Levert de steunmaatregel een economisch voordeel op voor een onderneming? Alleen dan zijn de staatsteunregels van toepassing. Gaat een decentrale overheid op marktconforme wijze een transactie aan met een onderneming? Dan is staatssteun uitgesloten. Op deze pagina wordt uitgelegd, hoe kan worden vast gesteld of er sprake is van een economisch voordeel of een marktconforme transactie.
Wat is een economisch voordeel?
Wanneer een onderneming een economisch voordeel ontvangt dat onder normale marktvoorwaarden (dus zonder overheidsingrijpen) niet zou zijn verkregen, is er sprake van een economisch voordeel. De staat verstrekt dan een eenzijdig voordeel en de onderneming hoeft geen tegenprestatie te leveren die opweegt tegen de steun van de overheid.
Alleen het effect van de maatregel op de onderneming is relevant. Dit houdt in dat iedere maatregel die de financiële situatie van een onderneming verbetert, ongeacht of dit het doel van de maatregel is, de begunstigde onderneming van een voordeel voorziet. Een economisch voordeel kan dus vele vormen aannemen, waaronder:
- Het verstrekken van een subsidie, een lening of een garantie;
- Verkopen of verhuren van gronden of gebouwen tegen een lagere prijs of aankopen tegen een hogere prijs;
- Kwijtschelden van schulden of het treffen van gunstige belastingmaatregelen;
- Voordeel in natura: beschikbaar stellen van materiaal of personeel.
Marktconformiteit: Market Economy Operator
Wanneer een decentrale overheid marktconform handelt, dan is er vaak geen sprake van staatssteun. Om te bepalen of een decentrale overheid marktconform handelt, moet worden voldaan aan het Market Economy Operator beginsel (MEO). Aan de hand van het MEO-beginsel moet er worden nagegaan of een particuliere investeerder in soortgelijke omstandigheden hetzelfde zou hebben gehandeld. Wanneer een decentrale overheid bijvoorbeeld een lening of garantie geeft, moeten deze zich laten leiden door vooruitzichten op rentabiliteit op lange termijn. Ook als gronden, panden of andere eigendommen van decentrale overheden worden verkocht, moet dit tegen de marktprijs gebeuren.
Of een overheidsmaatregel marktconform is, moet vooraf worden beoordeeld, rekening houdende met de informatie die beschikbaar was op het ogenblik dat tot de maatregel werd besloten. Voor de toepassing van het MEO-beginsel dient alleen rekening te worden gehouden met de voordelen en verplichtingen die verband houden met de rol van de Staat in zijn hoedanigheid van marktdeelnemer. Bijgevolg dient het beginsel te worden toegepast, los van alle overwegingen die uitsluitend verband houden met de rol van een lidstaat als overheid (bijv. overwegingen van sociale aard of van regionaal of sectoraal beleid).
Als een transactie aantoonbaar plaatsvindt op voet van gelijkheid tussen een decentrale overheid en een onderneming, dan is er sprake van marktconformiteit. Een open, niet discriminerende en onvoorwaardelijke aanbestedingsprocedure is een goede manier om ervoor te zorgen dat de steunverlening overeenkomt met de marktprijs. De kans op een niet marktconform voordeel wordt zo verkleind. Echter, aanbesteding is niet automatisch een garantie voor het uitsluiten van staatssteun. Bovendien zijn er ook andere waarderingsmethodes mogelijk (waaronder benchmarking of taxatie) als een aanbesteding of transactie op gelijke voet geen uitkomst bieden. De voorwaarden waaronder transacties als marktconform worden gezien, zijn te vinden in paragraaf 4.2 van de Mededeling betreffende het begrip ‘staatssteun’.
Voorbeelden geen economisch voordeel
In paragraaf 4.1 van de Mededeling betreffende het begrip ‘staatssteun’ noemt de Europese Commissie een aantal situaties die onder bepaalde voorwaarden geen economisch voordeel opleveren:
- Het compenseren van een onderneming voor kosten gemaakt ten behoeve van de uitvoering van een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB) in overeenstemming met de Altmark-criteria. Meer hierover vindt u in het dossier DAEB.
- Het terugbetalen van ten onrechte geheven belastingen.
- Het leveren van passende compensatie voor schade die een decentrale overheid aantoonbaar aan ondernemingen heeft berokkend. Dit is bijvoorbeeld het geval bij nadeelcompensatie.
Twijfelgeval(len)?
Als door een decentrale overheid wordt aangevoerd dat de maatregel marktconform is, moet hij bij twijfel het bewijs leveren. Op grond van een economische analyse kan dan worden nagegaan hoe een rationele particuliere marktdeelnemer zou hebben gehandeld. In de Mededeling betreffende het begrip ‘staatssteun’ vindt u hier meer informatie over.
Indirect voordeel
Een economisch voordeel kan worden verleend aan andere ondernemingen dan die ondernemingen waar de staatsmiddelen rechtstreeks aan zijn overgedragen. Zodoende kan een maatregel – naast een direct voordeel voor de begunstigde – een indirect voordeel opleveren voor andere ondernemingen die op een verder activiteitsniveau actief zijn. Een indirect voordeel moet worden onderscheiden van ‘secundaire’ economische effecten. Dergelijke effecten leveren geen economisch voordeel op. Wanneer er precies sprake is van een indirect voordeel of een ‘secundair’ economisch effect, wordt uitgelegd in de praktijkvraag ‘Hoe voorkom je ongeoorloofde staatssteun aan derden?’.