Gemeenten hebben de regie over de uitvoering van de inburgering van inburgeringsplichtigen. Dit is vastgelegd in de Wet inburgering. Gemeenten kunnen kiezen of zij zelf inburgeringscursussen willen organiseren, aanbieders daarvoor willen subsidiëren, middels een aanbestedingsprocedure een passend aanbod in willen kopen, of via een open-house model tot een passend aanbod willen komen.
Gemeenten zijn verplicht om tijdig te zorgen voor een passend inburgeringsaanbod voor statushouders. Gezinsmigranten en overige migranten zijn verantwoordelijk voor de inkoop en bekostiging van hun eigen leerroute, maar krijgen wel begeleiding van de gemeente.
Aangezien het soms gaat om een relatief beperkte groep inburgeraars, maar het bieden van diversiteit in het aanbod noodzakelijk is, kan het grote voordelen hebben om voor de inkoop van het inburgeringsaanbod een samenwerking aan te gaan met andere gemeenten.
Gemeenten kunnen kiezen voor verschillende marktinstrumenten: de overheidsopdracht, de open-house constructie of de subsidie. De handreiking Van Beleid naar Inkoop in de inburgering (ministerie van Sociale Zaken en Werkgelenheid in samenwerking met PIANOo) biedt informatie over het organiseren van het inburgeringsaanbod onder de Wet Inburgering.
Overheidsopdracht
De inkoop van inburgeringsaanbod door gemeenten kan door middel van verschillende aanbestedingsprocedures verlopen. Ook kunnen gemeenten, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, gebruik maken van de vereenvoudigde procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor sociale en andere specifieke diensten (artikel 74 Richtlijn 2014/24 en 2.38 e.v. Aanbestedingswet 2012).
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om taalonderwijs voor asielgerechtigde inburgeringsplichtigen in te kopen bij een taalaanbieder met het Blik op Werk (BoW) Keurmerk of een gelijkwaardig keurmerk.
Open-house model
Gemeenten hebben de mogelijkheid om een open-house model in te richten. In het sociaal domein wordt vaak gekozen voor een open-house constructie, waarin alle partijen die voldoen aan de voorwaarden die een gemeente heeft gesteld een overeenkomst met de gemeente mogen sluiten. Dit houdt in dat de gemeente binnen een open-house systeem geschiktheids- of minimumeisen stelt. Aanbieders die voldoen aan deze eisen kunnen worden opgenomen in het systeem en zo hun diensten aanbieden. Vervolgens kunnen gebruikers, in dat geval inburgeraars, zelf kiezen uit de aanbieders die zijn opgenomen in het systeem van de gemeente.
Een open-house model kwalificeert niet als een aanbestedingsprocedure, omdat er, anders dan bij een overheidsopdracht, geen selectie wordt gemaakt tussen inschrijvingen en geen sprake is van gunning. Dit heeft het Hof in Tirkkonen-arrest bepaald.
Subsidie
Gemeenten kunnen ook kiezen om de aanbieders van een inburgeringsaanbod te subsidiëren. Bij subsidieverlening is er geen uitvoeringsplicht voor de subsidieontvanger, in dit geval de aanbieder van het inburgeringsaanbod. De subsidieontvanger kan eenzijdig aanspraak maken op financiële middelen en de subsidieverlener heeft geen mogelijkheden om de uitvoering van de opdracht af te dwingen. Ook is een subsidieontvanger – in tegenstelling tot de uitvoerder van een overheidsopdracht – in beginsel vrij in de manier waarop hij invulling geeft aan de activiteit waarvoor hij subsidie heeft aangevraagd. Subsidies vallen niet onder het aanbestedingsrecht, omdat het gaat om de aanspraak op financiële middelen voor bepaalde activiteiten, anders dan als betaling voor aan de overheid geleverde goederen of diensten. Op de pagina subsidie of overheidsopdracht vindt u meer informatie over het verschil tussen de twee.