De klachtprocedure is een route die gevolgd kan worden wanneer het vermoeden bestaat dat er sprake is van onrechtmatig verleende steun. Deze procedure betreft echter een zwaar middel en is alleen ontvankelijk wanneer de steun niet is aangemeld bij de Europese Commissie. Ook decentrale overheden kunnen te maken krijgen met klachtprocedures (zowel in de hoedanigheid van klager als beklaagde) en de mogelijke gevolgen van onrechtmatigheid. Op deze pagina treft u daarom meer informatie aan over het starten van een dergelijke procedure, de afhandeling van een klacht en de mogelijke gevolgen ervan.
Wie kan een klacht indienen?
Klachten zijn een belangrijke bron van informatie voor het opsporen van inbreuken op de staatssteunregels van de Unie. Op grond van artikel 24, lid 2 van de Procedureverordening kunnen alleen belanghebbenden een klacht indienen bij de Europese Commissie. Een belanghebbende is een lidstaat en een persoon, onderneming of ondernemersvereniging waarvan de belangen door de toekenning van steun kunnen worden getroffen. Voorbeelden van dergelijke belanghebbenden zijn de begunstigde van de steun, concurrerende ondernemingen en beroepsverenigingen (artikel 1, onder h, van de Procedureverordening). De Europese Commissie moet elke klacht van een belanghebbende onderzoeken.
Hoe en waar kan ik mijn klacht indienen?
Indien een belanghebbende een klacht wil indienen, dient van dit formulier van de Commissie gebruik te worden gemaakt. Het formulier kan vervolgens zowel elektronisch als per post worden verstuurd naar:
Europese Commissie
Directoraat-generaal Concurrentie
Griffie Staatssteun
B-1049 Brussel
België
Fax (32-2) 296 12 42
stateaidgreffe@ec.europa.eu
U krijgt binnen vijftien werkdagen een ontvangstbevestiging.
Wat gebeurt er nadat ik mijn klacht heb ingediend?
De Commissie onderzoekt een ontvangen klacht zo snel mogelijk en zorgt ervoor dat de betrokken lidstaat van de voortgang en het resultaat van het onderzoek op de hoogte wordt gehouden.
Termijnen
De Commissie tracht een klacht binnen twaalf maanden af te handelen. Als de Commissie het nodig acht, kan zij een lidstaat vragen commentaar te leveren op de klacht. Als het een decentrale zaak betreft, neemt het Coördinatiepunt Staatssteun van het ministerie van BZK contact op met de betrokken overheid.
Prioritering en vervolg klachtprocedure
De Commissie is bevoegd om klachten te prioriteren. De prioriteit die aan een klacht wordt gegeven kan afhangen van de reikwijdte van de vermeende inbreuk, de omvang van de begunstigde onderneming, de betrokken economische sector of de aanwezigheid van soortgelijke klachten. Zij mag de behandeling van klachten die geen hoge prioriteit hebben gekregen uitstellen, maar binnen twee maanden moet de Commissie tot een besluit (als bedoeld in artikel 4 van de Procedureverordening) komen of de klager een voorlopig oordeel sturen.
Opmerkingen indienen
De klager heeft dan één maand om inhoudelijke opmerkingen in te dienen. Gebeurt dit niet, dan wordt de klacht geacht te zijn ingetrokken. De Commissie brengt de betrokken lidstaat hiervan op de hoogte (artikel 24 lid 2 van de Procedureverordening).
Vermoeden van staatssteun
Als de Commissie twijfelt of de maatregel waarover wordt geklaagd verenigbaar is met de interne markt en de steun nog niet verleend is, kan de maatregel (na informeel overleg) alsnog worden aangemeld bij de Commissie. Tot de Commissie een besluit heeft genomen, mag de steun niet worden verleend (standstill-bepaling). Meer informatie hierover vindt u op onze website over de meldingsprocedure.
Als de steun wel al is verleend, wordt deze als ‘non-notified’ aangeduid. Heeft de Commissie ernstige twijfel of de steun verenigbaar is, dan kan zij de formele onderzoeksprocedure inleiden. Meer informatie hierover vindt u op onze website over de zogenaamde ‘non-notificéprocedure’.