Europees recht en beleid

Laatste update: 19 juli 2023

Contact:


Wil uw overheidsorganisatie aan een school subsidie verlenen voor het moderniseren van het schoolgebouw? Geeft uw overheidsorganisatie subsidie aan een onderneming om een bepaalde cursus aan te bieden aan haar werknemers? Dan is het van belang dat uw overheidsorganisatie voorafgaand aan de steunverlening toetst of er sprake is van staatssteun.

Economische activiteiten of niet?

De staatssteunregels zijn alleen van toepassing als er sprake is van steunverlening aan een onderneming, die een economische activiteit verricht.

Openbaar onderwijs

In de Mededeling betreffende het begrip ‘staatssteun’ legt de Europese Commissie uit dat steun voor openbaar onderwijs in principe geen staatssteun oplevert. Dit komt omdat openbaar onderwijs dat door de staat wordt gefinancierd en onder staatstoezicht staat niet kan worden aangemerkt als een economische activiteit. Het betalen van onderwijs- of inschrijvingsgelden doet niet af aan het niet-economische karakter van openbaar onderwijs. Deze bijdragen dekken vaak slechts een klein deel van de kosten van de dienst en kunnen daardoor niet beschouwd worden als een vergoeding voor de verrichte dienst.

Opleidingen

Het aanbieden van cursussen of opleidingen door een onderneming, niet zijnde openbaar onderwijs, dient daarentegen wel aangemerkt te worden als economische activiteit. Onderwijsinstellingen die hoofdzakelijk door ouders of leerlingen of uit commerciële inkomsten worden bekostigd kunnen dus wel een economische activiteit zijn. Daarnaast kan ook de situatie zich voordoen dat een overheidsorganisatie een onderneming steun geeft om haar werknemers op te leiden. De begunstigde verricht zelf een economische activiteit en moet daarom worden aangemerkt als een onderneming. In deze gevallen kan er mogelijk sprake zijn van staatssteun.  

Het verrichten van economische en niet-economische activiteiten

Het is mogelijk dat een onderwijsinstelling naast openbaar onderwijs ook economische activiteiten aanbiedt. Te denken valt aan het aanbieden van cursussen of het verzorgen van vervoer. Een ander voorbeeld is het verrichten van contractonderzoek door een universiteit. Daarover kunt u meer lezen in deze praktijkvraag. In de zaak C-74/16 legt het Hof van Justitie van de Europese Unie het onderscheid tussen economische en niet-economische activiteiten van onderwijsinstellingen uit. Als onderwijsinstellingen deels regulier onderwijs verzorgen en deels commercieel werkzaam zijn, kunnen decentrale overheden gelden ten goede laten komen aan de niet-commerciële taak, zonder met de regels van staatssteun in aanraking te komen. Door middel van een duidelijke boekhoudkundige scheiding kan worden voorkomen dat er ongeoorloofde kruissubsidiëring plaatsvindt.

Vrijstellingsmogelijkheden

Als staatssteun kan worden vrijgesteld, hoeft die steun niet eerst te worden aangemeld bij de Europese Commissie. Er bestaan verschillende mogelijkheden voor staatssteun voor onderwijs en opleiding:

  • Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV): De AGVV kent een specifiek deel dat is gewijd aan opleidingssteun (deel 5). Decentrale overheden mogen onder bepaalde voorwaarden staatssteun verlenen aan ondernemingen ter bevordering van opleiding. Van dergelijke steun dienen decentrale overheden dienen slechts kennis te geven.
  • Landbouwvrijstellingsverordening (LVV): Voor staatssteun op basis van de LVV hoeft ook alleen een kennisgeving te worden gedaan. Wat betreft opleiding noemt artikel 21 specifiek financiering voor beroepsopleiding en het verwerven van vaardigheden.
  • Reguliere de-minimisverordening: Op grond van deze verordening kunnen  overheden, dus ook decentrale overheden, over een periode van drie belastingjaren tot maximaal € 200.000,- aan steun verlenen aan een onderneming. 
  • Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB): Decentrale overheden mogen een DAEB beleggen bij een onderneming als de markt de diensten onvoldoende oppakt of deze niet tegen maatschappelijk aanvaardbare voorwaarden verricht.

Richtsnoeren opleidingssteun

Is vrijstellen niet mogelijk, dan dient de staatssteun te worden aangemeld. In Mededeling 2009/C188/01 van de Europese Commissie geeft de Commissie richtsnoeren betreffende de criteria die zij zal toepassen bij de beoordeling van opleidingssteun. Daarbij let de Commissie op zowel de positieve als de negatieve aspecten van de steunverlening. Deze richtsnoeren dienen transparantie te bieden in de beoordeling van de Commissie.