Overheidsopdrachten
Bij overheidsopdrachten krijgen decentrale overheden in de praktijk het meest te maken met aanbestedingsrichtlijn 2014/24. Overheidsopdrachten (art. 2 sub 5 e.v. richtlijn 2014/24, art. 2 richtlijn 2014/25 en art. 1.1 Aanbestedingswet) worden gedefinieerd als:
Bezwarende titel en overheidsopdrachten
Bezwarende titel houdt in dat er voor overheidsopdrachten een op geld waardeerbare tegenprestatie wordt geleverd door de aanbestedende dienst aan de opdrachtnemer. Daarbij kan gedacht worden aan:
- geldelijke betaling voor de opdrachtvervulling (de prijs);
- het kwijtschelden van belastinggelden;
- de vrijstelling van legesbetaling;
- producten ter beschikking stellen in natura, die in de uitvoering van de opdracht gebruikt worden;
- beloning van de opdrachtnemer in de vorm van overdracht van grond of gebouwen.
Onder meer uit jurisprudentie wordt duidelijk dat het begrip ‘bezwarende titel’ ruim moet worden uitgelegd. Een bezwarende titel kan bijvoorbeeld ook zijn: de financiering door een aanbestedende dienst, voor de uitvoering van diensten die aan derden (bijvoorbeeld burgers) worden geleverd, dus niet aan de aanbestedende dienst zelf. Een ander voorbeeld is het door de aanbestedende dienst toezeggen van een betaling door een derde, voor de te leveren diensten.
Prestatie voor tegenprestatie
Een overeenkomst onder bezwarende titel kan ook betekenen dat een aanbestedende dienst voor overheidsopdrachten voor werken een tegenprestatie levert, dat blijkt uit jurisprudentie. Wegens zijn aard, de systematiek en de doelstellingen van de aanbestedingsrichtlijn, moet de overheidsopdracht voor werken voor de aanbestedende dienst een rechtstreeks economische belang inhouden.
Rechtstreeks economisch belang
Van een rechtstreeks economisch belang is volgens het Europees Hof van Justitie sprake als:
- de overheid eigenaar wordt van het werk;
- het gaat om een werk met een openbaar karakter;
- het werk gedeeltelijk voor rekening/risico van de overheid plaatsvindt of de overheid financieel voordeel uit het werk haalt, nu of in de toekomst.
Verder veronderstelt de aanwezigheid van een bezwarende titel dat de realisatie van het werk door de overheid afdwingbaar is. Er kan worden aangenomen dat deze uitleg over bezwarende titel en rechtstreeks economisch belang ook kan worden doorgetrokken naar overheidsopdrachten voor leveringen en diensten.
Geen rechtstreeks economisch belang
Er is geen sprake van een rechtstreeks economisch belang voor de overheid, als de betrokkenheid van de overheid uitsluitend bestaat in de uitoefening van regulerende publiekrechtelijke bevoegdheden inzake stedenbouw. Ook niet wanneer de uitoefening daarvan plaatsvindt in combinatie met gronduitgifte.
Ondernemer, inschrijver, gegadigde
Een ondernemer is elke natuurlijke of rechtspersoon of openbaar lichaam (of een combinatie hiervan), die werken, leveringen en/of diensten op de markt aanbiedt. Hieronder vallen ook tijdelijke samenwerkingsverbanden van ondernemingen. De term ‘ondernemer’ dekt de voormalige termen aannemer, leverancier of dienstverlener (art. 2 lid 1 sub 10 richtlijn 2014/24 en art. 1.1 Aanbestedingswet). Ook een decentrale overheid die producten of diensten op de markt aanbiedt kan een ondernemer zijn. Wanneer dit het geval is, komen bijvoorbeeld ook regels over alleenrecht-verlening, inbesteding, concessies of bijvoorbeeld mededinging nader aan de orde.
Een ondernemer die een inschrijving heeft ingediend, is een ‘inschrijver’. Een ‘gegadigde’ is een ondernemer die heeft verzocht om een uitnodiging, of is uitgenodigd, om deel te nemen aan een niet-openbare procedure, een mededingingsprocedure met onderhandeling, een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, een concurrentiegerichte dialoog of een innovatiepartnerschap.
Aanbestedende dienst
Aanbestedende diensten zijn staats-, regionale en lokale overheidsinstanties, publiekrechtelijke instellingen of samenwerkingsverbanden bestaande uit één of meer van deze overheidsinstanties of één of meer van deze publiekrechtelijke instellingen (art. 2 lid 1 sub 1 richtlijn 2014/24 en art. 1.1 Aanbestedingswet). Decentrale overheden vallen onder de ‘regionale en lokale overheidsinstanties’. Ook samenwerkingsverbanden waarin zij participeren en aan decentrale overheden gelieerde instellingen, kunnen worden aangemerkt als aanbestedende dienst. De definitie van publiekrechtelijke instelling (art. 2 lid 1 sub 4 richtlijn 2014/24 en art. 1.1 Aanbestedingswet) speelt hierbij vaak een rol.
Meer weten over dit onderwerp?
Werkt u voor een decentrale overheid of het Rijk en hebt u een vraag over dit onderwerp? Neem dan contact op met de helpdesk van Europa decentraal:
STEL UW VRAAG