De strategie wil daarnaast andere economische activiteiten dan houtproductie bevorderen, bijvoorbeeld ecotoerisme.  

Fit for 55: Landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw

Landgebruik en landgebruiksverandering worden samen met de bosbouw ook wel de LULUCF sector genoemd (LULUCF: Land Use, Land Use Change and Forestry). De rol van LULUCF categorieën wordt steeds belangrijker in het bestrijden van klimaatverandering. Om die reden heeft er als onderdeel van het ‘Fit for 55’-pakket een herziening van de LULUCF-Verordening plaatsgevonden.

Deze LULUCF-Verordening betreft twee zaken: de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van land- en bosbeheer; en verwijderingen van broeikasgassen: het proces waarbij koolstofdioxide uit de lucht wordt opgevangen en wordt opgeslagen in biomassa. Volgens de Verordening mag de uitstoot van broeikasgassen het aantal koolstofverwijderingen niet overstijgen tot en met 2025. In de periode 2026-2030 geldt er ook een bindend nationaal streefcijfer voor het aantal koolstofverwijderingen dat elke lidstaat moet realiseren.  Meer informatie over dit onderwerp vindt u op onze pagina CO2-reductie en emissiehandelssysteem. 

Verdere wet- en regelgeving: bossen

De bescherming van de kwantiteit en kwaliteit van bossen is ook opgenomen in andere Europese wet- en regelgeving. Zo zijn in bijlage I van de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43) de bossen opgenomen die onder Natura 2000 beschermd moeten worden. In Nederland vallen acht typen bos onder bescherming van Natura 2000. Daarvoor moet een beheerplan worden opgesteld.  

De richtlijn hernieuwbare energie (RED III; Richtlijn 2023/2413) bevat duurzaamheidscriteria voor bosbiomassa. Bio-energie mag niet geproduceerd worden uit grondstoffen van land met een hoge biodiversiteitswaarde. Ook stelt het aanvullende eisen voor bosbiomassa. Zo moeten gebieden waar bomen gekapt worden ten behoeve van biomassa worden herbebost.  

Ook is er regelgeving op het gebied van hout en houtproducten zoals bijvoorbeeld de houtverordening (Verordening 995/2010). Sinds 2010 mogen gemeenten, waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat alleen nog maar duurzaam hout inkopen voor overheidsopdrachten.

Landgebruik

In Europa wordt land intensief gebruikt, bijvoorbeeld voor landbouw, woningbouw en infrastructuur. De manier waarop land wordt gebruikt heeft echter gevolgen voor het klimaat, milieu en natuur. Intensieve landbouw, verstedelijking en versnippering van het platteland zijn oorzaken van de achteruitgang van de biodiversiteit. Daarnaast zijn er zorgen over de directe en indirecte gevolgen van de verandering van landgebruik. De productie van biomassa voor bio-energie kan bijvoorbeeld leiden tot indirecte broeikasgasemissies door verandering in landgebruik. Ook kan de biomassaproductie de voedselproductie en de biodiversiteit verder onder druk zetten. 

Wet- en regelgeving: landgebruik

Naast de eerder benoemde LULUCF-Verordening die ook van toepassing is op landgebruik en landgebruiksverandering, moedigt de EU duurzaam landgebruik aan. In de hernieuwbare energierichtlijn (RED III; Richtlijn  2023/2413) zijn duurzaamheidscriteria opgenomen die de gevolgen van verandering in landgebruik moeten beperken. Ook zijn er eisen voor biomassa afkomstig uit bossen. Deze richtlijn wordt aangevuld door gedelegeerde Verordening 2019/807. Hierin zijn de criteria voor de certificering van biobrandstoffen vastgesteld in de gevolgen van verandering in landgebruik .  

Kavelruil is een landinrichtingsinstrument waarmee de inrichting van de natuur en het landgebruik kunnen worden verbeterd. Het kan bijvoorbeeld versnippering tegengaan. Kavelruilprojecten kunnen in aanmerking komen voor POP3+ subsidies. Hierop kunnen staatssteunregels van toepassing zijn.

Gerelateerde praktijkvraag

Nationaal natuurbeleid 

De Omgevingswet beschermt planten en diersoorten. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor het omzetten van Europees beleid naar nationaal beleid. Provincies werken de kaders vervolgens uit in provinciale strategieën. In het programma Natuur (2020) werken het rijk en de provincies gezamenlijk aan het versterken en verbeteren van de natuur en biodiversiteit. Het programma Natuur vormt een aanvulling op het Natuurpact (2013) dat tot 2027 loopt.   

Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is de basis van het natuurbeleid in Nederland. NNN is een netwerk van natuurgebieden en verbindingszones. Eerder stond het ook wel bekend als de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het netwerk bestaat onder andere uit nationale parken en Natura 2000-gebieden. Het rijk en provincies zijn verantwoordelijk voor deze gebieden. Het NNN moet aansluiten op natuurgebieden in andere Europese landen. Samen moeten deze gebieden uiteindelijk een pan-Europees Ecologisch Netwerk vormen. 

Om de Nederlandse bossen te behouden, is de bossenstrategie vastgesteld door het Rijk en de provincies. De strategie geeft bijvoorbeeld aandacht aan het revitaliseren van bestaande bossen en het aanplanten van nieuw bos. De strategie ambieert om tegen 2030 10% meer bos in Nederland te hebben gerealiseerd.

Decentrale relevantie 

Het natuurbeleid in Nederland is gedecentraliseerd. Provincies zijn op grond van de Omgevingswet verantwoordelijk voor het natuurbeleid binnen hun provinciegrenzen. Provincies en gemeenten geven bijvoorbeeld vergunningen en ontheffingen af voor activiteiten in natuurgebieden. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de controle van aanvragen van omgevingsvergunningen, indien noodzakelijk het vragen van aanvullend natuuronderzoek en het verzorgen van toezicht en handhaving. Waterschappen, provincies en gemeenten zijn daarnaast verantwoordelijk voor de uitvoering van natuurbeleid. Daarnaast zijn zowel provincies als gemeenten in Nederland verantwoordelijk voor de zorg voor bodemgezondheid.

Natuurbeheer en staatssteun

Natuurbeheer kan in aanraking komen met staatssteunregels. De Europese Commissie heeft namelijk in meerdere zaken geconcludeerd dat natuurbescherming gepaard kan gaan met activiteiten die economisch van aard zijn. Meer informatie vindt u op de pagina staatssteun en natuur en in onderstaande praktijkvragen.

Gerelateerde praktijkvragen