Verboden diensten
Decentrale overheden mogen onderdanen van een andere lidstaat niet beperken in hun vrijheid van vestiging in de eigen lidstaat. Ook beperkingen op het vrij verrichten van diensten zijn verboden.
Wat valt onder vestiging?
Art. 49 VWEU is van toepassing op zelfstandigen en ondernemingen die zich in een andere lidstaat willen vestigen. Vennootschappen worden voor de toepassing van het recht van vestiging gelijkgesteld met de natuurlijke personen die onderdaan zijn van een lidstaat.
De vrijheid van vestiging omvat de toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst en de uitoefening daarvan alsmede de oprichting en het beheer van ondernemingen, en met name van vennootschappen.
Het verbod
Beperkingen van de vrijheid van vestiging voor onderdanen van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat zijn verboden. Ook maatregelen die geen onderscheid naar nationaliteit maken (zonder onderscheidsmaatregelen) zijn verboden.
Wat valt onder diensten?
Art. 57 VWEU bepaalt dat als diensten worden beschouwd de dienstverrichtingen welke gewoonlijk tegen vergoeding geschieden, voor zover de bepalingen betreffende het vrije verkeer van goederen, kapitaal en personen op deze dienstverrichtingen niet van toepassing zijn. De dienstencategorie kan dus beschouwd worden als een soort ‘restcategorie’.
Werkzaamheden
Diensten omvatten met name de volgende werkzaamheden:
– Van industriële aard (zoals bouw);
– Van commerciële aard (zoals banken en verzekeringen);
– Van het ambacht;
– Van de vrije beroepen.
Het verbod
Art. 56 verbiedt beperkingen op het vrij verrichten van diensten binnen de EU ten aanzien van onderdanen der lidstaten die in een andere lidstaat zijn gevestigd dan die waarin degene is gevestigd te wiens behoeve de dienst wordt verricht.
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
STEL UW VRAAG