Milieucriteria
Er gaat bij decentrale overheden steeds meer aandacht uit naar duurzaam inkopen, bijvoorbeeld door het opstellen van milieucriteria bij aanbestedingen. Bij het aanbesteden van opdrachten wordt steeds meer rekening gehouden met het milieu en de sociale omstandigheden bij producten of diensten. Zo kan bij een opdracht voor de levering van elektriciteit, als eis worden opgenomen dat de stroom moet worden opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen.
Europees recht en beleid
Lidstaten moeten passende maatregelen nemen om te waarborgen dat ondernemers bij de uitvoering van overheidsopdrachten voldoen aan de toepasselijke verplichtingen (art. 18 lid 2 richtlijn 2014/24). Hierbij gaat het om sociale of milieucriteria, die zijn opgenomen in Bijlage X van de richtlijn. Het integreren van milieudoelstellingen in het aanbestedingsproces is een ontwikkeling die enkele jaren geleden vanuit de Europese wetgever en beleidsmakers is ingezet. Deze bepaling en de passende maatregelen zijn geïmplementeerd in artikel 2.81 lid 2 van de nieuwe Aanbestedingswet 2012.
Aanbesteden
De Europese Commissie zoekt in haar milieubeleid steeds breder aansluiting met het aanbestedingsinstrumentarium. Bijvoorbeeld in de richtlijn wegvoertuigen, waarin is opgenomen dat aanbestedende diensten bij de aanschaf van wegvoertuigen rekening moeten houden met energie- en milieucriteria (richtlijn 2009/33). Ook nationaal zien we deze ontwikkeling. Onder beleid en op de pagina duurzaam aanbesteden leest u meer hierover.
Opnemen milieucriteria
Milieucriteria kunnen in verschillende fasen van het aanbestedingsproces worden opgenomen:
- bij het vaststellen van de eisen van een opdracht;
- bij de selectie van leveranciers, dienstverleners of aannemers;
- bij het gunnen van de opdracht;
- in de uitvoeringsbepalingen in het contract.
Vaststellen milieucriteria
Bij het vaststellen van eisen staat centraal ‘wat’ de decentrale overheid wil aanschaffen. Hierin is veel vrijheid, zodat milieuoverwegingen opgenomen kunnen worden. De verdragsbeginselen moeten hierbij nageleefd worden.
Er mag met de invoering van richtlijn 2014/24 gevraagd worden om een specifiek milieukeurmerk (onder richtlijn 2004/18 was dit verboden). Het vragen naar een keurmerk kan in sommige gevallen echter disproportioneel zijn. Criteria die gesteld worden bij een opdracht moeten gerelateerd zijn aan het voorwerp van de opdracht. Voor een keurmerk betekent dit dat alle aparte onderliggende eisen die worden gesteld om te voldoen aan het keurmerk, gerelateerd dienen te zijn aan het voorwerp van de opdracht. Als het keurmerk eisen stelt die geen verband houden met de opdracht, kunnen de eisen van het keurmerk die wel in verband staan met de opdracht worden gebruikt voor het opstellen van technische specificaties.
Meer informatie over milieukeurmerken als eis in de opdracht, vindt vanaf pagina 49 van onze publicatie over de Europese aanbestedingsrichtlijnen.
Selectiefase
In uitsluitingscriteria en geschiktheidseisen kunnen milieuaspecten worden opgenomen. Bedrijven die milieuwetgeving of -regelgeving hebben overtreden, kunnen worden uitgesloten van overheidsopdrachten. Geschiktheidseisen moeten non-discriminatoir en proportioneel zijn en in verband staan met het voorwerp van de opdracht.
De ervaring van een bedrijf biedt bijvoorbeeld een goede mogelijkheid om groene overwegingen op te nemen in de criteria betreffende technische capaciteit. Bedrijven die de milieuwetgeving of -regelgeving hebben overtreden, kunnen worden uitgesloten als dat hun beroepsmoraliteit in het gedrang brengt (facultatief uitsluitingscriterium).
Opdracht gunnen
Bij de inhoudelijke beoordeling van de inschrijvingen kunnen aanbestedende diensten gunningscriteria opstellen waaraan de inschrijvingen worden beoordeeld. Milieugerichte gunningcriteria kunnen slechts worden toegepast wanneer ze:
- verband houden met het voorwerp van de opdracht;
- geen onbeperkte keuzevrijheid verlenen aan de aanbestedende dienst;
- uitdrukkelijk worden vermeld in de aankondiging van de opdracht en het bestek;
- in overeenstemming zijn met de verdragsbeginselen.
Uitvoeringsbepalingen
Milieuoverwegingen kunnen worden geïntegreerd in de uitvoeringsfase, mits ze:
- verband houden met de uitvoering van het contract;
- uitdrukkelijk worden vermeld in de aankondiging van de opdracht;
- in overeenstemming zijn met het Unierecht;
Decentrale overheden kunnen bijvoorbeeld aan de hand van uitvoeringsbepalingen bepalen hoe de goederen geleverd moeten worden en zelfs welke vervoersmethode moet worden gebruikt. Wanneer de contractant zich niet aan de afspraken houdt, kunnen er sancties opgelegd worden.
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
STEL UW VRAAG