In het vorige systeem waren asielzoekers zelf verantwoordelijk voor hun eigen inburgering. Het was de bedoeling dat zij geld leenden bij DUO, hiervan een inburgeringscursus betaalden en vervolgens een inburgeringsexamen deden. Dit systeem bleek niet goed te werken omdat het te ingewikkeld was en er veel profiteurs op de markt van inburgeringscursussen zijn.
Het nieuwe systeem van de Wet inburgering 2021 legt meer verantwoordelijkheid bij gemeenten als onderdeel van het sociaal domein. Het leenstelsel is afgeschaft en gemeenten kunnen inburgeringstrajecten inkopen. Hierbij moeten de Europese aanbestedingsregels nageleefd worden. De gemeente begeleidt inburgeringsplichtigen bij hun inburgering. Dit proces begint met de zogeheten brede intake, waarmee onderzocht wordt welke mogelijkheden de inburgeringsplichtige heeft om aan de inburgeringsplicht te voldoen. Dit onderzoek bestaat in ieder geval uit een leerbaarheidstoets, een onderzoek naar gevolgd onderwijs en werkervaring in het land van herkomst en een verkenning van de persoonlijke omstandigheden van de inburgeringsplichtige.
Op basis van de brede intake maakt de gemeente een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie zodat iedereen een inburgering op maat krijgt. Voor asielstatushouders geldt de begeleiding van de gemeente vanaf het moment dat zij aan een gemeente gekoppeld worden en betaalt de overheid de inburgering. Gezinsmigranten en overige migranten betalen hun inburgering altijd zelf.
Gemeenten hebben in het nieuwe systeem de verantwoordelijkheid om statushouders een sluitend inburgeringsaanbod te doen. Dat aanbod bestaat uit een Module Arbeidsmarkt & Participatie, het participatieverklaringstraject en één van de drie mogelijke leerroutes:
- De eerste leerroute richt zich op het bereiken van taalniveau B1 en meedoen door (vrijwilligers)werk;
- De tweede leerroute, gericht op jongeren, richt zich op het bereiken van taalniveau B1 en voorbereiding op een mbo- hbo- of universitaire opleiding;
- De derde leerroute, gericht op inburgeringsplichtigen voor wie de andere routes te moeilijk zijn, richt zich op taalniveau A1 en voorbereiding op deelname aan de Nederlandse samenleving.
Gemeenten hebben verder op grond van de wet de verplichting om inburgeringsplichtigen te voorzien van praktische hulp bij het regelen van basisvoorzieningen en voorlichting over basisvoorzieningen in de Nederlandse samenleving. De inburgeringsplichtige moet binnen drie jaar voldoen aan de inburgeringsplicht.