Lokale en regionale omroepen wet- en regelgeving
Aansluiten bij Mededeling openbare omroepen
Bij de omschrijving van de publieke taak van ‘hun’ omroep kunnen decentrale overheden aansluiting zoeken bij de Mededeling openbare omroepen uit 2009. Hierin zet de Europese Commissie uiteen wat de publieke taak inhoudt en hoe compensatie daarvan staatssteunproof te maken valt:
1. Gevarieerde programmering
De omroep krijgt de opdracht een evenwichtige en gevarieerde programmering aan te bieden en daarbij een bepaald percentage van het publiek aan te trekken. De taak kan ook audiovisuele diensten via digitale platforms omvatten. De doelstelling van de opdracht moet voldoen aan de democratische, sociale en culturele behoeften van de maatschappij. Hierbij moet het pluralisme gewaarborgd blijven.
2. Duidelijke opdracht
De opdracht moet heel duidelijk omschreven zijn door een officiële, daartoe gerechtigde autoriteit (de steunverlener).
3. Netto kosten
Anders dan bij het opleggen van een ‘gewone’ DAEB, mag de financiering van omroepen geen winst omvatten, maar alleen de netto kosten van de publieke taak compenseren.
4. Geen overcompensatie
Om overcompensatie en kruissubsidiëring te voorkomen is een gescheiden boekhouding van belang. Een scheiding tussen activiteiten, die binnen en buiten de openbare dienst vallen, kan de financiële transparantie nog meer versterken. Als toch sprake is van overcompensatie, mogen publieke omroepen een deel houden om de uitvoering van de openbare dienstverplichting te waarborgen.
5. Monitoren
De uitvoering van de publieke taak moet effectief worden gemonitord door een onafhankelijk toezichthoudend orgaan.
Steun voor gebruik nieuwe media en online diensten
De Commissie wilde met de mededeling uit 2009 de voorwaarden aanpassen aan de technologische ontwikkelingen in medialand en de toenemende dienstverlening via internet. Mits de democratische, sociale en culturele behoeften van een brede doelgroep gewaarborgd blijven mogen:
– betaaldiensten (zoals toegang tot archieven tegen betaling, pay-per-view, toegang tot mobiele diensten tegen een bedrag, betalen voor online-content etc.) ook onderdeel uitmaken van de publieke taak;
– omroepen staatssteun gebruiken om via de digitale weg audiovisuele diensten te leveren.
Implementatie in Nederland
Op nationaal niveau wordt via een goedkeuringsprocedure op grond van de Awb beoordeeld of een nieuwe of voorgenomen (digitale) activiteit van de publieke media-instelling concurrentievervalsend is (markttoets).
Voor lokale en regionale omroepen is het van belang of digitale activiteiten tot de hoofdtaak kunnen worden gerekend of een nevenactiviteit zijn (art. 2.1 Mediawet 2008). Het verzorgen van radio- en televisieprogramma’s via internet is onderdeel van de publieke mediaopdracht.
Nevenactiviteiten van lokale en regionale omroepen moeten worden goedgekeurd door het Commissariaat van de Media. Zie hiervoor afdeling 2.5.6 van de Mediawet inzake nevenactiviteiten.
Rol Europese Commissie
De Commissie spreekt zich niet uit over de vraag of een programma moet worden aangeboden als DAEB. Evenmin kan zij de aard of kwaliteit van een product ter discussie stellen. In het geval van DAEB’s is de rol van de Commissie beperkt tot de controle op ‘kennelijke fouten’.
Voldoet de publieke taak niet aan de culturele, sociale en democratische behoeften van de samenleving? Dan is er sprake van een kennelijke fout. Volgens de Commissie is dat normaliter het geval bij reclame, e-commerce, telewinkelen, sponsoring, merchandising en dure inbelnummers bij belspellen.