×
Europees recht en beleid

Laatste update: 11 december 2023

Contact:


Wanneer en hoe vaak is de privacywetgeving van toepassing bij de het plaatsen overheidsopdracht?

Aanbestedende diensten dienen bij het plaatsen van overheidsopdrachten te voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De privacywetgeving is van toepassing wanneer aanbestedende diensten persoonsgegevens verwerken of laten verwerken. Zij worden als verwerkingsverantwoordelijke aangemerkt, omdat zij het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststellen. Het verwerken van persoonsgegevens moet voldoen aan de verwerkingsbeginselen uit de AVG. Zo heeft een aanbestedende dienst onder andere toestemming nodig van de betrokkenen bij het publiceren van persoonsgegevens op TenderNed.

Meer informatie over de verwerking van persoonsgegevens en privacygevoelige aanbestedingen leest u op de pagina aanbesteden en privacy. Ook krijgt u op deze pagina informatie over hoe om te gaan met de privacywetgeving bij aanbesteden.

Zijn aanbestedende diensten verplicht tot elektronisch aanbesteden?

Elektronisch aanbesteden, of e-aanbesteden, houdt in dat de aanbestedingsprocedure elektronisch wordt doorlopen. Het maakt het voor bedrijven makkelijker om zich in te schrijven, omdat het proces eenvoudiger en efficiënter wordt. Alle Europese aanbestedingen moeten op grond van artikel 18 Aanbestedingswet 2012 elektronisch, via TenderNed, worden aangekondigd. Dit gebeurt nadat ze op Tenders Electronic Daily (TED), een online supplement op het Publicatieblad van de EU, zijn gepubliceerd. Ook de aanbestedingsrichtlijnen kennen een aantal verplichtingen met betrekking tot e-aanbesteden, maar ook het elektronisch versturen en ontvangen van facturen.

Op de pagina e-aanbesteden kunt u meer lezen over elektronisch aanbesteden en factureren.

Hoe kondigt een aanbestedende dienst een overheidsopdracht aan en hoe maakt zij de gunning bekend?

Wanneer de waarde van een overheidsopdracht boven de Europese drempelbedragen uitkomt is de aanbestedende dienst verplicht om de opdracht aan te kondigen. Dit kan de aanbestedende dienst op verschillende manieren doen, welke onderverdeeld kunnen worden in verplichte en niet-verplichte handelingen.

  • Verplicht:
    • Een aankondiging van een opdracht of prijsvraag via het Publicatiebureau, Tenders Electronic Daily-databank (TED). Aanbestedende diensten moeten hierbij gebruik maken van onder andere het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) (artikel 49, 51 en 52 Richtlijn 2014/24);
    • Een aankondiging van de resultaten van de aanbestedingsprocedure. De aanbestedende dienst moet dit binnen dertig dagen na gunning doen (artikel 50 lid 1 Richtlijn 2014/24).
  • Niet verplicht:
    • Een kennisgeving van bekendmaking van een vooraankondiging waarbij de aanbestedende dienst ondernemingen alvast informeert over opdrachten in de toekomst;
    • Een vooraankondiging via het kopersprofiel van de aanbestedende dienst, welke ook naar het Publicatiebureauvan de EU wordt gestuurd (artikel 48 lid 2 en bijlage VIII punt 2b Richtlijn 2014/24);
    • Een aankondiging in geval van vrijwillige transparantie op grond van de rechtsbeschermingsrichtlijn.

Meer informatie over het aankondigen en bekendmaken van overheidsopdrachten leest u op de pagina aankondigen en bekendmaken.

Kan of moet de aanbestedende dienst ondernemingen uitsluiten van deelname aan de aanbesteding?

De aanbestedende dienst kan op grond van verschillende uitsluitingsgronden bepaalde ondernemingen uitsluiten van deelname aan de aanbesteding. Dit kan om onder andere de integriteit te bewaken en te waarborgen dat decentrale overheden zaken doen met betrouwbare ondernemers. Er bestaan twee soorten uitsluitingsgronden, namelijk:

  • Facultatieve uitsluitingsgronden, waarbij de aanbestedende dienst ondernemingen kan uitsluiten die zich onder andere schuldig hebben gemaakt aan:
    • Schending van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht;
    • vervalsing van de mededinging;
    • een ernstige beroepsfout.
  • Verplichte uitsluitingsgronden, die aanbestedende diensten verplichten om ondernemingen uit te sluiten als die veroordeeld zijn van onder andere:
    • deelneming aan een criminele organisatie;
    • omkoping;
    • fraude.

Ook ondernemers die niet aan verplichtingen tot het betalen van belastingen of sociale zekerheidspremies hebben voldaan, moeten verplicht worden uitgesloten van deelname. De facultatieve en verplichte uitsluitingsgronden zijn in artikel 57 lid 1 en 4 Richtlijn 2014/24 en artikel 2.86 en 2.87 Aanbestedingswet 2012 opgenomen.

Op de pagina uitsluitingsgronden kunt u meer lezen over uitsluitingsgronden en hoe de aanbestedende dienst aan bewijstukken over het gedrag van inschrijvers kan komen.

Selectiecriteria

Behalve het uitsluiten van inschrijvers kunnen aanbestedende diensten ook besluiten om slechts drie tot vijf bedrijven zich te laten inschrijven voor de overheidsopdracht. Deze worden dan gekozen door middel van selectiecriteria, die betrekking hebben op de inschrijver. De criteria moeten transparant zijn. Met selectiecriteria kan men de geschiktheid van inschrijvers rangschikken. Hiernaast bestaan er ook geschiktheidseisen, die ertoe dienen om te bepalen of de inschrijver de juiste capaciteiten heeft om de opdracht uit te voeren. Hierbij kan het gaan om beroepsbevoegdheid, financiële en economische draagkracht of technische en beroepsbekwaamheid. Onder omstandigheden kunnen inschrijvers zich op de economische en financiële draagkracht en technische en beroepsbekwaamheid beroepen van anderen als zij hier daadwerkelijk over kunnen beschikken voor de uitvoering van de opdracht. Geschiktheidseisen en selectiecriteria dienen aan de aanbestedingsbeginselen te voldoen. Lees meer hierover op onze pagina selectiecriteria.

Op welke wijze kan een aanbestedende dienst de opdracht aan een onderneming gunnen?

De gunning van overheidsopdracht is gebaseerd op het principe van de ‘economisch meest voordelige inschrijving’ (artikel 67 lid 1 Richtlijn 2014/24). De aanbestedende dienst kan voor de toepassing van dit principe kiezen tussen drie gunningscriteria (artikel 2.114 lid 2 Aanbestedingswet 2012):

  • beste prijs-kwaliteitsverhouding;
  • laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit;
  • laagste prijs.

In de aankondiging van de opdracht moet de aanbestedende dienst de gunningscriteria en het daaraan gegeven relatieve gewicht bekendmaken (artikel 67 lid 5 Richtlijn 2014/24 en artikel 2.115 lid Aanbestedingswet 2012). Het verschil tussen selectie- en gunningscriteria is dat selectiecriteria betrekking hebben op de inschrijver terwijl gunningscriteria betrekking hebben op de inschrijving.

Op de pagina gunningscriteria kunt u meer lezen over dit onderwerp.

Wat zijn de gevolgen van een wijzing van een overheidsopdracht tijdens de procedure?

Tijdens de aanbestedingsprocedure of zelfs tijdens de uitvoering van de opdracht kan de aanbestedende dienst te maken krijgen met een wijziging van de opdracht. Een wijziging kan wezenlijk van aard zijn wat tot gevolg kan hebben dat de opdracht opnieuw moet worden aanbesteed of minimale termijnen opnieuw in acht moeten worden genomen. Het Europese Hof van Justitie heeft in het Pressetext-arrest een toetsingskader gegeven voor de beoordeling van een wijziging. Dit kader is in artikel 72 lid 4 Richtlijn 2014/24 en artikel 2.163g Aanbestedingswet 2012 gecodificeerd. Indien er sprake is van een wezenlijke wijziging, is de aanbestedende dienst verplicht om de opdracht opnieuw aan te besteden. Als er een wezenlijke wijziging plaatsvindt voor de inschrijvingstermijn verstreken is, kan er ook een nieuwe termijn gesteld worden. Wanneer de wijziging als niet-wezenlijk kan worden aangemerkt, is de aanbestedende dienst niet verplicht om de opdracht opnieuw aan te besteden. De aanbestedende dienst hoeft in de in artikel 72 lid 1 en 2 Richtlijn 2014/24 en artikel 2.163b tot en met 2.163f Aanbestedingswet 2012 genoemde gevallen de opdracht niet opnieuw aan te besteden.

U kunt meer over de hierboven genoemde gevallen lezen op de pagina wezenlijke wijziging.

Waar kunnen inschrijvers zich op beroepen wanneer de aanbestedende dienst zich niet aan de geldende verplichtingen houdt?

Inschrijvers kunnen een beroep doen op Richtlijn 2007/66, ook wel bekend als de rechtsbeschermingsrichtlijn. De in de rechtsbeschermingsrichtlijn opgenomen regels kunnen in twee fases worden opgedeeld, namelijk:

  • De precontractuele fase, waarin de aanbestedende dienst een beslissing tot gunning heeft genomen, maar nog geen overeenkomst heeft gesloten;
  • De postcontractuele fase, die na de sluiting van de overkomst geschiedt.

Meer informatie omtrent de pre- en postcontractuele fase en welke verplichten aanbestedende diensten op grond van de rechtsbeschermingsrichtlijn hebben, kunt u op de pagina rechtsbescherming lezen.